Vlekkeloos Nederlands taak 3, aanwijzende voornaamwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Vlekkeloos Nederlands taak 3, aanwijzende voornaamwoorden

Aanwijzend voornaamwoord

• weet je wat een aanwijzend voornaamwoord is?
  

• ken je voorbeelden van een aanwijzend voornaamwoord?
• weet je wanneer je een aanwijzend voornaamwoord moet gebruiken?

Aanwijzend voornaamwoord

Een aanwijzend voornaamwoord wijst iets of iemand aan. 

De aanwijzende voornaamwoorden zijn: deze, dit, die en dat

Voorbeeld:

Kijk, zie je dat broodje? 

Afkorting aanwijzend voornaamwoord = av

aanwijzend voornaamwoorden

de-woorden mannelijk: deze, die

de-woorden vrouwelijk: deze, die

het-woorden onzijdig: dit, dat

Meervoudige zelfstandige naamwoorden: deze, die

Wat zijn de aanwijzend voornaamwoorden

1. Deze, die, wat, welke
2. Deze, die, dat, dit
3. Wat, hoe, waarom, wie
4. Dat, de, een, het

Deze, die, dat en dit zijn aanwijzende voornaamwoorden.

1. Waar
2. Niet waar

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
.... roddel

1. Deze
2. Dit

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
.... afspraak

1. Die
2. Dat

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord.
.... gesprek

1. Die
2. Dat

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord:

Wie kan ... probleem oplossen?

1. dit
2. deze

Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord:

Ik pas ... broek niet meer.

1. dat
2. die

weektaak

Vlekkeloos Nederland

taak 2, blz 57 en 58 ( herhaling betrekkelijk voornaamwoord)

taak 3, blz 59 en 60 aanwijzende voornaamwoorden