2C

WELKOM 2C 
Kom rustig binnen 
Ga zitten op je mentorplek
Boeken op de bank (NL blz 129)

1 / 50
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM 2C 
Kom rustig binnen 
Ga zitten op je mentorplek
Boeken op de bank (NL blz 129)

Slide 1 - Slide

29 leerlingen. 

Elaisa en Sophia uit elkaar. 
Planning van vandaag 
  • Nederlands opdrachten maken. 
  • Actualiteit: oorlog Rusland/Oekraïne 
  • Tijd over?  Huiswerk maken 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met: spelling
  • Maak opdracht 2 t/m 4 bladzijde 129 in je boek. 
  • Je mag rustig overleggen. 
  • Hierna samen controleren. 
  • Eerder klaar? Maak blz 132 opdr 1 tm 6. 


timer
3:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Meervoudsvormen regels 
  1. Sommige woorden die eindigen op -e hebben twee meervoudsvormen.  (Belofte --> beloften/beloftes of gedachte --> gedachten/gedachtes)
  2. Woorden die eindigen op -s of -f moet je in het meervoud soms de laatste letter veranderen. 
  3. Woorden die eindigen op -ee of -ie krijgen een trema in het meervoud. als de klemtoon op de laatste lettergreep ligt, voeg je -ën toe. anders zet je het trema op de laatste -e van het woord. 
  4. Woorden die eindigen op een klinker, schrijf je apostrof +s ('s) als je het woord anders verkeerd zou uitspreken. (cavia --> cavia's of auto --> auto's maar garage --> garages)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Meervoudsvormen regels 
  • 5. Bij woorden die eindigen op een onbeklemtoonde -el, -es, -et, -ik of -it verdubbel je de laatste medeklinker in het meervoud niet. (Luiwammes--> luiwammesen of lomperik --> lomperiken.) 
  • 6. Sommige woorden die eindigen op -man kunnen als meervoud ook -lieden of -lui hebben. Dit zijn meestal beroepen. (vakman --> vakmannen of vaklieden of vaklui worden)
  • Woorden die uit het Latijn komen hebben soms nog hun Latijnse meervoudsgang (museum --> musea)
  • Sommige woorden hebben alleen een enkelvoud of alleen een meervoud. (melk, muziek, heelal, kosten) 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met: over taal!
Blz. 132 opdracht 1 t/m 6 

10 minuutjes. 

Individueel in stilte. 
Hierna bespreken!
Eerder klaar? Maak grammatica opdr. 8,9,11 blz 123. 
timer
3:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met: grammatica
Blz 123 opdracht 8,9,11.

Je mag rustig overleggen. 

Hierna bespreken. 
timer
10:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tijd over? 
  • Test hoe concentreer jij je?
  • Actualiteit: Tiktok + vragen? 
Blz 145 aantekeningen maken. 

blz 138 LEZEN. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nieuws oorlog Rusland Oekraïne

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

 Oorlog Rusland Oekraïne

Slide 11 - Slide

Op 15 januari 2025 bereikten Israël en Hamas een akkoord over een staakt-het-vuren in de Gazastrook, na vijftien maanden van intens geweld. Het akkoord bestaat uit drie fasen:

Fase 1 (6 weken): Vrijlating van 33 Israëlische en meer dan 1.000 Palestijnse gijzelaars, gedeeltelijke terugtrekking van Israëlische troepen uit Gaza, verhoogde humanitaire hulp en terugkeer van ontheemde Palestijnen. Deze fase begon op 19 januari.

Fase 2: Na 16 dagen starten begin februari de onderhandelingen over een permanent einde aan het geweld, de vrijlating van resterende gijzelaars en gevangenen, en de volledige terugtrekking van Israëlische troepen.

Fase 3 (3-5 jaar): Heropbouw van Gaza, hoewel hiervoor nog geen concreet plan is gepresenteerd.

