Identiteitsvorming

Identiteitsvorming
Proces van identiteitsvorming komt in stroomversnelling tijdens de adolescentie. 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Sociale wetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Identiteitsvorming
Proces van identiteitsvorming komt in stroomversnelling tijdens de adolescentie. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is volgens jullie het verschil tussen de puberteit en de adolescentie?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Identiteitscrisis: wat? 
Jongeren komen in een identiteitscrisis en stellen zichzelf in vraag. 
Ben ik wel goed genoeg? Wat vindt een ander van mij? 
Welke indruk wil ik maken? Hoe kom ik over? 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Met welke vraag over je eigen identeit heb jij geworsteld?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Identiteitscrisis: Conflict
  • Je treedt als adolescent vaak in conflict met je ouders & familie.
  • Je bent ook in staat om abstracter te denken en daardoor je eigen waarden te ontwikkelen. 
  • Je ideeën worden versterkt door je leeftijdsgenoten waarmee je meer tijd doorbrengt. 
  • Je komt in aanraking met vele andere opvattingen en daarom moet je ook keuzes maken. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan welke gedragsregels thuis
heb jij een hekel?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Besluit:
Door gedragsregels, normen & waarden van je opvoeders en anderen in vraag te stellen, krijg je als adolescent een steeds duidelijker beeld van wat je zelf belangrijk vindt in je leven en wat voor iemand je wil zien. Op die manier bouw je aan je identiteit. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

4.1. Peer groups
= groep van gelijkgezinde leeftijdsgenoten 
Voordeel: kan je gevoel van eigenwaarde versterken. 'Je hoort ergens bij'. 
Nadeel: druk om iets mee te doen wat misschien niet helemaal bij jou past. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Peer pressure
bewuste of onbewuste druk die wordt uitgeoefend vanuit de peer group op een persoon. 

'WIJ'- gevoel is vaak belangrijker dan wat je zelf zou doen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke experiment zou je kunnen doen om te testen of mensen peer pressure ervaren?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Mocht peer pressure niet bestaan, zouden er dan evenveel rokers zijn?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Weerbaarheid
het voor jezelf kunnen opkomen, het vermogen om jezelf te verdedigen. 
Het hangt samen met het bewaren van integriteit, het aangeven van de eigen grenzen,… Maar het gaat niet alleen over zichzelf verdedigen, het heeft te maken met de balans tussen een gebrek aan weerbaarheid en het agressief opkomen voor jezelf. 
Bij het begrip weerbaarheid worden ook verschillende vormen onderscheiden: fysieke weerbaarheid, emotionele weerbaarheid, sociale weerbaarheid en mentale weerbaarheid.
Ook kritisch denken is een belangrijke vorm van weerbaarheid die ook bij jongeren gestimuleerd kan worden om zich bijvoorbeeld te wapenen tegen irrationele denkbeelden.





Slide 15 - Slide

Thomas, Pesten onder de loep, weerbaarheid en veerkracht (toegang 10.11.2020).
Welke positieve invloeden kan een peer group hebben?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Welke negatieve invloed kan een peer group hebben?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wie zijn jouw idolen?
Waarom?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

4.3. Idolen 
  • Positieve rolmodellen: je identificeert jezelf met je idolen en wil hun gedragingen, uiterlijke kenmerken of levenswijzen imiteren.
  • Let ook op voor de gevaren: idool zijn is hun job!  

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Experimenteergedrag
  • aftasten van grenzen
  • experimenteren met verschillende rollen, gedragingen
  • uiterlijk
  • relaties en seksualiteit
  • genotsmiddelen zoals alcohol & drugs  
  • soms van tijdelijke aard maar soms leidt dit ook tot verslaving

