= het beeld dat iemand van zichzelf heeft, zijn zelfbeeld. Mensen willen graag een positief zelfbeeld hebben en proberen dat ook uit te dragen naar anderen. Bij het opgroeien en ouder worden spelen die ‘belangrijke anderen’ ook een grote rol in de ontwikkeling van iemands zelfbeeld. Een individu ziet zichzelf ook vaak door de ogen van die belangrijke anderen en zo bepalen familie en vrienden in hoge mate hoe iemand naar zichzelf kijkt.
Hoe iemand het beeld uitdraagt bepaalt weer hoe anderen over je denken. Als je bijvoorbeeld
respect voor ouderen belangrijk vindt, kun je dit in je gedrag laten merken door in een volle bus op te staan voor een ouder iemand. Je draagt het dus uit, anderen kunnen het waarnemen.
Naast ouders en vrienden zijn ook andere groepen belangrijk voor iemands identiteit. Mensen
horen bij groepen, dat hoort bij onze sociale identiteit. Sociale identiteit is het deel van iemands
zelfbeeld dat past bij de groepen waarvan hij deel uitmaakt. Dat wordt ook wel groepsidentificatie
genoemd; iemand vindt dat hij bij een bepaalde groep hoort. De meeste mensen vinden het prettig
om bij een groep te horen.
De sociale identiteit kan de persoonlijke identiteit versterken. Door te laten zien dat je onderdeel
bent van een groep kunnen mensen hun sociale identiteit uitdragen. Dat doe je bijvoorbeeld door
een trainingsbroek te dragen met het logo van je favoriete sportclub, een religieus symbool of een
gekleurd armbandje. En op deze manier kunnen anderen iemand met deze symbolen weer sociaal
plaatsen. In moderne samenlevingen is het accent steeds meer verschoven van sociale naar
persoonlijke identiteit. Ieder individu moet zijn eigen individuele wil, voorkeur en persoonlijkheid
ontdekken en ontwikkelen. Ook sociale identiteiten moeten zo persoonlijk en authentiek mogelijk
vorm krijgen.
Er zijn twee soorten collectieve identiteit, ook wel groepsidentiteit genoemd. Interne collectieve
identiteit is het gezamenlijke zelfbeeld en wij-gevoel van meerdere mensen samen die zich
beschouwen als een groep of gemeenschap. Dit is gebaseerd op een gevoel van sympathie (we
zeggen later: op affectieve bindingen) met een groter geheel. Interne collectieve identiteit uit zich
in saamhorigheidsgevoel of solidariteit. Het wij-gevoel kan overigens leiden tot een wij-zijdenken
waarmee de eigen groep afgebakend wordt van andere groepen. Bijvoorbeeld door te stellen dat
‘wij’ slimmer zijn en betere muziek luisteren dan ‘zij’.
Bij externe collectieve identiteit gaat het om het beeld dat de samenleving heeft van een groep
en wel het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vinden. Mensen hebben verwachtingen
van het gedrag van anderen met een bepaalde identiteit. Van jou als leerling wordt verwacht
dat jij je best doet om over te gaan en van de docent wordt verwacht dat hij zo goed mogelijk
lesgeeft. Van hooligans bestaat het beeld dat het vandalen zijn die vernielingen aanrichten bij
voetbalwedstrijden en bij fitgirls denken mensen aan slanke, gespierde vrouwen. Ook van landen
bestaan beelden en verwachtingen. Het beeld van de Verenigde Arabische Emiraten is totaal
anders dan dat van Zwitserland. De verwachtingen zijn ook anders