H2.2 Optellen en aftrekken deel 1

Welkom
Paragraaf 2.2 Rekenen met negatieve getallen
Leg bladzijde 82 voor je open!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Paragraaf 2.2 Rekenen met negatieve getallen
Leg bladzijde 82 voor je open!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen...?
  • Bespreken blz. 82, v.a. opdr. 9 t/m opdr. 19

  • Instructie:
       -  Rekenen met negatieve getallen


  • Zelfstandig werken: zonder rekenmachine!





Slide 2 - Slide

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 3 - Slide

Welk teken moet hiertussen?

27,5 ..... -72,5
A
<
B
>
C
=

Slide 4 - Quiz

Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen -9 graden en 7 graden
A
-16
B
-2
C
2
D
16

Slide 5 - Quiz

Lesdoelen
  • Je kunt het verschil in temperatuur berekenen
  • Je kunt bij een negatief getal een getal optellen of aftrekken

Slide 6 - Slide

Getallijn

Slide 7 - Slide

Tekens > , < , =

Slide 8 - Slide

Voorbeeld
Opgave:
Hoeveel graden is het temperatuurverschil 
tussen de thermometers?
Aanpak:
  • Je telt van −5 °C naar 0 °C. Dat is gelijk aan 5.
  • Daarna tel je van 0 °C naar 8 °C. Dat is gelijk aan 8.
  • Daarna tel je deze getallen bij elkaar op: 5 + 8 = 13.
  • Het temperatuurverschil tussen de thermometers is 13 graden.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
Opgave:
Hoeveel graden is het temperatuurverschil tussen thermometer 3 en 4?

  • Welke temperatuur is het op thermometer 3?

  • Welke temperatuur is het op thermometer 4?

  • Wat is het verschil tussen de thermometers?

Slide 10 - Slide

Uitleg theorie

Slide 11 - Slide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 12 - Slide

Hoeveel graden is het verschil tussen -4 graden en 21 graden
A
4 graden
B
17 graden
C
25 graden
D
geen idee

Slide 13 - Quiz

Het Nederlandse kouderecord staat op -27 graden
Het Nederlandse warmterecord staat op 41 graden
Hoeveel graden is het verschil?
A
26 graden
B
14 graden
C
68 graden
D
-14 graden

Slide 14 - Quiz

De temperatuur 's ochtends is -6 graden.
In de middag is het 5 graden warmer.
Wat is de temperatuur?
A
-5 graden
B
-1 graden
C
1 graden
D
11 graden

Slide 15 - Quiz

Aan de slag


Maak vlot!! blz. 86, 

opdr. 20 t/m 24 ook testopgave


Speel het spel op blz. 87 

 (nodig: pionnen en dobbelstenen)


Maak daarna

blz. 88, opdr. 26 t/m 28


Slide 16 - Slide

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 17 - Open question

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 18 - Open question

Tot ziens iedereen

Slide 19 - Slide