12.3 ontwikkelingen samenlevingsvormen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

12.3 Samenlevingsvormen
Je kunt onderscheid maken tussen de drie verschillende samenlevingsvormen vanaf de jaren 60
Je kunt het kernconcept individualisering toepassen in een vreemde context

Slide 2 - Slide

Ik overleg meestal met mijn ouders voordat ik een beslissing neem 

Slide 3 - Slide

Als ik mijn ouders vraag of ik een half uur later thuis mag komen omdat vrienden dat ook mogen mag dat vaak wel

Slide 4 - Slide





Periode 1:

Voor de jaren zestig




Periode 2:

Zestiger jaren t/m de jaren tachtig




Periode 3:

Na de jaren tachtig
Veranderingen in het gezin door de jaren heen vonden plaats onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen van die tijd.

Slide 5 - Slide

Tot de jaren 60
Traditioneel gezin: kostwinnersgezin/ bevelshuishouden

Belangrijkste socialisatoren: gezin/ kerk/ vereniging 

Maatschappelijke ontwikkelingen: verzuiling/ verzorgingsstaat

Grote machtsafstand: dominee dokter notaris en vader zijn de baas

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Jaren 60- 80
Modern gezin: onderhandelingshuishouden, 
streven naar meer gelijkheid : kinderen, studenten, werknemers krijgen inspraak 

Belangrijkste socialisatoren: peergroup/ onderwijs/ media 

Maatschappelijke ontwikkelingen: ontzuiling/ secularisering/democratisering/ individualisering/ rationalisering

Slide 9 - Slide

Op de school van mijn dochter worden de tien-minutengesprekken met ouder én kind gevoerd. In die gesprekken staat het kind centraal: hij of zij wordt immers verondersteld eigenaar te worden van het leerproces. Aan het eind van groep 7, na een jaar van niet al te diepgaande tien-minutengesprekken, kwam ik erachter dat mijn dochter op een relatief laag niveau werkte en dat allerlei prangende vragen over haar ontwikkeling onbesproken bleven.

Aan de bel trekken, betekende dat ik wellicht gezien zou worden als een van die hoogopgeleide ouders die het echte niveau van hun kind niet willen zien, en daarom school in twijfel trekken.
Als onderliggende partij probeerde ik mijn onvrede te uiten en mogelijke oplossingen te bespreken zonder school tegen mij in het harnas te jagen.
1/Leg uit welke kernconcept je herkent in de bron.
Gebruik bij je uitleg ( delen van)  de definitie van het kernconcept en licht je antwoord toe met behulp van de tekst.

2/ Welk overlegmodel herken je in de tekst?
Licht je antwoord toe met behulp van een citaat uit de tekst..

Slide 10 - Slide

1/Ik herken het kernconcept democratisering: het proces van verandering van de machts-en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degenen met minder macht

Ik lees: in de tekst staatdat niet alleen de ouders maar ook het kind aanwezig is bij de 10 minuten gesprekken. Vroeger  was dat niet zo: ouders spraken met de docent over de leerling
De leerling  diegene dus met minder macht krijgt  meer inspraak in zijn eigen leerproces. Dit betekent  een verschuiving in de machtsverhoudingen  waarbij diegene met minder macht ( de leerling) meer inspraak krijgt. Dus is er sprake van democratisering. 

Slide 11 - Slide

2/ Ik herken het poldermodel/harmoniemodel in de tekst.

Bij het harmonie/ poldermodel kiezen de partijen ervoor om  overeenstemming te bereiken door middel van overleg.  En eventueel compromissen te sluiten .
De ouder uit de bron  wil naar oplossingen zoeken met de docent/school  zonder in conflict te raken  :
"Als onderliggende partij probeerde ik mijn onvrede te uiten en mogelijke oplossingen te bespreken zonder school tegen mij in het harnas te jagen."

Dus is er sprake van het harmoniemodel/poldermodel

Slide 12 - Slide

welke functies van  cultuur herken je in dit filmpje?

Slide 13 - Slide

Na de jaren 80
Modern gezin: egalitair of geindividualiseerd 

Belangrijkste socialisatoren: peergroup/ onderwijs/ media 

Maatschappelijke ontwikkelingen: secularisering/ individualisering/ zelfontplooiing 

Slide 14 - Slide

Egalisering en individualisering
twee soorten moderne gezinnen:
egalitair                                               geïndividualiseerd               
onderhandelen                                   onafhankelijkheid
gelijkheid man-vrouw                         zelfontplooiing     

                 Waar deel je je eigen gezin op in?

Slide 15 - Slide

Maken opdracht 13  

Slide 16 - Slide

Wie is er verantwoordelijk voor de anticonceptie?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Vragen beantwoorden
Vul het werkblad in 
Helemaal ingevuld? Ga dan verder met opdrachten 11 en 14

Slide 19 - Slide