Oplossingsgericht werken met jongeren (nascholing Spermalie)

Oplossingsgericht werken met jongeren

voorjaar 2025
1 / 68
next
Slide 1: Slide
GedragswetenschappenHoger onderwijs

This lesson contains 68 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Oplossingsgericht werken met jongeren

voorjaar 2025

Slide 1 - Slide

Alice in

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Dodo: ‘Everybody has won, and all must have prizes!’

Slide 6 - Slide

Wie ben ik?
Dieter Ysebaert
Kinder- en jeugdpsycholoog (CAR - klinische praktijk)
Onderzoek & therapie
Lerarenopleiding

Slide 7 - Slide

In deze nascholing:
1. Uitgangspunten
2. Praktische werkvormen

Slide 8 - Slide

Oplossingsgericht werken

Slide 9 - Mind map


Psychotherapeutische stromingen

Slide 10 - Slide

Therapeutische stromingen
Psychodynamisch (Freud)
Leertheorieën (cognitie - gedrag)
Systeemtheorieën 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide


Oplossingsgericht werken

Slide 13 - Slide

Inleefoefening
Stel alleen maar vragen die de focus leggen op het probleem.

Voorbeelden:
Wat is het probleem?
Wanneer is het begonnen?
Wat loopt er fout?
Waarom?
Hoe wordt het erger?





Slide 14 - Slide

Inleefoefening
Stel nu vooral vragen met de focus op wanneer het probleem minder voorkomt, minder zwaar aanvoelt, ...

Voorbeelden:
Zijn er momenten waarop het probleem minder voorkomt?
Wanneer is het eens beter?
Wat doe je dan anders?  Wie helpt er?
Waaraan zie je dat het beter gaat?


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Experiment

Slide 20 - Slide


Basisprincipes oplossingsgericht werken
(solution-focused)

Slide 21 - Slide

Premissen
  • Mensen hebben zelfhelende capaciteiten.
  • De oorzaak van een probleem zegt vaak niets over de   oplossing.
  • Mogelijkheid om keuzes te kunnen maken: essentieel om       zich goed te voelen.
  • Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke interventies.

Slide 22 - Slide

1. Mensen hebben zelfhelende capaciteiten
Invloed van therapie op hersenen
      ...........................................................
      ............................................................
      ............................................................
      ............................................................
      ............................................................
Homeostase: het probleem is een oplossing die niet meer werkt
      ............................................................
      ............................................................
      ............................................................
Homeostase: het probleem is een oplossing die niet meer werkt.
      ............................................................
      ............................................................
Homeostase: het probleem is een oplossing die niet meer werkt.

Slide 23 - Slide

2. De oorzaak van een probleem zegt vaak niets  
    over de oplossing
  • Soorten vragen: oplossingsgerichte vragen
  • Positief, hoopgevend
  • Geloof in groeimogelijkheden, gericht naar de toekomst
  • Door op oplossingen/sterktes te focussen, versterk je die

Slide 24 - Slide

3. Mogelijkheid om keuze te kunnen maken:  
    essentieel om zich goed te voelen
  • Typerend voor het Brugse Model (Korzybski)
  • Keuzevrijheid geeft de controle terug
  • Positieve connotaties: door een andere context te     scheppen, ga je kijken wat bruikbaar is

Slide 25 - Slide

Positieve connotaties
  • We moeten niet van nul beginnen
  • Mensen kunnen niet anders dan samenwerken: band wordt   versterkt (positieve benadering)
  • Symptomen als oplossing (Erickson): symptomen als nuttig    zien om een bepaald doel te bereiken                                     ----                        weerstand vermindert


Slide 26 - Slide

Positieve connotaties
  • Taal als uiting van ‘respect’: 
           ‘Everything before but is bullshit!’
            'Wat maakt er ...?'
            '... terzelfdertijd ...'
  • Joinen via positieve connotaties (intenties benoemen)


Slide 27 - Slide

4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke 
     interventies
  • Mandaat:
- Goed contact opbouwen
- Vertrouwensrelatie ontwikkelen
- Betekenis hebben voor die persoon (sensitief/responsief)
- Noodzakelijke voorwaarde om te begeleiden en oplossingen       te zoeken

Slide 28 - Slide

4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke 
     interventies
  • Hoe mandaat opbouwen?
- Kind ‘volgen’: joinen (non-verbaal en verbaal)
- Krachten benoemen, inzet opmerken & last erkennen
- Pas in tweede instantie: ‘leiden’ via uitzonderingsvragen, doe-     opdrachten, observaties, etc.

LSD

Slide 29 - Slide

4. Het verkregen mandaat bepaalt de mogelijke 
     interventies
Oplossingsgericht?

Slide 30 - Slide

4 vragen om ons te gidsen
1. Is er een probleem of beperking en is er een oplossing?
2. Is er een hulpvraag?
3. Is er een werkbare hulpvraag?
4. Zijn er bruikbare hulpbronnen aanwezig?

