H4 PTO 3 Kenmerkend Aspect Opstand in de Nederlanden herhaling

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Slide

Kenmerkende aspecten
  • De kenmerkende aspecten wijzen op dingen die: 
  1. anders zijn in de samenleving dan in het tijdvak ervoor en 
  2. beschrijven de belangrijkste historische processen waar de samenleving van die tijd mee te maken kreeg en
  3. geven aan welke gebeurtenissen (of bijzondere ontwikkelingen) het grootste invloed hadden op de samenleving van het tijdvak.
  • Deze 'historische processen' zijn veranderingen en ontwikkelingen die plaatsvinden  in de samenleving en die wij categoriseren op o.a. politiek, economisch, sociaal & cultureel/mentaal. 
  • Wij maken onderscheid tussen deze veranderingen en ontwikkelingen om het voor onszelf makkelijk te maken.
  • Wij maken onderscheid om vervolgens deze veranderingen en ontwikkelingen te categoriseren door te kijken naar:
  • Tijd: wanneer vindt wat plaats en kunnen wij iets zeggen over de duur en omvang (heeft het veel mensen beïnvloed?)
  1. oorzaken en gevolgen: wat vindt er waarom plaats en hoe staat dit in verband met andere provessen?
  2. Continuiteit & verandering: wat blijft er hetzelfde en wat verandert er? Duurt dit lang/kort, hoe en hoeveel invloed heeft het?
  • (on)bekend bronmateriaal categoriseren: Een bron uit de tijd plaatsen in het grotere plaatje. Omdat een bron bij een KA past, wat kan je daarom zeggen over de invloed/belang van deze bron? 


Slide 2 - Slide

Kenmerkende aspecten:
Periode Middeleeuwen (500 - 1500) 
  • TV 3 (Monniken en Ridders): het ontstaan en de verspreiding van de islam
  • TV 4 (Steden en Staten): de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten


Slide 3 - Slide

Kenmerkende aspecten
Periode Vroegmoderne Tijd (TV 1500-1800) 
  • TV 5 (Ontdekkers en hervormers): Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
  • TV 5 (O&H): De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
  • TV 5 (O&H): Het begin van de Europese expansie overzee.
  • TV 5 (O&H): De protestantse reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg.
  • TV 5 (O&H): Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.




Slide 4 - Slide

Kenmerkende aspecten
Periode Vroegmoderne Tijd (1500-1800): 
  • TV 6 (Tijd van Regenten en Vorsten): Het streven van vorsten naar absolute macht
  • TV 6 (TvR&V): De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
  • TV 6 ( TvR&v): Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie




Slide 5 - Slide

Historische dimensies 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Begrippen
B. Cultuurstroming in de vijftiende en zestiende eeuw die de mens centraal stelde en de kunst uit de klassieke Oudheid als voorbeeld nam = Renaissance
C. Plaatsvervanger van de landsheer in een gewest. Hij heeft een bestuurlijke en militaire taak = Stadhouder
D. Spaanse veroveraars die Midden- en Zuid-Amerika koloniseerden = Conquistadores 

Slide 17 - Slide

Gebruik bron 1.
Erasmus geeft een positief oordeel over het werk van Manutius. Dit positieve oordeel kun je verklaren met twee kenmerkende aspecten van de zestiende eeuw.
- Noem deze twee verschillende kenmerkende aspecten uit de zestiende eeuw en
- Verwijs naar de bron om je keuze voor de kenmerkende aspecten te onderbouwen en
- Verklaar met hulp van de bron twee manieren waarop Erasmus positief over het werk van Manutius oordeelt.


