3Ta ENGELS unit 6 lessonUp 1

unit 6 
T van den Heuvel
tvandenheuvel@bbonderwijs.nl

level: New Interface 3 yellow/ gt
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

unit 6 
T van den Heuvel
tvandenheuvel@bbonderwijs.nl

level: New Interface 3 yellow/ gt

Slide 1 - Slide

lesson 26
1) Tags
2) moeten (verplicht, dus to have to + verb)
3) mogen (toestemming can/ can't+ verb

Slide 2 - Slide

tags
Do you remember? 

rules: 
- 1x not per sentence
- start tag with verb
- no names in the tags

Slide 3 - Slide

how to use:
1) is this a +or a - sentence? 
2) + sentence as there is no not in it
3) tag gets not

Je herhaalt eerst het werkwoord, dan om wie het gaat
He is rich, isn't he? 
We will help, won't we?
They don't bully you, do they?

Slide 4 - Slide

Wanneer er geen to do of ander hulpww in de zin staat, dan moet je een vorm van to do toevoegen (niet het ww uit de zin) 

She always listens to her mum, doesn't she. 
They like to walk in the rain, don't they?
Peter and I hate maths, don't we?

geen namen in een tag:
Sophie sings wonderful, doesn't she?


Slide 5 - Slide

to have to + verb
moeten - verplicht

denk aan: je moet naar je moeder luisteren, is heel vervelend als die boos op je wordt, dus echt wel verplicht, of luisteren naar de politie

Slide 6 - Slide

to have to + verb

- correct form of to have
- followed by verb 

I have to go now, or I'll be late. 
He has to clean up his room before he can go outside. 
We have to leave now, or we'll miss the train. 

Slide 7 - Slide

to have to + verb:
- question: to do + have to + verb
- negative: to do not + have to + verb
(dus zoals je anders ook vragend of ontkennend maakt)

I have to clean my room.  
Do I have to clean my room? 

They have to leave now. 
They don't have to leave now.

Slide 8 - Slide

mogen 
meest simpele vorm: can+ verb

Mag ik een koekje?                           Can I have a cookie?
Hij mag mijn speelgoed hebben. He can have my toys.
We mogen nu naar huis.                 We can go home now. 

Slide 9 - Slide

lesson 27
1) ~ing vorm (gerund) 
2) weer tags
3) old habits - used to + verb

Slide 10 - Slide

~ing (gerund)
* deze ~ing vorm (gerund) is geen tense (dus geen tijdsvorm, geen continuous)
* gebruikt na een ander werkwoord (start/ stop, like, love, hate)
* gerund vaak aan het begin van de zin
* in NL verandert het ww dan in een zelfstandig nw 

Slide 11 - Slide

Playing the guitar is nice. 
Het spelen op de gitaar is leuk. 

They hate cleaning their room. 
Ze hebben een hekel aan het schoonmaken van hun kamer. 

Slide 12 - Slide

old habits
* used to + verb

I used to love swimming. 
They used to go to school by bus. 
She used to be scared of spiders as a kid. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

evaluation
- are you satisfied with your test results? Is feedback clear?  
- Do you know what to do this coming week?

in case you've questions, email me. 

suc6, till next Friday

Slide 15 - Slide