Unit 4.1 (10-02)

Hello V1KT1! :) 





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hello V1KT1! :) 





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Slide 1 - Slide

Today:
1. Recap
2. Homework check
3. Get to work!
4. Checking goals
5. Homework




Goals (aan het einde van de les...) :

- Weet je wat de present simple is en hoe je die gebruikt.
- Heb je geoefend met de present simple.
- Heb je goed meegedaan. 

Slide 2 - Slide

1. Recap
Tijdens de recap ben je stil. Bij vragen of opmerkingen steek je je vinger op.

Slide 3 - Slide

1. Recap
  1. Wanneer gebruik je ook al weer de present simple?
  2. Vertaal de zin (gebruik de present simple):
    Ik eet nooit vlees.
  3. Wat is de SHIT-rule?
Tijdens de recap ben je stil. Bij vragen of opmerkingen steek je je vinger op.

Slide 4 - Slide

1. Recap: present simple

Slide 5 - Slide

1. Recap: present simple
Je gebruikt de present simple als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.

I always eat dinner at 6 o'clock.
I never go to school by bus.

Tijdens de uitleg ben je stil. Steek je vinger op als je een vraag / opmerking hebt.

Slide 6 - Slide

1. Recap: present simple
Bevestigend

I write a message.
You write a message.
He / she / it writes a message.
We write a message.
You write a message.
They write a message.

SHIT rule:
He / she / it krijgen een -s achter het werkwoord!

Slide 7 - Slide

1. Recap: present simple
Als een werkwoord op een -o eindigt, plak je er bij he, she en it
-es achter.

I go to school every day.
She goes to school every day.

Slide 8 - Slide

1. Recap: present simple
ontkennend
Je maakt zinnen ontkennend met don’t / doesn’t. Je zet don’t / doesn’t (bij he/she/it) voor het hele werkwoord.

I don’t want any pasta.
You don’t want any pasta.
He / She / It doesn’t want any pasta.
We don’t want any pasta.
You don’t want any pasta.
They don’t want any pasta.


Slide 9 - Slide

1. Recap: present simple
vragend
Je maakt vragen met do / does (bij he/she/it).

Do I like green?
Do you like green?
Does he / she like green?
Do we like green?
Do you like green?
Do they like green?

Slide 10 - Slide

2. Homework check
Wat was het huiswerk?
Maken: opdr. 6 en 7
Leren: vocabulary lesson 1

Ik kom controleren! Open pagina 135.
Terwijl ik langsloop mag je zachtjes met je buurman / buurvrouw kletsen.

Slide 11 - Slide

2. Homework check
Wat was het huiswerk?
Maken: opdr. 6 en 7
Leren: vocabulary lesson 1

We kijken samen na. Open pagina 135.
Tijdens het bespreken ben je stil. Bij vragen / opmerkingen steek je je vinger op.

Slide 12 - Slide

3. Get to work!
Do:
Present simple
  • Werkbladen over de present simple.

We kijken de antwoorden zo samen na.
Gebruik je boek!

Klaar? 
Leren vocabulary lesson 2






How?
- Voor jezelf of in tweetallen.
- Zachtjes overleggen (fluistertoon).
- Steek je hand op bij vragen.
- Géén muziek.




timer
7:00

Slide 13 - Slide

4. Checking goals
  • Maak een eigen zin in de present simple. 
  • Maak deze zin ontkennend.
  • Maak deze zin vragend.

Slide 14 - Slide

     5. Homework
Voor maandag 14 februari (1e uur):


Unit 4.1 reading
Leren: Vocabulary lesson 1


Slide 15 - Slide