Slide 31 - Slide

1. Is er een probleem of beperking?
  • Beperking: vb autisme --> leren mee omgaan
  • Probleem: concreet gedrag --> kan opgelost worden
  • Respectvol hulp bieden: aandacht voor impliciete     boodschappen
  • Joinen: benoemen van het positieve
  • Therapeutische relatie: ouder/kind als expert
     --> bevragen wat ze al geprobeerd hebben als oplossing

Slide 32 - Slide

2. Is er een hulpvraag?
  • Meestal vanuit de ouders
  • Conditie: beide ouders dienen op hetzelfde spoor te zitten
  •          --> het gemeenschappelijke benoemen
  • Geformuleerde doelen: concreet gedrag opstellen van   gedragsexperimentjes en pronostieken

Slide 33 - Slide

3. Is er een werkbare hulpvraag?
  • Rol consulent: induceren van een werkbare hulpvraag; door kind/ouder soms vaag geformuleerd, vb ‘Ik ben depressief!'
  • Werkbare hulpvraag: formuleren van concrete doelstellingen, te zien in concreet gedrag (positief geformuleerd)

Slide 34 - Slide

4. Zijn er bruikbare hulpbronnen/resources  
    aanwezig?
  • Zijn al aanwezig, maar het kind/de ouder is er zich meestal  niet bewust van           begeleiden naar het ontdekken ervan
  • Vragen naar ‘uitzonderingen’, geeft steeds al een zicht op (gedeeltelijk) aanwezige oplossingen; symptomen zijn er niet dag en nacht, van 1/01 tot 31/12

Slide 35 - Slide

4. Zijn er bruikbare hulpbronnen/resources  
    aanwezig?
  • Meestal geeft een kind/ouder zelf aan wanneer het probleemgedrag minder aanwezig is; dit zijn cadeautjes voor de consulent… hij/zij dient ze alleen maar te zien
  • Valkuil van de overijverige consulent: aandraven met eigen   oplossingen vanuit het theoretisch kader
                 
                             Dit werkt écht niet!

Slide 36 - Slide

4. Zijn er bruikbare hulpbronnen/resources  
    aanwezig?

                 
                       Het aanbieden van tips werkt niet!

Slide 37 - Slide

4. Zijn er bruikbare hulpbronnen/resources  
    aanwezig?

Slide 38 - Slide


Praktische werkvormen

Slide 39 - Slide


De aangeboden werkvormen zijn geen 'trucjes' maar dienen ingebed te zijn in een oplossingsgerichte visie binnen het begeleidingstraject.

Slide 40 - Slide

Good practices

Slide 41 - Slide

Good practices

Slide 42 - Slide

Good practices

Slide 43 - Slide

Good practices
  • Schaalvragen
  • Wapenschild
  • Bootjes
  • Familie-in-dierenplaat
  • Dixit
  • Pluchen dieren
  • Handpoppen
  • Kids' Skills

Slide 44 - Slide

Kids' Skills
Kids’ Skills is een speelse, praktische benadering voor het oplossen van moeilijkheden waarmee kinderen worden geconfronteerd. Centraal staat één heel belangrijk idee: praktisch alle problemen kunnen worden opgevat als vaardigheden die nog ontwikkeld moeten worden.
Kids’ Skills is ontwikkeld door de Finse psychiater Ben Furman en bedoeld voor kinderen tot ongeveer 12 jaar. Voor jongeren is er Mission Possible.

Slide 45 - Slide

Kids' Skills

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

  • Wondervraag

Slide 49 - Slide

Wondervraag
  • Wondervraag:
- spreekt de verbeelding aan
- stimulerende en uitnodigende vraag
- geeft een schat aan informatie waarmee de consulent aan de    
   slag mee kan gaan
- belemmerende en negatieve overtuigingen geraken op de achtergrond 
   en oplossingen/gedragsalternatieven komen op de voorgrond

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Oplossingsgericht werken met jongeren

voorjaar 2025

Slide 53 - Slide

In deze nascholing:
1. Korte herhaling en aanvullingen
2. Praktische werkvormen

Slide 54 - Slide

Alice in

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Slide

Slide 57 - Slide

Slide 58 - Slide

Dodo: ‘Everybody has won, and all must have prizes!’

Slide 59 - Slide

4 vragen om ons te gidsen
1. Is er een probleem of beperking en is er een oplossing?
2. Is er een hulpvraag?
3. Is er een werkbare hulpvraag?
4. Zijn er bruikbare hulpbronnen aanwezig?

Slide 60 - Slide

Slide 61 - Slide

'Never forget, you are always one question away from making a difference in someone's life!' (Elliott Connie)

Slide 62 - Slide

Actief luisteren
Papegaaien, parafraseren, doorvragen, gevoelsreflecties, ... + non-verbaal

Slide 63 - Slide

Praktische werkvormen

- Deugdenblad
- Wapenschild, dierenplaat, schaalvragen     
  (doel - inspanning - vertrouwen) en  
  'drie vragen voor een gelukkig leven'

Slide 64 - Slide

Slide 65 - Slide

Slide 66 - Slide

Literatuur
  • Wolters, C. (2011). Oplossingsgericht aan het werk met   kinderen en jongeren. Uitgeverij Pica
  • Koeman, P. & Vranken, S. (2014). Wat kan je van   stokstaartjes leren? Interventietechnieken voor het   oplossingsgericht werken met kinderen en jongeren.   Uitgeverij Acco.

Slide 67 - Slide

Literatuur
  • Le Fevere de Ten Hove, M. (2000). Korte Therapie.   Handleiding bij het ‘Brugs Model’ voor psychotherapie   met toepassing op kinderen en jongeren.   Leuven/Apeldoorn: Garant.
  • Furman, B.: https://www.kidsskills.org/WP-fin/
  • https://www.uitgeverijpica.nl/titels/kids-skills

Slide 68 - Slide