Didactiek lesweek 6

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

_{Didactiek lesweek 6}

Materiaal en omgeving 

Vang de bal.. 

- Benoem drie eigenschappen van speelgoed.

Lesdoelen 

1). De student omschrijft een klaslokaal van zijn basisschooltijd.

2). De student weet hoe hij een lokaal praktisch kan inrichten en geeft daarover zijn mening.

3). De student kent het belang van afspraken in de klas en het stellen van grenzen en kan zelf ook regels bedenken voor zijn doelgroep.  

Waar let je op bij de inrichting
van een klaslokaal?

Peuterspeelzaal groepen

1). Uitzondering: opendeurenbeleid: kinderdagcentra speelt         ook vaak buiten het lokaal.

2). Verticale groep: mix van verschillende leeftijden

3). Horizontale groep: kinderen van dezelfde leeftijden

2.5 Inrichting van ruimtes

Verzorg en- leeractiviteiten 
!Belangrijk: zelf doen & autonomie. 

Toiletten, kranen, handdoekjes etc. hangen in de onderbouw lager. 

2.5 inrichten van ruimtes

Buitenruimtes:

1. Visie van de organisatie (uitdagend, groen etc.)
2. Kinderen stimuleren tot bewegen en ontdekken
3. Rustige hoekjes (afwisseling)
4. Route moet duidelijk zijn 
5. Veilige materialen (zand, rubber)

Indeling in de klas

Veiligheid- (herkenbaar maken, pictogrammen)

Grenzen (gekleurde ramen, route naar de wc etc.)

Ruimte om te lopen (praktisch) 

Ruimte voor spullen (materialen)

Iedereen ziet de voorkant van de groep

Heb je nu een idee hoe je een
klaslokaal moet indelen?

Ja, zeker!

Niet helemaal?

Verwerkingsopdracht lesweek 6

Je bedenkt hoe jouw ideale klaslokaal eruit zou moeten zien.

Maak een plattegrond van de indeling van het lokaal denk aan: ramen, deuren, kasten etc. etc.

Verantwoord:

1. Voor welke groep maak je een klassenindeling

2. Inrichting en uitrusting van het klaslokaal

3. Bereikbaarheid van de materialen

4. Kwaliteit van de materialen

5. Inrichting van de hoeken

Lesdoelen behaald?

1). De student omschrijft een klaslokaal van zijn basisschooltijd.

2). De student weet hoe hij een lokaal praktisch kan inrichten en geeft daarover zijn mening.

3). De student kent het belang van afspraken in de klas en het stellen van grenzen en kan zelf ook regels bedenken voor zijn doelgroep.