KM1 Chapter 4 grammar (pt1)

1 / 40
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat moet je leren voor de toets van volgende week donderdag? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Gebiedende wijs
B
The, a & an
C
Present continuous
D
Woorden hoofdstuk 4

Slide 5 - Quiz

Hoeveel vertrouwen heb jij in: het gebruiken van gebiedende wijs in het Engels?
0100

Slide 6 - Poll

Hoeveel vertrouwen heb jij in het goed kunnen gebruiken van: The, a & an?
0100

Slide 7 - Poll

Hoeveel vertrouwen heb jij in: Luistervaardigheid?
0100

Slide 8 - Poll

Hoeveel vertrouwen heb jij in: een huis beschrijven in het Engels
0100

Slide 9 - Poll

Hoeveel vertrouwen heb je in: de weg wijzen in het Engels?
0100

Slide 10 - Poll

Hoeveel vertrouwen heb je in: praten over wat iemand aan het doen is in het Engels?
0100

Slide 11 - Poll

Wat weet je nog van de schrijftips van voor de vakantie?

Slide 12 - Mind map

Stones
In de volgende slides staat een Nederlandse zin. Vertaal deze zin naar het Engels.

Slide 13 - Slide

'Vertel me eens over je huis'

Slide 14 - Open question

'Je gaat de verkeerde kant op.'

Slide 15 - Open question

'Pardon, hoe kom ik bij de bioscoop?'

Slide 16 - Open question

'Sla linksaf bij de verkeerslichten.'

Slide 17 - Open question

'Is Stijn de afwas aan het doen?'

Slide 18 - Open question

'Zijn zij aan het koken?'

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

The, a, an
De volgende opdrachten gaan over the, a, an

Slide 21 - Slide

This is ______ hard question.
A
a
B
an

Slide 22 - Quiz

This is ______ easy question.
A
a
B
an

Slide 23 - Quiz

Can you pass me ______ apple?
A
a
B
an

Slide 24 - Quiz

I think it's ______ funny movie.
A
a
B
an
C
the

Slide 25 - Quiz

I will get back to you in _____ hour.
A
a
B
an
C
the

Slide 26 - Quiz

Can you pass me _____ salad? It's right next to you.
A
a
B
an
C
the

Slide 27 - Quiz

___ pound is worth more than ___ euro.
A
An, a
B
A, an
C
A, a
D
An, an

Slide 28 - Quiz

Yale is ____ university with ____ big campus.
A
a, a
B
an, an
C
a, an
D
an, a

Slide 29 - Quiz

Think of as many words that can
come after "a"

Slide 30 - Mind map

Think of as many words that can
come after "an"

Slide 31 - Mind map

Slide 32 - Slide

Gebiedendewijs
De volgende vragen gaan over het maken van de gebiedende wijs. 

Slide 33 - Slide


Schiet op!
A
You have to hurry up!
B
Hurry up!

Slide 34 - Quiz


Wees op tijd!


A
You must be on time!
B
You have to be on time!
C
Be on time!

Slide 35 - Quiz


not / panic

Slide 36 - Open question


clean / your room.

Slide 37 - Open question


_______ (not/ eat) all the cookies.

Slide 38 - Open question

News Round

Slide 39 - Slide

Blooket!

Slide 40 - Slide