3 hv H1 Spelling

Woensdag 7 september
Voorlezen CTRL A

Uitleg spelling

Aan de slag

Evaluatie 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woensdag 7 september
Voorlezen CTRL A

Uitleg spelling

Aan de slag

Evaluatie 

Slide 1 - Slide

H1 Trema, apostrof, accent en cedille 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  1. Je weet wanneer je trema's, apostrofs, accenten en cedilles moet gebruiken.

Slide 3 - Slide

Woorden met een trema

Slide 4 - Mind map

Trema
1. alleen bij uitspraakprobleem
- op de letter waar klank verandert
vb. ruïne/ vacuüm/ geïrriteerd 

Slide 5 - Slide

Trema
2. In het mv van zn op -ee

vb. zeeën
feeën

Dus op de -e waar klank verandert!

Slide 6 - Slide

Trema
3. (vaak) in het mv van zn op -ie
- klemtoon op -ie -> + ën
- klemtoon niet op -ie -> + n (trema op laatste ë)

Slide 7 - Slide

Klemtoon op -ie

+ ën (dus extra -e)

vb. KNIE - knieën
meloDIE - melodieën
geNIE - genieën
klemtoon niet op -ie

+ n (trema op laatste e)

vb. bacTErie - bacteriën
koLOnie - koloniën
POrie - poriën

Slide 8 - Slide

met trema
zonder trema
coordinatie
officieel
officiele
poezie
patient
mecanicien
museum
dieet

Slide 9 - Drag question

Apostrof
Als weglatingsteken
's-Gravenhage. Ik heb 'm net nog in 't buurthuis zien zitten. 's Avonds. De Elfstedentocht van '97.
Bij bezitsaanduiding als de naam eindigt op een s-klank of lange klinker.
Anna's tas. Max' Playstation. Gaby's huiswerk. Joyce' huis.
Na cijfers, afkortingen en afleidingen. vmbo'er, A4'tje, mp3'tje
In verkleinwoorden op -y voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje (maar: displaytje)

Slide 10 - Slide


De hoofdstad van Noord-Brabant is
s Hertogenbosch
A
goed
B
met apostrof
C
met streepje
D
met apostrof en streepje

Slide 11 - Quiz


Waar is de apostrof goed geplaatst?
A
Lex's zusje
B
Lexs zusje
C
Lex' zusje

Slide 12 - Quiz


Waar schrijf je een apostrof?
A
Tims vader
B
Lisas vader

Slide 13 - Quiz

Welke namen hebben, als ze een bezitsaanduiding zijn, een apostrof nodig?
WEL
Jordy
Naomi
Dennis
Maaike

Slide 14 - Drag question

Accenten
Een accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt.
Wij gebruiken drie accenttekens in Nederland:
- accent aigu (streepje naar rechts): cliché, logé
- accent grave (streepje naar links): barrière, carrière
- accent circonflexe (dakje): enquête, crêpe (Franse leenwoorden)

Slide 15 - Slide

met accent
zonder accent
enquete
premiere
acne
defile
genant
sate
abonnee
creme

Slide 16 - Drag question

ê
é
è
accent aigu 
accent grave
accent circonflexe

Slide 17 - Drag question

Welk accent bevat dit woord?

blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 18 - Quiz

Welk accent bevat dit woord?

coupé
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 19 - Quiz

Welk accent bevat dit woord?

frêle (fijngebouwd)
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 20 - Quiz

Cedille
De cedille onderaan de c (ç) zorgt ervoor dat een c als s klinkt, wanneer die voor een a, o of u staat (reçu, remplaçant). 

Normaal klinkt de c in die gevallen namelijk als k:
– caravan, cupcakes.

Slide 21 - Slide


Neem de zin over en plaats hoofdletters, accenttekens, trema’s, apostrofs en cedilles.
‘ik houd uberhaupt niet van sate’, zei de actrice voorafgaand aan de premiere, terwijl ze met een fohn haar haren in model bracht.

Slide 22 - Open question

Aan de slag 
Maken blz. 36-38: opdracht 1,2,3,5,7.

Bij 7.1 kies je A,B,C OF D. 
Bij 7.2 bedenk je er i.i.g. één. Meer is beter. 
timer
15:00

Slide 23 - Slide

Evaluatie

Slide 24 - Slide

Wat is juist gespeld?
A
Mirjam's broer
B
wc-bril
C
wcbril
D
Mirjams broer

Slide 25 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
Trix' fiets is gestolen.
B
Trix d'r fiets is gestolen.
C
Patricks tas is leeg.
D
Patrick's tas is leeg.

Slide 26 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
De cadeau's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
B
De cadeaus voor Lucas's verjaardag liggen op tafel.
C
De cadeaus voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
D
De kado's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.

Slide 27 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
hbo'studie
B
hbo-studie
C
HBO'studie
D
HBO-studie

Slide 28 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
cafes
B
cafe's
C
cafés
D
café's

Slide 29 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
Mijn tante's wonen in 's Hertogenbosch
B
Mijn tantes wonen in 's hertogenbosch.
C
Mijn tantes wonen in Den Bosch.
D
Mijn tante's wonen in 's-Hertogenbosch.

Slide 30 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
's Morgen's neemt niemand z'n telefoon op.
B
'S morgens neemt niemand z'n telefoon op.
C
's Morgens neemt niemand zen telefoon op.
D
's Morgens neemt niemand z'n telefoon op.

Slide 31 - Quiz