1.2 Onderwerp Nederlands

Terugblik: feit, mening, argument
Utrecht is de hoofdstad van Nederland.
Utrecht is de mooiste stad van Nederland.

Feit of mening?
Nederlands
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Terugblik: feit, mening, argument
Utrecht is de hoofdstad van Nederland.
Utrecht is de mooiste stad van Nederland.

Feit of mening?
Nederlands

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Nakijken huiswerk

- Nieuw leerdoel bespreken

- Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Je moest maken opdracht 5 en 6 van blz. 13 en 14.

Dit gaan we bespreken.

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Vandaag leer je wat het onderwerp is van een tekst en hoe je het onderwerp kunt vinden.

Slide 4 - Slide

LEZEN

het onderwerp van een tekst



Als je het onderwerp van een tekst weet, weet je waar de tekst over gaat. 
Het onderwerp is één of een paar woorden.

Slide 5 - Slide

LEZEN

het onderwerp vinden (1)


Bekijk de afbeeldingen.

De afbeelding heeft iets met de tekst te maken.


Slide 6 - Slide

LEZEN

het onderwerp vinden (2)


Bekijk de titel.
De titel zijn de woorden die boven de tekst staan.
Door de titel weet je vaak al iets over het onderwerp.


Amsterdamse jeugd ontdekt zeilsport
Hoe verzorg je een konijn?
Broergeheim

Slide 7 - Slide

LEZEN

het onderwerp vinden (3)


Lees de eerste zinnen.
Daarin staat meestal waar de tekst over gaat.



Slide 8 - Slide

LEZEN

het onderwerp vinden (4)


Kijk ook waar de tekst uit komt. Uit een krant, een tijdschrift, de tv-gids? 
Dat noem je de bron van de tekst. De bron zegt vaak iets over het onderwerp. 

In het tijdschrift Goal! gaat het over voetbal en in je biologieboek staat bijvoorbeeld uitleg over het menselijk lichaam.

Slide 9 - Slide

Bekijk de tekst

Slide 10 - Slide

Wat is de titel
van de tekst?

Slide 11 - Open question

Wat zie je op
de afbeelding?

Slide 12 - Open question

Onderwerp kijk- of luisterfragment
* Lees de titel van het programma of het fimpje
* luister goed naar de eerste zinnen van het programma of filmpje
* Let op woorden die vaker gebruikt worden.
* Geef antwoord op de vraag: waar gaat het over?

Slide 13 - Slide

Samen oefenen
Pak blz. 16 voor je. We gaan samen opdracht 1 maken.

Slide 14 - Slide

Vragen?

Slide 15 - Slide

Noteer het huiswerk
Maken opdracht 2 t/m 6
blz. 17 t/m 20

Slide 16 - Slide