Lv en mv

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Leerdoelen

• Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden.
• Ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden.

In welke volgorde verdeel je een zin in zinsdelen?

1. Onderwerp - wwg - lv-mv
2. Wwg - onderwerp - lv -mv
3. Wwg - lv - mv- onderwerp
4. De volgorde maakt niet uit

Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?

Wat is het lijdend voorwerp?
Ik wil graag de nieuwe iPhone 15.

1. Ik
2. graag de nieuwe iPhone 15
3. Iphone 15
4. de nieuwe iPhone 15

Meewerkend voorwerp

• Stap 1: zoek het wwg
• Stap 2: zoek het onderwerp
• Stap 3: zoek het lijdend voorwerp (als dat erin staat)
• Stap 4: zoek het meewerkend voorwerp

Meewerkend voorwerp

• Voor wie / aan wie + wwg + onderwerp + lv
• Let op de woorden 'aan' en 'voor'
• Het mv staat niet altijd in de zin (net als het lv)
• Het mv is nooit een tijd of plaats of afstand (net als het lv)

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:
Ik geef jou een cadeautje.

1. ik
2. jou
3. cadeautje
4. er staat geen mv in

Ik geef (aan) jou een cadeautje.

• Stap 1: wwg = geef
• Stap 2: o = ik (wie geeft?)
• Stap 3: lv = een cadeautje (wat geef ik?)
• Stap 4: lv = jou (aan wie geef ik een cadeautje?)

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:
Hij vertelt zijn zusje een goede mop.

1. hij
2. een goede mop
3. zijn zusje
4. er staat geen mv in

Wat is het mv in de volgende zin:
De verliefde jongen gaf zijn crush gisteren een bos rode rozen.

1. de verliefde jongen
2. zijn crush
3. gisteren
4. een bos rode rozen

Wat is het mv in de volgende zin:
Wat heb jij nou aan je fiets hangen?

1. jij
2. aan je fiets
3. er staat geen mv in

Wat is het mv in de volgende zin:
De docent gaf zijn leerlingen een lastige toets

1. de docent
2. een lastige toets
3. zijn leerlingen
4. er staat geen mv in

Maak een zin met een meewerkend voorwerp bij deze foto

Ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden!

😒🙁😐🙂😃