Gebäude is niet vrouwelijk (die) maar onzijdig (das)
of: goede uitspraak van "Bundesverwaltungsgericht"
Slide 17 - Slide
Trappen van vergelijking
de stellende trap (der Positiv) klein
de vergrotende trap ( der Komparativ) kleiner
de overtreffende trap (der Superlativ) am kleinsten
Veel bijvoeglijke naamwoorden gaan zoals klein.
Slide 18 - Slide
1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker, of op -d, -t of op een sisklank (-s, -ß, -sch, -z) krijgen in de overtreffende trap een bindvocaal -e:
Neu- neuer- am neuesten
heiß-heißer-am heißesten
Slide 19 - Slide
2. De meeste éénlettergrepige bijv.nw krijgen een umlaut in de vergrotende en overtreffende trap:
alt -älter- am ältesten
dumm-dümmer- am dümmsten
kalt-kälter-am kältesten
Slide 20 - Slide
kurz-kürzer- am kürzesten
schwach-schwächer- am schwächsten
jung-jünger- am jüngsten
klug-klüger-am klügsten
warm-wärmer- am wärmsten
lang-länger-am längsten
stark-stärker- am stärksten
Slide 21 - Slide
3. Sommige bijv.nw zijn onregelmatig:
gern-lieber -am liebsten
gut -besser -am besten
nah-näher- am nächsten
groß-größer- am größten
hoch-höher- am höchsten
viel -mehr- am meisten
Slide 22 - Slide
4. Let op:
Hij is kleiner dan ik --> Er ist kleiner als ich.
Zij is net zo groot als ik. -->Sie ist genauso/ ebenso groß wie ich.
Deze auto is het duurst. --> Dieses Auto ist am teuersten.