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Identiteit
= Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid
van zijn perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist ook niet deel van uitmaakt.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aspecten van identiteit
  1. Persoonlijke identiteit 
  2. Sociale identiteit (groepsidentificatie) 
  3. Collectieve identiteit (groepsidentiteit)
    Interne collectieve identiteit is het gezamenlijke zelfbeeld en wij-gevoel van meerdere mensen 
    Externe collectieve identiteit: het beeld dat de samenleving heeft van een groep 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke identiteit
= het beeld dat iemand van zichzelf heeft, zijn zelfbeeld. Mensen willen graag een positief zelfbeeld hebben en proberen dat ook uit te dragen naar anderen. Bij het opgroeien en ouder worden spelen die ‘belangrijke anderen’ ook een grote rol in de ontwikkeling van iemands zelfbeeld. Een individu ziet zichzelf ook vaak door de ogen van die belangrijke anderen en zo bepalen familie en vrienden in hoge mate hoe iemand naar zichzelf kijkt.
Hoe iemand het beeld uitdraagt bepaalt weer hoe anderen over je denken. Als je bijvoorbeeld
respect voor ouderen belangrijk vindt, kun je dit in je gedrag laten merken door in een volle bus op te staan voor een ouder iemand. Je draagt het dus uit, anderen kunnen het waarnemen.
Naast ouders en vrienden zijn ook andere groepen belangrijk voor iemands identiteit. Mensen
horen bij groepen, dat hoort bij onze sociale identiteit. Sociale identiteit is het deel van iemands
zelfbeeld dat past bij de groepen waarvan hij deel uitmaakt. Dat wordt ook wel groepsidentificatie
genoemd; iemand vindt dat hij bij een bepaalde groep hoort. De meeste mensen vinden het prettig
om bij een groep te horen.
De sociale identiteit kan de persoonlijke identiteit versterken. Door te laten zien dat je onderdeel
bent van een groep kunnen mensen hun sociale identiteit uitdragen. Dat doe je bijvoorbeeld door
een trainingsbroek te dragen met het logo van je favoriete sportclub, een religieus symbool of een
gekleurd armbandje. En op deze manier kunnen anderen iemand met deze symbolen weer sociaal
plaatsen. In moderne samenlevingen is het accent steeds meer verschoven van sociale naar
persoonlijke identiteit. Ieder individu moet zijn eigen individuele wil, voorkeur en persoonlijkheid
ontdekken en ontwikkelen. Ook sociale identiteiten moeten zo persoonlijk en authentiek mogelijk
vorm krijgen.
Er zijn twee soorten collectieve identiteit, ook wel groepsidentiteit genoemd. Interne collectieve
identiteit is het gezamenlijke zelfbeeld en wij-gevoel van meerdere mensen samen die zich
beschouwen als een groep of gemeenschap. Dit is gebaseerd op een gevoel van sympathie (we
zeggen later: op affectieve bindingen) met een groter geheel. Interne collectieve identiteit uit zich
in saamhorigheidsgevoel of solidariteit. Het wij-gevoel kan overigens leiden tot een wij-zijdenken
waarmee de eigen groep afgebakend wordt van andere groepen. Bijvoorbeeld door te stellen dat
‘wij’ slimmer zijn en betere muziek luisteren dan ‘zij’.
Bij externe collectieve identiteit gaat het om het beeld dat de samenleving heeft van een groep
en wel het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vinden. Mensen hebben verwachtingen
van het gedrag van anderen met een bepaalde identiteit. Van jou als leerling wordt verwacht
dat jij je best doet om over te gaan en van de docent wordt verwacht dat hij zo goed mogelijk
lesgeeft. Van hooligans bestaat het beeld dat het vandalen zijn die vernielingen aanrichten bij
voetbalwedstrijden en bij fitgirls denken mensen aan slanke, gespierde vrouwen. Ook van landen
bestaan beelden en verwachtingen. Het beeld van de Verenigde Arabische Emiraten is totaal
anders dan dat van Zwitserland. De verwachtingen zijn ook anders

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Sociale identiteit
= het deel van iemands zelfbeeld dat past bij de groepen waarvan hij deel uitmaakt. Dat wordt ook wel groepsidentificatie genoemd; iemand vindt dat hij bij een bepaalde groep hoort. De meeste mensen vinden het prettig om bij een groep te horen.

