This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welke kenmerken hebben ontwikkelingslanden?
Slide 1 - Open question
De ruilvoet van een land is slecht. Dat betekent
A
Export is goedkoop,
Import is goedkoop
B
Export is duur
Import is duur
C
Export is goedkoop
Import is duur
D
Export is duur
Import is goedkoop
Slide 2 - Quiz
Wat kan een arm land doen om de prijs van een product te laten stijgen?
A
buffervoorraden aanleggen
B
buffervoorraden vergroten
C
buffervoorraden verkleinen
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Video
Vicieuze cirkel van een ontwikkelingsland
Slide 5 - Slide
noodhulp
Slide 6 - Mind map
structurele hulp
Slide 7 - Mind map
Wat doet Fairtrade?
Slide 8 - Slide
Waarom kan Nederland ook voordeel hebben wanneer het arme landen geld geeft?
Slide 9 - Open question
Fairtrade zorgt ervoor dat
A
arme boeren een minimumprijs krijgen
B
arme boeren een maximumprijs krijgen
Slide 10 - Quiz
minimumprijs fairtrade
Hoeveel bedraagt
de minimumprijs?
Slide 11 - Slide
Invloed van wisselkoersen
De wisselkoersen van vreemde valuta hebben invloed op de internationale handel. Vooral de dollarkoers is belangrijk. Veel goederen worden in Amerikaanse dollars afgerekend.