8.3 trilling in beeld

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

8.3 Trilling in beeld

Planning van de les

-Herhaling § 8.1-§ 8.2

-Uitleg § 8.3

-Zelfstandig werken

Wat weet je nog?

Waarom is er in een vacuüm geen geluid?

(zoals in de ruimte)

Een geluidsbron:

1. is een stof waardoor trillingen zich verplaatsen.
2. vangt trillingen van de lucht op.
3. veroorzaakt trillingen in de lucht.
4. zet trillende lucht om in geluid.

Wat is hier geen geluidsbron?

1. Radio
2. Iemand die praat
3. Echo in een tunneltje
4. De bel

Paragraaf 8.3 Trilling in beeld

Doelen:

Ik kan geluidstrillingen 'lezen'.

Ik kan de frequentie berekenen.

Geluidspatroon is het u,t diagram van een geluidstrilling.

Horizontale as = tijd in milliseconde (t) 

Verticale as = uitwijking (u) 

Een berg en dal samen is 1 trilling. 

Hoe lang duurt 1 trilling?

Dit noem je de trillingstijd. 

Een harmonische trilling...

... is een gelijkmatige trilling

Frequentie = aantal trillingen per seconde

Hoe hoger de uitwijking, hoe harder het geluid

De toongenerator

Een toongenerator is een apparaat dat een harmonische trilling maakt, waarvan je de frequentie van de toon kunt instellen. 

Een hele trilling duurde hier 

3,3 ms. De tijdsduur van 1 hele trilling, heet de trillingstijd.

Om iets over de toonhoogte te kunnen zeggen, moet je de frequentie weten. Die kun 

je uitrekenen.

Een hele trilling duurde hier 

3,3 ms. De tijdsduur van 1 hele trilling, heet de trillingstijd.

Om iets over de toonhoogte te kunnen zeggen, moet je de frequentie weten. Die kun 

je uitrekenen.

Als een trilling 3,3 milliseconde (T) duurt, dan past in 1 hele seconde...

 1 : 3,3 = ? 

trillingen.

Een hele trilling duurde hier 

3,3 ms. De tijdsduur van 1 hele trilling, heet de trillingstijd.

Om iets over de toonhoogte te kunnen zeggen, moet je de frequentie (f) weten. 

Die kun je uitrekenen.

Als een trilling 3,3 milliseconde (T) duurt, dan past in 1 hele seconde...

 1 : 3,3 = ? 

trillingen.

Trillingstijd = 20 ms
Bereken de frequentie en schrijf je berekening op.

Aan de slag

-Maak van § 8.3 vraag 33 t/m 38.