V5 Thema 5 B3 Het zenuwstelsel

Basisstof 3: 
Het zenuwstelsel
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Basisstof 3: 
Het zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  1. Je kunt de bouw en signaalverwerking van verschillende typen neuronen beschrijven.
  2. Je kunt de bouw, functies en werking van het zenuwstelsel beschrijven.

Slide 2 - Slide

Grote hersenen: informatie ontvangen, verwerken en versturen
Kleine hersenen: Coördinatie
Hersenstam: geleidt impulsen (mbv impulsbanen kruisen elkaar)
Ruggenmerg: veel zenuwen bij elkaar beschermd in het wervelkanaal

Slide 3 - Slide

actie                  rust

Slide 4 - Slide

Begrippen
Zintuigcellen noemen we een receptoren: prikkel omzetten in impuls

Zenuwcellen/neuronen noemen we conductoren: geleiden impulsen
-sensorische neuron
-schakel neuron
- motorische neuron

Spieren en klieren noemen we effectoren: reageren op de impuls

Slide 5 - Slide

Myelineschede
  • Mylineschede:  gliacellen die cellen van Swann heten
BiNaS 88A

Slide 6 - Slide

Cellulaire plasticiteit
myelinisatie: aanmaak myelineschede rondom uitlopers: impulsoverdracht gaat veel sneller. Synaptogenese is daarna niet meer mogelijk.

Slide 7 - Slide

Gliacellen
Gliacellen = ondersteunende cellen 
   1011 neuronen +1012 gliacellen

  • cellen van Schwann
  • astrocyten (bloed hersen barriere)

Slide 8 - Slide

Grijze en witte stof
<----- zenuwcellen






<----- zenuwen + ruggenmerg
Witte stof: 
Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)

Grijze stof: 

Schakelcellen en cellichaam bewegingscellen


spinale ganglia (ev: ganglion).

Slide 9 - Slide

In de hersenen ligt de grijze stof aan de buitenkant, witte stof binnenin.
In het ruggenmerg ligt de grijze stof binnenin en de witte stof aan de buitenkant.

Slide 10 - Slide

Neurotransmitter          Binas 88G

Slide 11 - Slide

Exciterend of inhiberend

Slide 12 - Slide

Aan de rugzijde (dorsaal) komen de
sensorische neuronen binnen. De celkernen ervan liggen nog buiten
het ruggenmerg in de spinale ganglia (ev: ganglion).
= verdikking van sensorische zenuw)

Slide 13 - Slide

vragen
VRAGEN? 

Slide 14 - Slide

Welk neuron eindigt bij een spier?
A
schakelcel
B
sensorisch neuron
C
motorisch neuron

Slide 15 - Quiz

Impulsoverdracht verloopt van het postsynaptisch neuron naar het presynaptisch neuron.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Adrenaline komt van nature in ons lichaam voor als hormoon en als neurotransmitter.
In de afbeelding is schematisch een neuron weergegeven.
Waar wordt adrenaline als transmitterstof door dit neuron afgegeven?
A
Op plaats P
B
Op plaats Q
C
Op plaats R
D
Op plaats S

Slide 17 - Quiz

Waar ligt het cellichaam van de motorische neuron?
A
in het centrale zenuwstelsel
B
buiten het centrale zenuwstelsel

Slide 18 - Quiz

Waar ligt het cellichaam van de gevoelszenuwcel / sensorisch neuron?
A
in de witte stof
B
in de grijze stof
C
in het spinaal ganglion
D
in het centrale kanaal

Slide 19 - Quiz

Welk neuron is
een sensorisch
neuron?
A
Neuron 1
B
Neuron 2
C
Neuron 3

Slide 20 - Quiz

Wat is de maximale lengte van een zenuwcel (neuron)?
A
~ 1 μm
B
~ 1 mm
C
~ 1 cm
D
~ 1 m

Slide 21 - Quiz

Wat voor soort zenuwcel/neuron is P?
A
Motorische neuron
B
Sensorische neuron
C
Schakelneuron

Slide 22 - Quiz

Plaats de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Pijnprikkel in je bovenarm
1
2
3
4
5
6
7
Neurotransmitters komen op spier terecht
impuls naar motorische zenuwcel
impuls naar eerste schakelcel
Ontstaan impuls in Sensorische zenuwcel
Armspier trekt samen
Impuls naar bewegingscentra
Impuls naar  gevoelscentra grote hersenen

Slide 23 - Drag question

Aan de slag
22 t/m 30 van thema regeling

Niet: opdracht 24, 25, 28 
timer
5:00

Slide 24 - Slide