B&F, taal, blok 6 les 7

Taal Blok 6 les 7
Les Woordenschat
Thema slapen 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Taal Blok 6 les 7
Les Woordenschat
Thema slapen 

Slide 1 - Slide

Wat ga je doen?
-Herhalen wat een uitdrukking en samenstelling is.
-Herhalen van de themawoorden 

Slide 2 - Slide

Een samenstelling is 
een woord dat uit twee woorden bestaat. 

Bijvoorbeeld: stapel + bed = stapelbed

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Let op!
Maf betekent: raar of gek

Maffen betekent: slapen 

Slide 5 - Slide

Wat is het?
Een bank waar je ook een bed van kunt maken
A
hoogslaper
B
slaapbank
C
bedstee
D
hemelbed

Slide 6 - Quiz

Wat is het?
Een hoog bed. Onder het bed is ruimte, bijvoorbeeld om te spelen.
A
stapelbed
B
bloembed
C
hoogslaper
D
hemelbed

Slide 7 - Quiz

Wat is het?
Een bed of matras dat met water is gevuld.
A
waterbed
B
bloembed
C
hemelbed
D
luchtbed

Slide 8 - Quiz

Wat is het?
Een stukje grond met bloemen, bijvoorbeeld in de tuin of in het park.
A
bedstee
B
waterbed
C
luchtbed
D
bloembed

Slide 9 - Quiz

Wat betekent het?
pitten, maffen en tukken
A
snurken
B
slapen
C
liggen
D
gek doen

Slide 10 - Quiz

Wat past erbij?
Kort even slapen
A
een dutje doen
B
onder zeil zijn
C
knikkebollen
D
maffen

Slide 11 - Quiz

Wat betekent:
een uiltje knappen?
A
diep slapen
B
kort slapen
C
snurken
D
niet kunnen slapen

Slide 12 - Quiz

Welk woord hoort erbij?
De hoes om je dekbed. Zo wordt je dekbed niet vies.
A
beddengoed
B
kussensloop
C
dekbedovertrek
D
lakens

Slide 13 - Quiz

Wat is het tegengestelde van:
onder zeil zijn
A
lang en diep slapen
B
kort slapen

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je het bij elkaar:
lakens, slopen, kussens, dekens, dekbedden
A
dekbedovertrek
B
beddengoed
C
kussensloop
D
spullen

Slide 15 - Quiz

Deze woorden heb je geleerd

Slide 16 - Slide

Deze woorden heb je geleerd

Slide 17 - Slide

Goed gewerkt!

Slide 18 - Slide