Hoewel het staakt-het-vuren een sprankje hoop biedt, blijft de situatie fragiel. Er zijn zorgen over de implementatie van de verschillende fasen en de mogelijkheid van een duurzaam einde aan het conflict. Daarnaast gaan de Israëlische militaire acties op de Westelijke Jordaanoever door, wat de spanningen in de regio verhoogt.
Geschiedenis 
  • Oekraïne hoorde vroeger bij SU. In 1991 werd het onafhankelijk. 
  • 2013/2014: Euromaiden. --> protesten. 
  • 2014: Annexatie Krim
  •  Oorlog in de Donbas-regio.
  • 2014/2015: Minsk akkoorden -->
    wapenstilstand in de Dobas regio. 
  • 2021/2022: spanning tussen Rusland en Oekraïne.
  • 2022: Rusland valt Oekraïne aan! Tot op de dag van vandaag oorlog.  

Slide 12 - Slide

Rusland en Oekraïne hebben een lange gemeenschappelijke geschiedenis. Oekraïne maakte eeuwenlang deel uit van het Russische rijk en later de Sovjetunie.
Na de val van de Sovjetunie in 1991 werd Oekraïne een onafhankelijke staat, maar de band met Rusland bleef sterk, vooral op cultureel en economisch vlak.

In 2013-2014 vond de Euromaidan plaats, een reeks massale protesten in Oekraïne, waarbij mensen op straat kwamen voor dichter bij de Europese Unie (EU) te komen. De regering van president Viktor Janoekovytsj, die pro-Russisch was, weigerde echter een associatieverdrag met de EU te ondertekenen en koos voor nauwere banden met Rusland. Dit leidde tot onrust en uiteindelijk tot de afzetting van Janoekovytsj.
De pro-Europese en anti-Russische sentimenten namen toe, wat voor Rusland een directe bedreiging vormde, aangezien het Oekraïne strategisch belangrijk vond, zowel economisch als militair.

In reactie op de pro-westerse omwenteling in Oekraïne annexeerde Rusland de Krim in maart 2014, een schiereiland dat strategisch belangrijk is voor zowel Rusland als Oekraïne.
Deze annexatie werd door de meeste landen wereldwijd veroordeeld als een schending van het internationaal recht.

Kort na de annexatie van de Krim brak er in het oosten van Oekraïne (de Donbas-regio, bestaande uit de oblasten Donetsk en Loehansk) een gewapend conflict uit tussen de Oekraïense regering en pro-Russische separatisten.
Rusland werd beschuldigd van het steunen van deze separatisten met wapens, militaire adviseurs en zelfs Russische troepen, hoewel Rusland dit aanvankelijk ontkende.
De gevechten in Donbas leidden tot duizenden doden en een voortdurende onduidelijke situatie, met een wapenstilstand die niet echt standhield.

In de Donbas-regio, die bestaat uit de oblasten Donetsk en Loehansk in het oosten van Oekraïne, woonden veel mensen die etnisch en cultureel nauwe banden hadden met Rusland. Veel van deze mensen spraken Russisch en hadden een grotere sympathie voor Rusland dan voor de nieuwe Oekraïense regering na de Euromaidan-protesten van 2014.

In 2014 en 2015 werden de Minsk-akkoorden gesloten, waarin werd geprobeerd de oorlog in de Donbas-regio te beëindigen. De akkoorden voorzagen in een wapenstilstand, een politieke oplossing voor de autonomie van de regio’s en de terugtrekking van zware wapens, maar werden slechts gedeeltelijk nageleefd.

In de jaren daarna bleef de situatie gespannen, met af en toe geweld, maar in 2021-2022 begon Rusland opnieuw troepen te concentreren aan de grens met Oekraïne, wat leidde tot zorgen over een grootschalige invasie.
Rusland eiste dat Oekraïne niet zou toetreden tot de NAVO, wat werd gezien als een bedreiging voor de Russische invloed in de regio. Oekraïne, dat naar een westers georiënteerd beleid streefde, wees deze eis af.

