9.4 Staande golven in koorden en snaren

9.4 Staande golven in koorden en snaren
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

9.4 Staande golven in koorden en snaren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe ontstaat een staande golf?
Een naar rechts bewegende golf (oranje) interfereert met een naar links bewegende golf (blauw) waardoor een staande golf (groen) ontstaat.

Slide 10 - Slide

Staande vs. Lopende golven
Eén lopende golf.
Twee lopende golven...
.. vormen één staande golf.
Plaatjes van en meer informatie op:

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Een snaar wordt aangeslagen.

De lengte van de snaar is 37,9 cm.
De snaar produceert een staande golf met een grondtoon van 440 Hz.

Bereken de golfsnelheid in de snaar.
A
16676 m/s
B
33352 m/s
C
334 m/s
D
167 m/s

Slide 19 - Quiz

Kun je ook zeggen dat de golflengte gelijk is aan de afstand tussen 2 dalen van een golf?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

In de figuur hiernaast een foto van een golf die op tijdstip t = 0,0 s links bij de stip is begonnen. De volgende vragen gaan over deze golf.

Voor het punt aangegeven met de letter A geldt:
A
Dit punt beweegt op dit moment omlaag.
B
Dit punt beweegt op dit moment omhoog.
C
Dit punt staat op dit moment even stil.
D
Je hebt niet genoeg informatie om antwoord te geven.

Slide 21 - Quiz

Je ontvangt informatie van twee identieke bronnen met elk een golflengte van 1,6 m. Je staat 8,0 m van de ene bron en 5,6 m van de andere verwijderd.
Hint
Welke afstand moet de golf van de ene bron extra afleggen? Hoeveel golflengtes passen hierin? Was is dus het faseverschil?
A
Er is een versterking op dat punt.
B
Er is een verzwakking op dat punt.
C
Er is geen versterking, en ook geen verzwakking op dat punt.
D
Je hebt te weinig gegevens om een antwoord te geven.

Slide 22 - Quiz

Hiernaast een momentopname van een staande golf in een touw.
I. Er zijn 4 knopen en 3 buiken in de tekening.
II. Het touw trilt op dit moment in zijn 3e boventoon.
A
Beide stellingen zijn waar.
B
Stelling I. is waar. Stelling II. is niet waar.
C
Stelling I. is niet waar. Stelling II. is waar.
D
Beide stellingen zijn niet waar.

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Lezen: 9.4 Staande golven in koorden en snaren 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide