§7.2 vorming, verandering en democratisering

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

§7.2 Vorming, verandering en democratisering

• Je kent het kernconcept democratisering en kunt het toepassen in een vreemde context.
• Je kunt de belangrijkste ontwikkelingen in gezinnen omschrijven in de jaren 60-80.

Pagina 126

Welke instituties herken je in het filmpje?

Democratisering

Het proces van de verandering van de machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degenen met minder macht.

Wat...

Wie...

Democratisering in de politiek

• Streven naar een politiek systeem waarin burgers participeren in de besluitvorming, door actief- en passief kiesrecht.

Is er in sinds 1919 meer of minder sprake van democratisering in Nederland?

Andere voorbeelden van democratisering in de politiek:

2. Politieke grondrechten, zoals het recht een politieke partij op te richten.

1. Klassieke vrijheidsrechten,   zoals de vrijheid van meningsuiting

Democratisering in de politiek

3. Sociale grondrechten, zoals de zorg voor woningen.

Onderhandelingshuishouding

Verandering van (traditionele gezin/kostwinnersgezin) bevelshuishouding naar onderhandelingshuishouding:

• Kleinere machtsafstand tussen ouders en kinderen.

• Over het gedrag, taken en rollen werd steeds meer overlegd.

• Stimulatie van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid.

Hoeveel broers en zussen heb jij?

1

2

3

4

5 of meer

Bespreek met de leerlingen dat gezinnen steeds kleiner zijn geworden, o.a. door anticonceptie. 

Bovendien was er de opkomst van het moderne kerngezin: vader, moeder en een klein aantal kinderen. 

Al laatste de toename van zeggenschap voor de vrouw. (Pagina 127)

Verandering rol socialisatoren

Peergroup

Media 

Jongeren hadden meer geld en tijd en de mogelijkheid om te studeren

De media ging een grotere rol spelen, wat leidde tot de ontzuiling

Kinderen brachten steeds meer tijd door op school. Ook in het onderwijs was er sprake van democratisering

Onderwijs

Opdracht 7: Opvoeden?

•  Lees de situatie samen door.
• Beantwoord de vragen gezamenlijk.

Klaar? Weektaak: tekstverkenners 7.2 en opdracht 8 (blz. 42 en 44 werkboek).

Opdracht: Opvoeden?

1. Modern, traditioneel, modern, traditioneel

2. A. continueren van cultuur, B: identificatie met groepen en cultuur, C: ontwikkelen van identiteit, D: veranderen van cultuur. 

Vul aan!

In de jaren 60-80 veranderde de meeste gezinnen naar een 1) ..., daarin was er meer ruimte voor overleg. In de politiek was er ook meer sprake van democratisering: het proces van de veranderingen van 2) ... en 3) ... verhoudingen door een grotere 4) .. van degene met minder macht. Mensen kregen dus meer te zeggen en meer vrijheid, dit zag je ook terug in de verandering van socialisatoren, niet langer werd alles voorgeschreven door de kerk/ zuil maar er kwam vooral invloed van de 5) ... 6) ... en het onderwijs. Het verdwijnen van zuilen noemen we ook wel 7) ...

Opdracht

• Schrijf de antwoorden op de examenvraag volledig uit.
• Vragen? Deze mag je tussendoor stellen.

• Klaar? Maak de tekstverkenners (blz. 42) en opdracht 8 (blz. 44)