 De invasie van Rusland in 2022
Op 24 februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen in wat het een “speciale militaire operatie” noemde. Deze invasie werd echter wereldwijd gezien als een volledige oorlog tegen Oekraïne.
Het doel van Rusland, volgens de officiële verklaringen van president Vladimir Poetin, was onder andere het “denazificeren” van Oekraïne en het beschermen van de Russischtalige bevolking in de Donbas.
De internationale gemeenschap reageerde met zware sancties tegen Rusland en massale steun aan Oekraïne, zowel financieel als militair, wat leidde tot een langdurig conflict.
8. Heden (februari 2025)
De oorlog is op dit moment nog steeds aan de gang, met hevige gevechten in het oosten en zuiden van Oekraïne.
Oekraïne heeft aanzienlijke steun ontvangen van westerse landen, waaronder wapens, financiële middelen en humanitaire hulp.
De Russische bezetting van gebieden, vooral in het oosten en zuiden van Oekraïne, blijft een centraal punt van de strijd.
Video 
Iedereen krijgt een vragenblad
Bekijk de video 
Beantwoord de vragen!
Hierna bespreken. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag met huiswerk! 
  • Met je buurman/buurvrouw
  • Op fluistertoon. 

Slide 16 - Slide

Geen spullen bij? Leeskar, extra opdracht, begrippen overschrijven, mindmap maken. 
Wat gaan we vandaag doen?
- Stukje actualiteit 
-Video + vragen 
- Nederlands opdrachten maken. 
 

Slide 17 - Slide

Geen spullen bij? Leeskar, extra opdracht, begrippen overschrijven, mindmap maken. 
Individueel in stilte
Spelling
* blz. 129 opdracht 2 t/m 4
Over taal
* blz. 132 opdracht 1 t/m 6
Grammatica
* Blz. 123 opdracht 8, 9, 11
Hierna mag je samenwerken! 

timer
15:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Heb je je naamkaartje nog?
  • Maak een naamkaartje. 
  • Bewaar deze in je tas voor het volgende uur dat ik jullie heb! 

Slide 19 - Slide

Je komt binnen, telefoon in de bak, je gaat RUSTIG zitten en pakt je boeken op de bank. 

Laptop heb je pas nodig als ik zeg dat je hem nodig hebt. Anders blijft hij in je tas. 

Als je je spullen niet bij hebt, kunnen we niet fatsoenlijk werken. dan heb je straf. 



Slide 20 - Video

Eerste 3 min nieuwsbericht
Daarna video Holocaust met vragen. 
Daarna leeskar (of hw maken) 

Op 27 januari 2025 wordt herdacht dat Auschwitz 80 jaar geleden werd bevrijd. 

Auschwitz was een complex van concentratie- en vernietigingskampen dat door nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog werd opgericht in bezet Polen. Het bestond uit drie hoofdlocaties:

Auschwitz I – Het oorspronkelijke kamp, dat diende als administratief centrum en waar experimenten op gevangenen werden uitgevoerd.
Auschwitz II-Birkenau – Het grootste vernietigingskamp, waar de meeste massamoorden plaatsvonden in gaskamers.
Auschwitz III-Monowitz – Een werkkamp dat verbonden was aan fabrieken zoals die van IG Farben.
Auschwitz werd het symbool van de Holocaust en de genocide op miljoenen Joden, Roma, Poolse verzetsstrijders en andere slachtoffers van het nazi-regime. Op 27 januari 1945 werd het kamp bevrijd door het Rode Leger. Deze datum wordt nu herdacht als Internationale Holocaustherdenkingsdag.

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Mevrouw Hamers

Slide 22 - Slide

Ik heb op verschillende stage's gewerkt. 
nu mag ik jullie komen lesgeven. ik ben heel benieuwd en hoop dat we er samen een leuk jaar van gaan maken. 

Belangrijk
  • Je komt rustig binnen.
  • Je pakt je boeken op de bank. 
  • Als ik praat zijn jullie stil.
  • Heb je een vraag, steek je je vinger op. 
  •  Één waarschuwing, daarna straf. 

Slide 23 - Slide

Je komt binnen, telefoon in de bak, je gaat RUSTIG zitten en pakt je boeken op de bank. 

Laptop heb je pas nodig als ik zeg dat je hem nodig hebt. Anders blijft hij in je tas. 

Als je je spullen niet bij hebt, kunnen we niet fatsoenlijk werken. dan heb je straf. 



