Hydrostatische Paradox: Druk en Berekeningen

Hydrostatische Paradox: Druk en Berekeningen
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hydrostatische Paradox: Druk en Berekeningen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:

Slide 2 - Slide

Leerdoelen worden aan het begin van de les gepresenteerd om de studenten een overzicht te geven van wat ze zullen leren.
Wat weet je al over de hydrostatische paradox?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de hydrostatische paradox?
De hydrostatische paradox is een fenomeen waarbij de grootte en vorm van een vat geen invloed hebben op de druk op een bepaald punt binnen het vat.

Slide 4 - Slide

Leg de hydrostatische paradox uit en maak gebruik van visuele hulpmiddelen om het concept te verduidelijken.
Formule voor hydrostatische druk
De formule voor hydrostatische druk is p = ρgh, waarbij p de druk is, ρ de dichtheid van de vloeistof, g de zwaartekrachtsversnelling en h de hoogte van de vloeistofkolom.

Slide 5 - Slide

Leg de formule uit en geef de betekenis van elk symbool en de bijbehorende eenheden. Vergeet niet om g = 9,81 te gebruiken.
Voorbeeldberekening 1
Stel dat de dichtheid van de vloeistof 1000 kg/m³ is en de hoogte van de vloeistofkolom 2 meter is. Bereken de hydrostatische druk.
Fopw=ρVVverplg

Slide 6 - Slide

Laat de studenten de formule toepassen en de berekening uitvoeren. Geef de antwoorden en leg eventuele stappen uit.
Voorbeeldberekening 1
Stel dat de dichtheid van de vloeistof 1000 kg/m³ is en de hoogte van de vloeistofkolom 2 meter is. Bereken de hydrostatische druk.
Fopw=ρVVverplg

Slide 7 - Slide

Laat de studenten de formule toepassen en de berekening uitvoeren. Geef de antwoorden en leg eventuele stappen uit.
Wat is de hydrostatische druk?
A
2000 N/m²
B
2000 Pa
C
1000 Pa
D
3000 N/m²

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eenheid van hydrostatische druk?
A
Newton (N)
B
Pascal (Pa)
C
Joule (J)
D
Watt (W)

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de formule voor hydrostatische druk?
A
p = mv
B
p = ρgh
C
p = F/A
D
p = KE

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeeldberekening 2
Stel dat de dichtheid van de vloeistof 800 kg/m³ is en de hoogte van de vloeistofkolom 3 meter is. Bereken de hydrostatische druk.

Slide 11 - Slide

Laat de studenten de formule toepassen en de berekening uitvoeren. Geef de antwoorden en leg eventuele stappen uit.
Oefenvraag 1
Een vloeistof heeft een dichtheid van 1200 kg/m³ en de hoogte van de vloeistofkolom is 5 meter. Bereken de hydrostatische druk.

Slide 12 - Slide

Laat de studenten individueel of in groepen de oefenvraag beantwoorden. Bespreek vervolgens de juiste antwoorden en leg eventuele stappen uit.
Oefenvraag 2
Een vloeistof heeft een dichtheid van 900 kg/m³ en de hoogte van de vloeistofkolom is 4 meter. Bereken de hydrostatische druk.

Slide 13 - Slide

Laat de studenten individueel of in groepen de oefenvraag beantwoorden. Bespreek vervolgens de juiste antwoorden en leg eventuele stappen uit.
Toepassingen van de hydrostatische druk
De hydrostatische druk heeft veel toepassingen in het dagelijks leven, zoals in hydraulische systemen en duikervaringen.

Slide 14 - Slide

Beschrijf enkele praktische toepassingen van de hydrostatische druk om de relevantie van het onderwerp te benadrukken.
Samenvatting
De hydrostatische paradox stelt dat de grootte en vorm van een vat geen invloed hebben op de druk op een bepaald punt binnen het vat. De formule voor hydrostatische druk is p = ρgh.

Slide 15 - Slide

Vat de belangrijkste concepten en formules samen om de studenten te helpen de les te onthouden.
Einde
Zijn er nog vragen?

Slide 16 - Slide

Geef de studenten de gelegenheid om vragen te stellen en de les af te sluiten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.