Bron 1:
In 1500 publiceert de humanist Erasmus het boek Adagia, een verzameling van Griekse en Romeinse spreuken. Bij de spreuk Festina Lente1schrijft hij over de Italiaanse drukker Manutius, die deze spreuk als logo heeft:

“Manutius is als het ware geschapen om deze beschaving [van de Oudheid] in haar oude glorie te herstellen; onvermoeibaar zwoegt hij voort. Geen inspanning is hem te zwaar en slechts op dit ene is zijn vurige hoop gericht: de gereedschappen voor de beoefening der schone letteren gezuiverd en gaaf ter hand te stellen aan mannen van goede aanleg (...). [Ik] durf de geleerden te verzekeren dat zij, door het toedoen van deze éne man, binnen weinige jaren zullen beschikken over al de goede auteurs die geschreven hebben in het Latijn en Grieks. En zonder uitzondering van enige tak van wetenschap en dat alles in onverkorte en van fouten gezuiverde vorm. Niemand zal dan ook maar één leemte in zijn bronnenmateriaal hoeven te hebben. Mocht dit ooit lukken, dan zal pas blijken, hoeveel goede handschriften nu nog ontoegankelijk zijn (...). Dan ook zal men merken, hoe ook die teksten, waarvan men nu nog denkt dat die behoorlijk gecorrigeerd zijn, wemelen van de wonderlijkste fouten.”

Noot 1: Festina Lente is een zin in het latijn en betekent: Haast je langzaam, maar haast je.

Slide 18 - Slide

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde:
1) De Islamitische legers veroveren Spanje
2) Columbus ontdekt Amerika
3) Vasco Da Gama ontdekt de zeeroute naar India
4) Karel V treedt af
5) Luther nagelt zijn 95 stellingen aan een kerkdeur in de Duitse gebieden.
6) De Renaissance begint in Italië.
Noteer alleen de cijfers.

Slide 19 - Slide

Een anekdote:
In 1524 klaagden de bestuurders van de Duitse stad Leipzig bij de katholieke hertog George van Saksen over zijn gebod dat de drukkers in Leipzig alleen maar godsdienstige geschriften in het Latijn mochten drukken (waar volgens hen geen vraag naar was) en niet in het Duits (waar veel vraag naar was).

Verklaar het gebod van George van Saksen door aan te geven:
wat de hertog wilde bereiken op godsdienstig gebied en
dat juist dit gebod hieraan kon bijdragen.

Slide 20 - Slide

De Leidse historica Judith Poll neemt het volgende standpunt met betrekking tot de Nederlandse Opstand in: “De Reformatie is een belangrijke oorzaak van de vele oorlogen en opstanden in de zestiende eeuw. Om die reden wordt de Opstand ook wel gezien als een religieus conflict.”
Beredeneer of je het wel of niet eens bent met dit standpunt. Maak hierbij gebruik van een historisch onderbouwd argument.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Kenmerkende aspecten
  • De kenmerkende aspecten wijzen op dingen die: 
  1. anders zijn in de samenleving dan in het tijdvak ervoor en 
  2. beschrijven de belangrijkste historische processen waar de samenleving van die tijd mee te maken kreeg en
  3. geven aan welke gebeurtenissen (of bijzondere ontwikkelingen) het grootste invloed hadden op de samenleving van het tijdvak.
  • Deze 'historische processen' zijn veranderingen en ontwikkelingen die plaatsvinden  in de samenleving en die wij categoriseren op o.a. politiek, economisch, sociaal & cultureel/mentaal. 
  • Wij maken onderscheid tussen deze veranderingen en ontwikkelingen om het voor onszelf makkelijk te maken.
  • Wij maken onderscheid om vervolgens deze veranderingen en ontwikkelingen te categoriseren door te kijken naar:
  • Tijd: wanneer vindt wat plaats en kunnen wij iets zeggen over de duur en omvang (heeft het veel mensen beïnvloed?)
  1. oorzaken en gevolgen: wat vindt er waarom plaats en hoe staat dit in verband met andere provessen?
  2. Continuiteit & verandering: wat blijft er hetzelfde en wat verandert er? Duurt dit lang/kort, hoe en hoeveel invloed heeft het?
  • (on)bekend bronmateriaal categoriseren: Een bron uit de tijd plaatsen in het grotere plaatje. Omdat een bron bij een KA past, wat kan je daarom zeggen over de invloed/belang van deze bron? 


Slide 24 - Slide