Slide 24 - Link

This item has no instructions

Hoeveel procent van het aardoppervlak bestaat uit water?
A
30%
B
40%
C
55%
D
70%

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel procent van het totale water is zoet water?
A
35%
B
80%
C
44%
D
3%

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

Grondwater = water dat onder de grond zit, dit kan ontstaan als het regenwater de grond in sijpelt
Oppervlaktewater = water aan het oppervlak, denk hierbij aan meren en rivieren (of plekken waar je kan zwemmen en varen)
Verschillende vormen van water

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstaat een wolk?

Slide 29 - Open question

Verdamping en grondwater: Water uit rivieren, meren, de oceaan of grondwater verdampt door de warmte van de zon. Grondwater komt via bronnen of welletjes naar boven, waar het ook kan verdampen. Het water in de lucht komt dan in de vorm van waterdamp terecht in de atmosfeer.

Lucht stijgt op: Warme lucht stijgt omdat het lichter is dan koude lucht. Terwijl de lucht stijgt, koelt deze af.

Condensatie: Als de lucht voldoende afkoelt, koelt de waterdamp af en condenseert het in kleine waterdruppels of ijskristallen (afhankelijk van de temperatuur). Dit gebeurt vaak rond stofdeeltjes of andere deeltjes in de lucht, die fungeren als condensatiekernen.

Wolk: Deze kleine waterdruppeltjes of ijskristallen vormen samen een wolk. Hoe meer waterdamp in de lucht, hoe groter de wolk kan worden.
Hoe onstaat een wolk?
Belangrijk begrip hierbij is grondwater

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten rivieren
Regenrivier
Gletsjerrivier
Gemengde rivier

Hoe zouden deze rivieren zijn ontstaan?

Slide 32 - Slide

Regenrivier
Ontstaan door neerslag (regen).
Waterafvoer is afhankelijk van regenval en kan sterk wisselen met seizoenen.
Voorbeeld: De Maas.
Gletsjerrivier
Ontstaan door smeltwater van gletsjers in bergachtige gebieden.
Waterafvoer is in de zomer hoog door smeltend ijs en in de winter laag.
Voorbeeld: De Rhône.
Gemengde rivier
Ontstaan door zowel regenwater als smeltwater uit gletsjers.
Waterafvoer is stabieler omdat er in de zomer smeltwater is en in andere seizoenen regenwater bijdraagt.
Voorbeeld: De Rijn.
Hoe ontstaat een gemengde rivier?
A
Een gletsjerrivier vervoert sneeuw
B
Een regenrivier bevat veel afval
C
Wanneer een regenrivier en een gletsjerrivier samen komen tot 1 rivier
D
Een regenrivier vervoert regenwater, een gletsjerrivier afval

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer heeft een gletsjerrivier het meeste water in de rivier zitten?
A
in het voorjaar
B
in het najaar
C
in de herfst
D
in de winter

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Foto's van een regenrivier en een gletsjerrivier

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Foto's van een regenrivier en een gletsjerrivier
Waarom zou dit bij bron 8 ook een gemengde rivier kunnen zijn?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hoe komt een gebied/land aan water?
A
Er lopen rivieren doorheen
B
Er valt neerslag
C
Mensen gebruiken een tuinslang
D
Water uit de kraan

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Waterbalans
De waterbalans gaat over hoeveel water er in een gebied is en hoeveel er uit gaat. Het helpt ons begrijpen waar het water naartoe gaat en hoeveel er beschikbaar is.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Waterbalans
Waterbalans positief?

Waterbalans negatief?

Slide 39 - Slide

Stel je voor dat je een emmer hebt:

Water dat erin komt (invoer):

Het water komt bijvoorbeeld uit de lucht (regen), via de bodem (grondwater) of uit rivieren.
Water dat eruit gaat (uitvoer):

Het water verdampt (door de zon), planten geven water af (transpiratie), of het stroomt weg via rivieren en beken (afvoer).
Opslag (hoeveel water blijft er in de emmer):

Als er meer water in komt dan eruit gaat, blijft er meer water in het gebied (zoals in grondwater of meren).
Als er meer water eruit gaat dan erin komt, raakt het gebied droger en komt er minder water beschikbaar.
Waterbalans
Waterbalans positief?

Waterbalans negatief?

