voornaamwoorden en vraagwoorden

• NT2
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Wat gaan we vandaag doen:

 

- Wie is onze "mystery gast"? 

- Het huiswerk nakijken

- De cijfers oefenen

- Het bezittelijk voornaamwoord

- Vraagwoorden

- Spreekoefening: "Wat is Halloween?"

De cijfers oefenen

Welk getal hoor je?
Schrijf het in letters op.

Welk getal hoor je?
Schrijf het in letters op.

Welk getal hoor je?
Schrijf het in letters op.

Welk getal hoor je?
Schrijf het in letters op.

Welk getal hoor je?
Schrijf het in letters op.

Welk getal hoor je?
Schrijf het in letters op.

Welk getal hoor je?
Schrijf het in letters op.

Welk getal hoor je?
Schrijf het in letters op.

Voornaamwoorden

Ik geef ........... pen aan Tanja.

1. jou
2. ons
3. mijn
4. mij

Van wie is die mooie auto? Dat is .................. auto.

1. hun
2. zij
3. jij
4. hen

Jij hebt een hond. Het is ................. hond.

1. jou
2. jij
3. je
4. jouw

Ze poes heeft een wond aan haar poot. Ze heeft ............... wond schoongelikt.

1. zijn
2. jouw
3. haar
4. ons

De bal is van jullie. Het is .................... bal.

1. ons
2. jullie
3. hen
4. zij

Wij hebben een oude tafel. Het is ................. tafel.

1. wij
2. ons
3. onze
4. hen

Johan heeft een nieuwe jas. Het is zijn ................... jas.

1. jou
2. zijn
3. hem
4. mij

Heeft u ..................... paspoort gepakt?

1. uw
2. jullie
3. wij
4. onze

Carola en Ben hebben een baby gekregen. Het is ..................... baby.

1. zijn
2. haar
3. hen
4. hun

Vraagwoorden

Wat?          = What?

Wie?           = Who?

Waar?        = Where?

Hoe?           = How?

Wanneer? = When?

Welke?       = Which?

Tekst

Halloween