LES 5: Vloeistoffen, gassen, mengsels … stof(fen) tot nadenken
Welk woord beschrijft geen
Aggregatietoestand?
A
Vast
B
Gas
C
Vloeibaar
D
Zichtbaar
1 / 20
Items in this lesson
Welk woord beschrijft geen
Aggregatietoestand?
A
Vast
B
Gas
C
Vloeibaar
D
Zichtbaar
Slide 1 - Quiz
Als deze stof koud genoeg wordt, gaat ze over in een vaste fase.
A
kwik
B
helium
C
ijzer
D
water
Slide 2 - Quiz
Als deze stof condenseert, wordt ze vloeibaar zoals druppels op de ramen.
A
Water
B
Zonnebloemolie
Slide 3 - Quiz
Leg in eigen woorden uit wat condensatie betekent.
Slide 4 - Open question
Ze verplaatsen zich altijd naar het hoogste punt
A
gassen
B
vloeistoffen
C
lichte stoffen
D
vaste stoffen
Slide 5 - Quiz
Sommige stoffen kunnen van de ene fase naar een andere fase overgaan, bv. onder invloed van temperatuur.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
Sommige stoffen kunnen van de ene fase naar een andere fase overgaan, bijvoorbeeld door kracht.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
Sommige stoffen kunnen van de ene fase naar een andere fase overgaan, bv. onder invloed van druk.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
Zet de stof (plaatje) bij de juiste aggregatietoestand
Gasvormig
Vaste stof
Vloeistof
Slide 9 - Drag question
Een ander woord voor bestanddelen is ingrediënten.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Sleep de woorden die passen bij de stof
Zuivere stof
mengsel
homogene mengsel
heterogene mengsel
Slide 11 - Drag question
Sleep de woorden die passen bij de stof
Zuivere stof
mengsel
homogene mengsel
heterogene mengsel
Slide 12 - Drag question
Sleep de woorden die passen bij de stof
Zuivere stof
mengsel
homogene mengsel
heterogene mengsel
Slide 13 - Drag question
Sleep de woorden die passen bij de stof
Zuivere stof
mengsel
homogene mengsel
heterogene mengsel
Slide 14 - Drag question
Sleep de woorden die passen bij de stof
Zuivere stof
mengsel
homogene mengsel
heterogene mengsel
Slide 15 - Drag question
Sleep de woorden die passen bij de stof
Zuivere stof
mengsel
homogene mengsel
heterogene mengsel
Slide 16 - Drag question
Heb je de lesstof begrepen?
Ja
Nee
Een beetje
Slide 17 - Poll
Schrijf twee dingen op die je hebt onthouden.
Slide 18 - Mind map
Als deze stof koud genoeg wordt, gaat ze over in een vaste fase. Dit noem je bevriezen.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Stoffen kunnen in verschillende toestanden voorkomen: ..., ... of ... .
A
heet, koud of lauw
B
meetbaar, vloeibaar of grijpbaar.
C
vast, vloeibaar of gasvormig
D
geen van de drie
