Karel en Elegast les 2

Literatuur van de middeleeuwen
Karel en Elegast, les 2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Literatuur van de middeleeuwen
Karel en Elegast, les 2

Slide 1 - Slide

Waarover hebben we het de vorige les gehad?
  •  wanneer de middeleeuwen waren;
  • wie Karel de Grote was;
  • waarin de mensen geloofden;
  • wat 'memento mori' betekent;
  • wat een orale samenleving is;
  • wat feodalisme inhoudt;

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van deze les:
  • Je weet meer over:
  • de middeleeuwen;
  •  het verhaal Karel en Elegast en de literatuur in de middeleeuwen;
  • de drie standen in deze periode;
  • riddereer;
  • de geestelijkheid;

Slide 3 - Slide

Uitleg: maak aantekeningen!

Slide 4 - Slide

Middeleeuwen
  • 500-1500, oftewel: val Romeinse Rijk tot renaissance
  • 'Tussenperiode' tussen twee beschavingen > verval
  • Toch nog belangrijke uitvindingen, zoals de zandloper, bril en stijgbeugels
  • Standenmaatschappij: geboorte bepaalde je stand. 

Slide 5 - Slide

d
1: geestelijkheid
2: adel
3: boeren
Drie standen:

Slide 6 - Slide

Karel ende Elegast
- Schrijver?
- Stamt waarschijnlijk uit de 13e eeuw
-Ridderroman 
-Traditie van de Karelepiek
- Orale traditie
- Populair verhaal

 



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Literatuur in de middeleeuwen
  • Rijm
  • Luisteren
  • Middelnederlands
  • Andere woorden
  • Dubbele ontkenningen
  • Klanken

Slide 9 - Slide

Middeleeuwse, orale cultuur
boekdrukkunst eind middeleeuwen, duur!
Geen elektrisch licht

--> verhalen op rijm! Die kan een minstreel goed onthouden!

Slide 10 - Slide

Karel en Elegast is een verhaal...
A
waarin vrouwen iets te zeggen hebben
B
waarin vrouwen niets te zeggen hebben

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Link

Wat zegt de engel tegen Karel?
A
Dat hij een baas is.
B
Dat hij een betere koning moet zijn.
C
Dat hij nooit meer mag stelen.
D
Dat hij moet gaan stelen.

Slide 13 - Quiz

Karel gelooft de engel niet. Hoe vaak moet de engel de opdracht noemen?
A
een keer, Karel is natuurlijk wel bang voor God
B
twee keer, dan weet Karel dat hij het goed gehoord heeft
C
drie keer, is Karel doof ofzo?
D
Karel luistert niet want hij heeft geld zat

Slide 14 - Quiz

Volgens de engel zal het Karel slecht vergaan als hij niet luistert want...
A
dan zal Karel sterven
B
dan komt Karel in de hel
C
dan verliest hij al zijn geld

Slide 15 - Quiz

Karel vertrekt. Hoe merkt hij bij zijn vertrek dat God hem helpt?

Slide 16 - Open question

Hoe ziet de ridder in het woud eruit? En waarom maakt dat Karel bang?

Slide 17 - Open question

Elegast...
A
is een soort Robin Hood! Hij steelt alleen van de rijken.
B
is een verschrikking: steelt en rooft alles wat los en vastzit.
C
heeft nooit iets fout gedaan.
D
is een moordenaar.

Slide 18 - Quiz

Riddereer
De adel dacht in termen van eer en schande. Voor hen was eer belangrijker dan het leven. Liever eervol te sterven dan oneervol te leven. Het ergste wat je kon overkomen was dat je naam werd besmeurd. Alles wat de ridder deed was dus gericht op: het voorkomen van schande en behouden van eer.
Op stelen staat de straf verhanging. Opgehangen worden is een oneervolle dood! God vraagt dus nogal wat van Karel!

Slide 19 - Slide

En als je geen ridder was...
De geestelijkheid benadrukte dat God alles ziet en dat je je geweten zuiver moest houden. Zij redeneren vanuit zonde en genade: als je tegen de geboden van God zondigt, ben je afhankelijk van Zijn genade. Het maakt dus minder uit wat mensen vinden, God ziet wel dat je schuldig of onschuldig bent.
De aflaat was een manier om tijdelijke straffen voor zonden af te kopen, zonden die in de biecht waren beleden. Met aflaten kon de tijd in het vagevuur – waar men na de dood kwam – verkort worden.

Slide 20 - Slide

Lees t/m blz. 37

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Lees t/m blz. 46 en vat wat je gelezen hebt samen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video