This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Programma
Leerdoelen
Herhaling
Nieuwe stof (15 min)
Zwaartepunt experiment 1
Meer nieuwe stof
Opgaven maken (20 min)
Zwaartepunt experiment 2
Huiswerk afmaken
Slide 2 - Slide
Je weet hoe je de plaats van het zwaartepunt kan bepalen
Je kan het verschil tussen stabiliteit en evenwicht uitleggen
Je kan uitleggen wat je moet doen om iets meer stabiel te maken
Slide 3 - Slide
Hoe is dit mogelijk?
Slide 4 - Slide
Hoe is dit mogelijk?
Kan jij uitleggen waarom de vogel op je vinger blijft balanceren?
Slide 5 - Open question
Hoe is dit mogelijk?
Slide 6 - Slide
Hoe is dit mogelijk?
Kan je uitleggen waarom
deze constructie niet op de grond valt?
Slide 7 - Open question
Zwaartepunt
Elk voorwerp heeft een massa zwaartepunt.
Als het aangrijpingspunt van een kracht precies in het zwaartepunt ligt zal het voorwerp een rechtlijnige versnelling uitvoeren zonder dat het om zijn as gaat draaien.
Slide 8 - Slide
Stabiliteit
Een voorwerp kan in evenwicht zijn,
zelfs als het heel onstabiel is.
Alleen wanneer alle krachten en momenten elkaar opheffen kan er sprake zijn van evenwicht.
De stabiliteit van een voorwerp, hangt af van hoe makkelijk het is voor het zwaartepunt om buiten het steunvlak kan vallen.
Hoe hoger het zwaartepunt ligt en hoe smaller het steunvlak is, des te onstabieler een voorwerp is.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Sleep je keuze naar het juiste rode vakje
ERG STABIEL
er tussen in
ERG ONSTABIEL
A
B
C
Slide 11 - Drag question
Sleep je keuze naar het juiste rode vakje
EVENWICHT
GEEN EVENWICHT
A
B
C
Slide 12 - Drag question
Laag
zwaartepunt
Slide 13 - Slide
Hoog zwaartepunt
Slide 14 - Slide
smal
steunvlak
breed
steunvlak
Slide 15 - Slide
Leg eens uit
Wat heb je nodig voor een stabiel evenwicht?
Slide 16 - Open question
Evenwicht 1
Wanneer alle krachten elkaar opheffen.
De resulterende kracht is dan = 0 N
Het voorwerp is dan in rust.
Het blijft op zijn plek of beweegt met constante snelheid.
Het zal geen versnelling, richtingsverandering
of vorm verandering vertonen.
Slide 17 - Slide
Evenwicht 2
In beide situaties is er sprake van evenwicht
Zoals je kan zien heffen alle krachten elkaar op,
aangezien de beide jongens even zwaar wegen
en op dezelfde afstand van het midden zitten.
Slide 18 - Slide
Evenwicht 3
Er zijn situaties mogelijk waarin er geen sprake is van
evenwicht, ondanks dat alle krachten elkaar opheffen.
Om evenwicht te hebbe, moeten niet alleen alle krachten
elkaar opheffen maar ook alle links en rechtsomdraaiende
effecten (momenten) moeten precies aan elkaar gelijk zijn.
Evenwicht
Alleen als:
alle krachten elkaar opheffen.
de resulterende kracht is dan 0 N
en
alle momenten ( de linksomdraaiende en rechtsomdraaiende effecten) moeten elkaar opheffen.
het resulterende moment = 0 Nm
Slide 19 - Slide
Evenwicht
De resulterende kracht is nul
Het resulterende moment is nul
Onthoudt
Stabiliteit is niet hetzelfde als evenwicht
Laag zwaartepunt
Groot steunvlak
Grote massa
Stabiliteit
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Welk voorwerp is het stabielste?
A
A
B
B
Slide 22 - Quiz
Drie blikjes cola De eerste is helemaal vol. De tweede is voor de helft leeg. De derde is helemaal leeg. Welk blikje is het meest stabiel?
Slide 23 - Open question
Een voorwerp valt omver
Kan jij enkele oorzaken noemen?
Slide 24 - Open question
Kan jij uitleggen waarom de Fosbury Flop het mogelijk maakt om hoger te springen dan ooit daarvoor?