This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
4K+4B hefbomen 2025-2026
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
De takel draagt een last van 1200 N. Hoe groot is de trekkracht Fh bij de getekende takel?
A
400 N
B
600 N
C
1200 N
D
2400 N
Slide 3 - Quiz
Met een vaste katrol....
A
verander je alleen de richting van de kracht
B
wordt het gewicht van de last kleiner
C
wordt het gewicht van de last groter
D
verandert er niets
Slide 4 - Quiz
Als de losse katrol 1 m omhoog gaat, wat is de lengte van het binnengehaald touw?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 5 - Quiz
Een verhuizer gebruikt een vaste katrol om een last van 800 N omhoog te hijsen over een afstand van 6 m. Wat is het voordeel van zo'n vast katrol?
A
Dan hoeft hij maar met 400 N aan het touw te trekken.
B
Dan hoeft hij minder arbeid te verrichten
C
Het is gemakkelijker om het touw naar beneden te trekken dan de kist omhoog.
D
Hij hoeft dan maar 3m touw in te halen.
Slide 6 - Quiz
De takel draagt een last van 83 kg. Bereken de kracht die je op het touw moet uitoefenen om de last te dragen. Laat de berekening zien.
Slide 7 - Open question
Werkkracht
lastkracht
Draaipunt
Slide 8 - Drag question
Werkkracht
lastkracht
Draaipunt
Slide 9 - Drag question
Bereken de krachtvergroting
Slide 10 - Open question
Veel werktuigen zijn hefbomen.
Wat speelt bij een hefboom een belangrijke rol?
A
Afstand tot het draaipunt
B
Grootte van beide krachten
C
De grootte van het draaipunt
D
Zowel de grootte van de krachten als de afstand tot het draaipunt
Slide 11 - Quiz
Op welke plaats is de vaste katrol.
A
Bij plaats A
B
Bij plaats B
C
Bij plaats C
D
Op het plaatje is geen vaste katrol!
Slide 12 - Quiz
Wat is een katrol en wat een hefboom?
Hefboom
Katrol
Slide 13 - Drag question
Je hebt een takel met 2 vaste en 1 losse katrol. De last die je moet ophijsen is 100 Newton. Hoeveel meter touw moet je binnenhalen om de last 5 meter op te takelen??
A
10 meter
B
5 meter
C
2.5 meter
D
15 Meter
Slide 14 - Quiz
Je ziet maar de helft van een takel met 6 katrollen er lopen 12 kabels omhoog. Stel de lastkracht is 1200kN. Wat is de werkkracht?
A
100 kN
B
200 kN
Slide 15 - Quiz
Wat is de formule voor druk in woorden?
A
Druk =
kracht/ oppervlakte
B
Druk =
oppervlakte / kracht
C
Druk =
kracht x oppervlakte
D
Druk =
oppervlakte x kracht
Slide 16 - Quiz
Het snijvlak van een mes heeft een oppervlakte van 0,5 cm2. De kracht op het mes is 9 N. Bereken de druk onder het snijvlak
Slide 17 - Open question
Een mes heeft een oppervlakte van 0,05 cm2. Er wordt een kracht van 150 N op uitgeoefend. Bereken de druk.
Slide 18 - Open question
als de Fakir gaat zitten wordt de oppervlakte kleiner. Wat wordt groter?
A
de kracht
B
de druk
C
de kracht en de druk
Slide 19 - Quiz
Een mobiele kraan heeft 18 wielen.
Over deze kraan staan twee zinnen.
Sleep het juiste woord in de zin!
Er worden 18 wielen gebruikt om
van de kraan op de ondergrond groot te maken.
Veel wielen maken
van de kraan op de ondergrond klein.
de druk
het oppervlak
Slide 20 - Drag question
Hiernaast zie je een takel.
Sleep de juiste namen naar de katrollen.
losse katrol
vaste katrol
Slide 21 - Drag question
Welke tang vergroot de kracht meer leg uit waarom.