Uitzuigen en complicaties Tracheotomie, tracheostoma

Goedemorgen 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

Goedemorgen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tracheotomie en tracheostoma

   Anatomie ademhalingsstelsel
   Tracheotomie en tracheostoma + materiaal
- Complicaties en uitzuigen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat wil jij leren tijdens deze les?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat heeft de voorkeur?
A
ademen via de neus
B
ademen via de mond

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Onder je adamsappel voel je de luchtpijp zitten, daarachter ligt de slokdarm
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Tracheotomie is eindstandig en dus blijvend
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Tracheostoma (eindstandig)
Tracheotomie (niet - eindstandig) 

Slide 7 - Slide

Tracheotomie
Openen van de trachea via de hals
reversibel
Dreigende verstikking doordat de larynx dicht zit
Langdurige beademing
Farynx en larynx zijn nog intact
 
Tracheostoma (eindstandige tracheotomie)
Blijvende verbinding in de hals doordat de trachea in de huid van de hals wordt gehecht
irreversibel
Na een laryngectomie, bijv. bij strottenhoofdkanker
Geen stembanden meer doordat de larynx is verwijderd epiglottis en stembanden onderdeel van larynx, door uitgeademde lucht worden de stembanden in trilling gebracht)

Slide 8 - Video

This item has no instructions

wat zullen mogelijke complicaties zijn bij het verzorgen van een tracheostoma of tracheotomie?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Wat is een verpleegkundige interventie wanneer een zorgvrager met tracheostoma / tracheotomie last heeft van taai slijm?
A
1 a 2 keer per dag druppelen met NaCl 0,9%
B
1 a 2 keer per dag druppelen met steriel water (H2O)
C
Controleer of canulebandje niet te los of te strak zit
D
Blaas de cuff iets harder op

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Wat is een verpleegkundige interventie wanneer een zorgvrager met tracheostoma / tracheotomie spoortjes bloed ophoest en/of korsten bij het slijm heeft zitten?
A
Leer goede hoest technieken aan
B
Doe een filter/ kunstneus voor
C
controleer of het canulebandje niet te los of te strak zit
D
Blaas de cuff iets harder op

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

Bronchiaal toilet: gaat dieper dan de lengte van de canule. Alleen door ICU vpk, speciaal opgeleide fysiotherapeuten en artsen.

Slide 19 - Slide

De nervus vagus is een zenuw die uit de hersenen komt en naar organen in de borstkas en buik gaat. De mens heeft een linker en een rechter nervus vagus die beiden vooral informatie doorgeven in de richting van het lichaam naar de hersenen.

De volgende aandachtspunten gelden voor ‘gewoon’ uitzuigen en voor uitzuigen via een tracheacanule of een tracheostoma.
Draag handschoenen en gebruik andere persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals een schort, een bril en een mondneusmasker of een face-shield, wanneer er risico is op contact met excreta;
Uitzuigen kan voor een cliënt een benauwde en soms angstige ervaring zijn. Spreek een stopteken af met de cliënt;
Breng de uitzuigkatheter niet- zuigend, tijdens een inademing in;
Trek de uitzuigkatheter, met een draaiende beweging, met de vinger op de vacuümbreker terug zodra er luchtverplaatsing is in de uitzuigkatheter of als de cliënt een hoestprikkel krijgt;
Zuig bij voorkeur uit voor het eten of voor het toedienen van sondevoeding;
Zuig ook niet uit vlak nadat de cliënt gegeten heeft en stop sondevoeding bij risico op misselijkheid en aspiratie (pneumonie);
Gebruik een zo laag mogelijke druk om het sputum te verwijderen, 80 – 100 mm Hg bij volwassenen1 . Drukken van 150 mmHg worden aanbevolen bij kinderen2 ;
De totale zuigduur mag niet langer zijn dan 15 seconden: zuigduur 3 seconden zuigen, 2 seconden rust, maximaal 3 keer herhalen3 ;
Let tijdens het uitzuigen op reacties van de cliënt: klinisch beeld, hartritme, saturatie, bloeddruk, het mogelijke optreden van bronchospasmen of braakneigingen;
Trek bij het voelen van weerstand bij het inbrengen van de uitzuigkatheter, de uitzuigkatheter iets terug en oefen een lichte naar beneden gerichte druk uit bij het opnieuw inbrengen van de uitzuigkatheter;
Wees alert op verschijnselen van pneumonie: verandering van kleur en consistentie van het sputum, koorts en toename kortademigheid.
Bradycardie
Soms treedt tijdens het uitzuigen een verlaging van de hartslag (bradycardie) op. De hartslag is lager dan 60 slagen per minuut. Oorzaak is prikkeling van de Nervus Vagus, die zowel de luchtwegen als het hart innerveren (overbrengen van zenuwimpulsen). Dit is normaal en heeft verder geen ernstige gevolgen. Voel de pols wanneer de cliënt tijdens het uitzuigen ‘wit’ wegtrekt of plotseling transpireert. Laat de cliënt dan even liggen. Neem zo nodig extra voorzorgsmaatregelen (volgens afspraak):
de aanwezigheid van benodigdheden om zo nodig snel zuurstof toe te kunnen dienen;
de aanwezigheid van een bloeddrukmeter en een saturatiemeter om de toestand van de cliënt te observeren en monitoren;
afspraken in het zorgleefplan wanneer en hoe de arts ingeschakeld wordt.

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Bij het uitzuigen van een tracheotomie en/of tracheostoma breng je de canule zuigend in.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer zou 'de cuff iets harder opblazen' de juiste actie zijn?
A
Wanneer de zorgvrager last heeft van roodheid van de huis
B
wanneer de zorgvrager veel helder en dun sputum ophoest
C
wanneer de zorgvrager drank- en etensresten ophoest
D
wanneer de zorgvrager moeite heeft met ophoesten

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

We zijn klaar!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions