WAW periode 3- Hoofdstuk 3 Observeren 2B

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

WAW week 2B Observeren

Wat heb je...op stage..

Doelen:

• Je weet op welke manier je een observatie kan rapporteren

• Je kan mondeling rapporteren

• Je kan een schriftelijke rapportage maken

• Je kan bij het rapporteren de begrippen objectief en subjectief herkennen

Hoofd- en bijzaken

Bij het rapporteren van je observatie moet je hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden.

Opdracht hoofd-bijzaken: 

Onderzoek de observatie van Jan. Maak een onderscheiding tussen de hoofd- en bijzaken

Opdracht hoofd- bijzaken: 

Bekijk nu nogmaals in 2-tallen de observatie van Jan.

Waarom denken jullie dat er voor deze onderscheiding is gekozen tussen de hoofd- en bijzaken?

spel moordenaartje

Rapporteren

1.Bij het rapporteren van je observaties leg je je verzamelende gegevens vast in een observatieverslag. 

2.Zo letterlijk en objectief mogelijk worden deze gegevens verzameld in het observatieverslag

3.Bij de uitwerking van de conclusies geef je pas je interpretatie m.b.t. de observatie

4. Het doel van de observatie is uiteindelijk is informatie uitwisseling met instanties en andere betrokkenen

observatieverslag

1. persoonlijke gegevens (AVG is hierbij erg belangrijk)

2. achtergrondinformatie

3. aanleiding en doel

4.de objectieve en letterlijke observatie gegevens

5. interpretatie van de observatiegegevens (analyse)

6.conclusie

7. aanbeveling/ advies

Opdracht

Deel 1:

In 2-tallen bedenk je een verhaal, levensgebeurtenis of ervaring.

student A: schrijf dit verhaal objectief en denk vooral aan hoofdzaken

Student B: Schrijf dit verhaal subjectief en denk vooral in bijzaken

Opdracht

deel 2:

Je gaat samen de verhalen naast elkaar leggen en zoek 3 overeenkomsten en 3 verschillen in jullie verhalen.

Tot slot schrijven jullie samen een conclusie over waarom het zo belangrijk is om objectief en hoofdzakelijk te schrijven. 

(max 10 zinnen)

Filmpje: Zien in de klas

In deze film wordt gestart met de tekst 

"observatie wordt vaak gedaan door leerkrachten en intern begeleiders."

Welke rollen zou jij hierin kunnen nemen als onderwijsassistent?

Volgende week

* Bespreken stageopdracht observatie

* hechting hoofdstuk 5