De sociale identiteit kan de persoonlijke identiteit versterken. Door te laten zien dat je onderdeel bent van een groep kunnen mensen hun sociale identiteit uitdragen. Dat doe je bijvoorbeeld door een trainingsbroek te dragen met het logo van je favoriete sportclub, een religieus symbool of een gekleurd armbandje. En op deze manier kunnen anderen iemand met deze symbolen weer sociaal plaatsen. 
Er zijn twee soorten collectieve identiteit, ook wel groepsidentiteit genoemd. Interne collectieve
identiteit is het gezamenlijke zelfbeeld en wij-gevoel van meerdere mensen samen die zich
beschouwen als een groep of gemeenschap. Dit is gebaseerd op een gevoel van sympathie (we
zeggen later: op affectieve bindingen) met een groter geheel. Interne collectieve identiteit uit zich
in saamhorigheidsgevoel of solidariteit. Het wij-gevoel kan overigens leiden tot een wij-zijdenken
waarmee de eigen groep afgebakend wordt van andere groepen. Bijvoorbeeld door te stellen dat
‘wij’ slimmer zijn en betere muziek luisteren dan ‘zij’.
Bij externe collectieve identiteit gaat het om het beeld dat de samenleving heeft van een groep
en wel het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vinden. Mensen hebben verwachtingen
van het gedrag van anderen met een bepaalde identiteit. Van jou als leerling wordt verwacht
dat jij je best doet om over te gaan en van de docent wordt verwacht dat hij zo goed mogelijk
lesgeeft. Van hooligans bestaat het beeld dat het vandalen zijn die vernielingen aanrichten bij
voetbalwedstrijden en bij fitgirls denken mensen aan slanke, gespierde vrouwen. Ook van landen
bestaan beelden en verwachtingen. Het beeld van de Verenigde Arabische Emiraten is totaal
anders dan dat van Zwitserland. De verwachtingen zijn ook anders

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Collectieve identiteit
 Er zijn twee soorten collectieve identiteit, ook wel groepsidentiteit genoemd. 
  1. Interne collectieve identiteit is het gezamenlijke zelfbeeld en wij-gevoel van meerdere mensen samen die zich beschouwen als een groep of gemeenschap. Dit is gebaseerd op een gevoel van sympathie (we zeggen later: op affectieve bindingen) met een groter geheel. Interne collectieve identiteit uit zich in samenhorigheidsgevoel of solidariteit.
    Het wij-gevoel kan overigens leiden tot een wij-zijdenken waarmee de eigen groep afgebakend wordt van andere groepen. Bijvoorbeeld door te stellen dat ‘wij’ slimmer zijn en betere muziek luisteren dan ‘zij’.
  2. Bij externe collectieve identiteit gaat het om het beeld dat de samenleving heeft van een groep en wel het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vinden. Mensen hebben verwachtingen van het gedrag van anderen met een bepaalde identiteit.
    Van jou als leerling wordt verwacht dat jij je best doet om over te gaan en van de docent wordt verwacht dat hij zo goed mogelijk lesgeeft. Van hooligans bestaat het beeld dat het vandalen zijn die vernielingen aanrichten bij voetbalwedstrijden en bij fitgirls denken mensen aan slanke, gespierde vrouwen. Ook van landen bestaan beelden en verwachtingen. Het beeld van de Verenigde Arabische Emiraten is totaal anders dan dat van Zwitserland. De verwachtingen zijn ook anders.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Individualisering
In moderne samenlevingen is het accent steeds meer verschoven van sociale naar persoonlijke identiteit. Ieder individu moet zijn eigen individuele wil, voorkeur en persoonlijkheid ontdekken en ontwikkelen. Ook sociale identiteiten moeten zo persoonlijk en authentiek mogelijk vorm krijgen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Verandering in identiteit
Aanpassing is een langzaam proces dat generaties kan duren, maar soms verandert identiteit tijdens een mensenleven. 
Stel dat iemand in zijn jeugd voetbalfan was en die voetbalclub een slechte naam krijgt, bijvoorbeeld door hooligans. Dan kan de band met die voetbalclub minder
worden. 
Hetzelfde kan gebeuren wanneer hij ouder wordt, een baan krijgt of een relatie en kinderen krijgt. Niet alleen is de eerdere sociale identiteit dan minder nuttig, ook is deze minder belangrijk geworden. Je ziet dat ook bij jonge criminelen; als ze jong zijn, vinden ze hun vrienden belangrijker dan zich aan de wet houden. Als ze zich ‘settelen’ worden het vaak brave burgers. Veel jonge criminelen stoppen na hun 22e met het overtreden van de wet.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Verandering in identiteit
Mensen streven continu naar een positieve identiteit voor zichzelf. We gaan er in een moderne
samenleving vanuit dat je aan een positieve identiteit werkt, onder meer via sociale media,
profielfoto’s en een groter cv. Vaak schetsen we naar buiten toe een ideaalbeeld van onszelf, zelfs als we ons rot voelen over wie we denken te zijn. Daarom is identiteit ook altijd in beweging en volgt het ook de trend en mode. Wie je bent wordt dus mede beïnvloed door wie je denkt dat je – volgens anderen - mag zijn. Dat heeft weer te maken met je referentiekader.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions