VW4 Woche 8
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Was weißt du noch?
Welke woorden zijn bijvoeglijk naamwoorden?
- Das ist ein rotes, schnelles Auto.
- Meine liebe Großmutter.
- Der grüne Pullover.
- Das dritte Fahrrad.
Slide 2 - Slide
Tijdens de les:
Tijdens de les:
Was weißt du noch? (10 Min.)
Vokabeln: K3 L5 D-NL (5 Min.)
Machen: K3 L5 40 (10 Min. (S. 122)
Grammatika: Bijvoegelijk naamwoord (20 Min.)
Slide 3 - Slide
Hast du genügend gelernt?
Slide 4 - Slide
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Das ist ein Auto.
Das ist ein rotes Auto.
Das ist ein rotes, schnelles Auto
uitleg
Slide 5 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
Help!
Om dit te begrijpen, moet je eerst de les over de 1e naamval & ein-Gruppe gevolgd hebben!
Kom daarna hier weer terug.
(mijn) Großmutter hat eine Katze.
ond +1 v = meine Großmutter
(mijn lieve) Großmutter hat eine Katze.
ond +1 v = meine liebe Großmutter
vrouwelijke woorden
uitleg
Slide 6 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 1e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
Help!
Om dit te begrijpen, moet je eerst de les over de 1e naamval & ein-Gruppe gevolgd hebben!
Kom daarna hier weer terug.
(de groene) Pullover hat einen Streifen.
ond +1 m = der grüne Pullover
(mijn groene) Pullover hat einen Streifen.
ond +1 m = mein grüner Pullover
mannelijke woorden
uitleg
Slide 7 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord & de 3e naamval
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
3e
dem / einem
+en
der / einer
+en
dem / einem
+en
den / keinen
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
Meine Großmutter hat (haar) Katze eine Jacke gestrickt.
mw +3 v = ihrer Katze
Meine Großmutter hat (haar lieve) Katze eine Jacke gestrickt.
mw +3 v = ihrer lieben Katze
vrouwelijke woorden
uitleg
Help!
Om dit te begrijpen, moet je eerst de les over de 3e naamval & ein-Gruppe gevolgd hebben!
Kom daarna hier weer terug.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Was weißt du noch?
Übersetze!
- Bart, wees stil!
- Doe je werk!
- Maik en Tschick, ga weg!
- Mevrouw Maier, blijft u aub!
Slide 11 - Slide
Tijdens de les:
Was weißt du noch? (10 Min.)
Jojo (5 Min.
Video oefenen(30 Min.)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Ergänze!
1. Meine alt___ Waschmaschine funktioniert noch, aber ich
brauche einen neu___ Staubsauger.
2. Mein alt___ Bett mit meiner rot___ Decke ist schön, aber
ich möchte auch einen bunt___ Teppich.
3. Mein groß___ Tisch ist sehr schön, aber meine alt___
Lampe möchte ich beim Umzug nicht mehr mitnehmen.
Slide 14 - Slide
Tijdens de les:
Was weißt du noch? (10 Min.)
Jojo (5 Min.)
Korrigieren: Bijvoegelijk naanwoord (15 Min.)
Autogrammjagd (15 Min.)
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Die Serie
Jeden Freitag schauen wir uns eine Folge an.
