klas 2GA Voegwoorden

boek lezen 
timer
15:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

boek lezen 
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Voegwoorden
  • Voegwoorden zijn een soort cement.
  • Je kunt met voegwoorden zinnen aan elkaar plakken.

Slide 2 - Slide


Voegwoorden

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Leerdoelen : 
- Je kent het verschil tussen een nevenschikkend voegwoord en
   een onderschikkend voegwoord.
- Je herkent hoofdzinnen en bijzinnen.
- Je (her)kent verschillende soorten bijzinnen.
- Je weet het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde
   zinnen.

Slide 4 - Slide

Voegwoord; nevenschikkend en onderschikkend
Voegwoorden verbinden woorden, woordgroepen en zinnen met elkaar.
Twee soorten:

Nevenschikkend (ns)
Onderschikkend (os)

Slide 5 - Slide

Nevenschikkend voegwoord
Voorbeelden van ns voegwoorden: dus, en, maar, of, want

ns voegwoorden verbinden:
1- twee hoofdzinnen (Ik ging naar de bakker en ik kocht een brood)
2- twee bijzinnen van hetzelfde niveau (Ik zorg ervoor dat ik gezond eet en dat ik voldoende lichaamsbeweging heb)
3- twee woorden of woordgroepen (groot of klein ) (de grote man en het kleine kind)

Slide 6 - Slide

Onderschikkend voegwoord
Voorbeelden van onderschikkende voegwoorden: dat, toen, aangezien, als, doordat, hoewel, mits, nadat, voordat, of, ofschoon, omdat, opdat, tenzij, zodat, zodra.
os voegwoorden verbinden:
1- een hoofdzin en een bijzin
2- een bijzin met een bijzin van een lager niveau (= bijzin van bijzin)
Wat jij dacht wat ik deed, dat was niet helemaal terecht
{(bz <bz) hz}  < = bijzin van lager niveau

Slide 7 - Slide

Wat is geen onderschikkend voegwoord?
A
als
B
dat
C
want
D
omdat

Slide 8 - Quiz

Terwijl de brand woedde, lag de man rustig te slapen
In deze zin is "terwijl" een:
A
onderschikkend voegwoord
B
nevenschikkend voegwoord

Slide 9 - Quiz

Ik weet niet of ik voldoende brood in huis heb
In deze zin is "of " een:
A
onderschikkend voegwoord
B
nevenschikkend voegwoord

Slide 10 - Quiz

Gaan we dit jaar naar Italië of naar Spanje?
In deze zin is "of " een:
A
onderschikkend voegwoord
B
nevenschikkend voegwoord

Slide 11 - Quiz

Andere voegwoorden
Niet elke bijzin begint met een onderschikkend voegwoord.
Een bijzin kan ook beginnen met:
vr. vnw.  (vragend voornaamwoord)

Wil je me vertellen wat je nog moet doen?

Slide 12 - Slide

Andere voegwoorden
Niet elke bijzin begint met een onderschikkend voegwoord.
Een bijzin kan ook beginnen met:

bw  (bijwoord)
Ik weet niet, hoe het zo ver heeft kunnen komen.

Slide 13 - Slide

Andere voegwoorden
Niet elke bijzin begint met een onderschikkend voegwoord.
Een bijzin kan ook beginnen met:

vz (voorzetsel)
Ik weet echt niet aan wie ik dit kan vragen.

Slide 14 - Slide

Andere voegwoorden
Niet elke bijzin begint met een onderschikkend voegwoord.
Een bijzin kan ook beginnen met:

tw (telwoord)
Kun je me vertellen hoeveel gasten je hebt uitgenodigd?

Slide 15 - Slide

Aan de slag !
Maak Grammatica Blok 4
Opdracht 1, 2, 3 en 4
Blz. 186 t/m 188

Slide 16 - Slide