Zebra thema 31 woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Doelen

Je kent de woorden van Zebra 31 en 32. 

Je weet welke woorden je misschien nog moet herhalen.

Advies: woordenschrift en pen bij de hand.

noem verschillende
soorten stoffen

Wat is het meervoud van bacterie

Wat is een synoniem voor de spullen?

Wat is de tegenstelling van besmetten? en welk bijvoeglijk naamwoord is afgeleid van besmetten

Wat is het verschil tussen verhitten en verwarmen?

Het woord 'behoefte' heeft een vast voorzetsel en een vast werkwoord. Welke woorden zijn dat?
behoefte .................... ..............

synoniemen voor
1 dwingend vragen
2 de hoeveelheid
3 het eten

Ken jij een voedingsmiddel
waar ijzer in zit?

Gek zijn op iemand is positief

1. waar
2. niet waar

Het woord 'bewust' heeft een vast voorzetsel en een vast werkwoord en er hoort nog een persoonlijk voornaamwoord bij. Welke woorden zijn dat?

............bewust ........................ ..........................

Wat gebeurt er als een appel bederft?

i.p.v. betekent ....

het voltooid deelwoord van produceren =
ik heb .........

thema 32 Wat is de definitie van een consument?

noem eten dat je zeker niet
rauw wilt eten

Ken jij een beroep waar het woord 'verslag' in voorkomt?

Heb je wel eens een miskoop gedaan? Je mag er kort iets over vertellen.

Het woord 'invloed' heeft een vast voorzetsel en een vast werkwoord. Welke woorden zijn dat?
invloed ....................... ...................

naar voren komen =

Geef een voorbeeld van een nuttig dier en leg uit waarom dat dier nuttig is.

Einde van deze opdracht. Welke woorden moet je nog herhalen?