Slide 40 - Slide

Stel je voor dat je een emmer hebt:

Water dat erin komt (invoer):

Het water komt bijvoorbeeld uit de lucht (regen), via de bodem (grondwater) of uit rivieren.
Water dat eruit gaat (uitvoer):

Het water verdampt (door de zon), planten geven water af (transpiratie), of het stroomt weg via rivieren en beken (afvoer).
Opslag (hoeveel water blijft er in de emmer):

Als er meer water in komt dan eruit gaat, blijft er meer water in het gebied (zoals in grondwater of meren).
Als er meer water eruit gaat dan erin komt, raakt het gebied droger en komt er minder water beschikbaar.
Waterbalans
Waterbalans positief?

Waterbalans negatief?

Slide 41 - Slide

Stel je voor dat je een emmer hebt:

Water dat erin komt (invoer):

Het water komt bijvoorbeeld uit de lucht (regen), via de bodem (grondwater) of uit rivieren.
Water dat eruit gaat (uitvoer):

Het water verdampt (door de zon), planten geven water af (transpiratie), of het stroomt weg via rivieren en beken (afvoer).
Opslag (hoeveel water blijft er in de emmer):

Als er meer water in komt dan eruit gaat, blijft er meer water in het gebied (zoals in grondwater of meren).
Als er meer water eruit gaat dan erin komt, raakt het gebied droger en komt er minder water beschikbaar.
De waterbalans kan zowel positief als negatief zijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Grondwater en oppervlaktewater
Grondwater = water dat onder de grond zit, dit kan ontstaan als het regenwater de grond in sijpelt

Oppervlaktewater = water aan het oppervlak, denk hierbij aan meren en rivieren (of plekken waar je kan zwemmen en varen)

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Nakijken 
- Nakijken opdrachten 3.1
Bladzijde 64/65.
- Klassikaal 
 

Slide 44 - Slide

Geen spullen bij? Leeskar, extra opdracht, begrippen overschrijven, mindmap maken. 
Huiswerk voor donderdag!
  • Schrijf op in je agenda:
  • Lezen par. 3.2; Leren: par. 3.1 (donderdag 13/2 3de lesuur). 
  • Begin hierna aan je huiswerk!

Slide 45 - Slide

Geen spullen bij? Leeskar, extra opdracht, begrippen overschrijven, mindmap maken. 
Wat gaan we vandaag doen?
- 20 minuten individueel in
 stilte werken. 
- Daarna samenwerken. 


Slide 46 - Slide

Geen spullen bij? Leeskar, extra opdracht, begrippen overschrijven, mindmap maken. 
Belangrijk
  • Je komt rustig binnen.
  • Je pakt je boeken op de bank. 
  • Als ik praat zijn jullie stil.
  • Heb je een vraag, steek je je vinger op. 
  •  Één waarschuwing, daarna straf. 

Slide 47 - Slide

Je komt binnen, telefoon in de bak, je gaat RUSTIG zitten en pakt je boeken op de bank. 

Laptop heb je pas nodig als ik zeg dat je hem nodig hebt. Anders blijft hij in je tas. 

Als je je spullen niet bij hebt, kunnen we niet fatsoenlijk werken. dan heb je straf. 



Individueel in stilte 
  •  Huiswerk, kijk in je agenda. 
  •  Samenvatting maken.
  • Begrippen kaartjes.
  • Mindmap. 
  • Eventueel voorwerken voor een vak. 
timer
20:00

Slide 48 - Slide

Geen spullen bij? Leeskar, extra opdracht, begrippen overschrijven, mindmap maken. 
Samenwerken 
  • Met je buurman/buurvrouw
  • Op fluistertoon. 
timer
20:00

Slide 49 - Slide

Geen spullen bij? Leeskar, extra opdracht, begrippen overschrijven, mindmap maken. 
SO §1.1 + 1.2 

Eerder klaar?  Ga rustig in stilte iets voor jezelf doen. 
Bijv.: Huiswerk maken voor een ander vak. 

 Daar ook mee klaar?  Lees de blauwe leerstofstukjes van paragraaf 1.3 blz. 27, 28 

Slide 50 - Slide

This item has no instructions