Tekens in woorden

H1 Trema, apostrof, accent en cedille & alle werkwoordsvormen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H1 Trema, apostrof, accent en cedille & alle werkwoordsvormen

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  1. Je weet wanneer je trema's, aphostrofs, accenten en het liggend streepje moet gebruiken.

Slide 2 - Slide

Woorden met een trema

Slide 3 - Mind map

Trema
1. alleen bij uitspraakprobleem
- op de letter waar klank verandert --> begin van een lettergreep. 
vb. ruïne/ vacuüm/ geïrriteerd

Slide 4 - Slide

Trema
2. In het meervoud van zelfstandig naamwoorden op -ee
vb. zeeën
feeën
Trema aan het begin van de nieuwe lettergreep!

Slide 5 - Slide

Trema
3. (vaak) in het meervoud van zelfstandig naamwoorden op    -ie
- klemtoon op -ie -> + ën
- klemtoon niet op -ie -> + n (trema op laatste ë)

Slide 6 - Slide

Klemtoon op -ie

+ ën (dus extra -e)

vb. KNIE - knieën
meloDIE - melodieën
geNIE - genieën
klemtoon niet op -ie

+ n (trema op laatste e)

vb. bacTErie - bacteriën
koLOnie - koloniën
POrie - poriën

Slide 7 - Slide

met trema
zonder trema
coordinatie
officieel
officiele
poezie
patient
mecanicien
museum
dieet

Slide 8 - Drag question

Apostrof
Als weglatingsteken
's-Gravenhage. Ik heb 'm net nog in 't buurthuis zien zitten. 's Avonds. De Elfstedentocht van '97.
Bij bezitsaanduiding als de naam eindigt op een s-klank of lange klinker.
Anna's tas. Max' Playstation. Gaby's huiswerk. Joyce' huis.
Na cijfers, afkortingen en afleidingen. vmbo'er, A4'tje, mp3'tje
In verkleinwoorden op -y voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje (maar: displaytje)

Slide 9 - Slide


De hoofdstad van Noord Brabant is
s Hertogenbosch
A
goed
B
met apostrof
C
met streepje
D
met apostrof en streepje

Slide 10 - Quiz


Waar is de apostrof goed geplaatst?
A
Lex's zusje
B
Lexs zusje
C
Lex' zusje

Slide 11 - Quiz


Waar schrijf je een apostrof?
A
Tims vader
B
Lisas vader

Slide 12 - Quiz

Welke namen hebben, als ze een bezitsaanduiding zijn, een apostrof nodig?
WEL
Jordy
Naomi
Dennis
Maaike

Slide 13 - Drag question

Wanneer gebruik je een apostrof?
WEL
Als 1 of meer letters zijn weggelaten.
na cijfers en afkortingen
na alle woorden die eindigen op een i, a, o, u of y.
bij bezitsvormen

Slide 14 - Drag question

Accenten
Een accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt.
Wij gebruiken drie accenttekens in Nederland:
- accent aigu (streepje naar rechts): cliché, logé
- accent grave (streepje naar links): barrière, carrière
- accent circonflexe (dakje): enquête, crêpe (Franse leenwoorden)

Slide 15 - Slide

met accent
zonder accent
enquete
premiere
acne
defile
genant
sate
abonnee
creme

Slide 16 - Drag question


Neem de zin over en plaats hoofdletters, accenttekens, trema’s, aphostrofs
‘ik houd uberhaupt niet van sate’, zei de actrice voorafgaand aan de premiere, terwijl ze met een fohn haar haren in model bracht.

Slide 17 - Open question

Wat is juist gespeld?
A
Mirjam's broer
B
wc-bril
C
wcbril
D
Mirjams broer

Slide 18 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
Trix' fiets is gestolen.
B
Trix d'r fiets is gestolen.
C
Patricks tas is leeg.
D
Patrick's tas is leeg.

Slide 19 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
Trix' fiets is gestolen.
B
Trix d'r fiets is gestolen.
C
Patricks tas is leeg.
D
Patrick's tas is leeg.

Slide 20 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
De cadeau's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
B
De cadeaus voor Lucas's verjaardag liggen op tafel.
C
De cadeaus voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.
D
De kado's voor Lucas' verjaardag liggen op tafel.

Slide 21 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
hbo'studie
B
hbo-studie
C
HBO'studie
D
HBO-studie

Slide 22 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
cafes
B
cafe's
C
cafés
D
café's

Slide 23 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
Mijn tante's wonen in 's Hertogenbosch
B
Mijn tantes wonen in 's hertogenbosch.
C
Mijn tantes wonen in Den Bosch.
D
Mijn tante's wonen in 's-Hertogenbosch.

Slide 24 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
's Morgen's neemt niemand z'n telefoon op.
B
'S morgens neemt niemand z'n telefoon op.
C
's Morgens neemt niemand zen telefoon op.
D
's Morgens neemt niemand z'n telefoon op.

Slide 25 - Quiz

Met trema 
Zonder trema
efficient
coordinatie
elektricien
geijsbeerd
geinfiltreerd
petroleum
gelinieerd
heroine
naief
industrieel
Italie
industriele
reunie
financien

Slide 26 - Drag question