3.4 Krachten in werktuigen

   3.4 Krachten in werktuigen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

   3.4 Krachten in werktuigen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen, Je kunt
  1.  het draaipunt en de armen in een hefboom herkennen.
  2. bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend. 
  3. bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een grote kracht een kleine kracht wordt uitgeoefend. 
  4. de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht.
  5. de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht, waarbij het draaipunt van de hefboom aan het uiteinde ligt

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Noem voorbeelden van hefbomen

Slide 5 - Mind map

Spierkracht niet genoeg?


Hefboom!!

Slide 6 - Slide

Wat is een hefboom?


Een draaipunt met een korte en een lange arm. 
Een last-arm en een werk-arm

Slide 7 - Slide

        De hefboomregel = evenwicht
     linksom                                          =                                                rechtsom
    Lengte arm * kracht op arm  =         Lengte arm * kracht op arm

 

Slide 8 - Slide

De hefboomregel
Momentwet  (Binas)
Mlinksom =Mrechtsom
M = F×l
Fl ×ll = Fr×lr
Werkarm × werkracht = lastarm × lastkracht

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Voorbeeld 2 (volledige berekening)
Bepaal of deze hefboom in evenwicht is als alle gewichtjes identiek zijn

Slide 11 - Slide

Oefenvraag:

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat is het symbool voor de kracht?
A
M
B
F
C
f
D
r

Slide 14 - Quiz

wat is de eenheid van de kracht?
A
F
B
N
C
m
D
Nm

Slide 15 - Quiz

Welke formule moet je gebruiken voor de hefboom regel?
A
F = m x g
B
M = F : g
C
M = F x r
D
F1 x L1 = F2 x L2

Slide 16 - Quiz

Wat is het gewicht van een voorwerp op aarde met een massa van 10 kg?
A
9,8 N
B
98 N
C
980 N
D
Niet uit te rekenen met deze gegevens

Slide 17 - Quiz

De arm van een kracht is altijd gelijk aan de lengte van de balk.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 18 - Quiz

De arm van een kracht is
A
de korte afstand vanaf de kracht naar het draaipunt
B
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht A naar de werklijn van kracht B.
C
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht A naar het draaipunt
D
Kortste afstand vanaf de werklijn van kracht B naar het draaipunt

Slide 19 - Quiz

Afsluiting
  1. Je kunt het draaipunt en de armen in een hefboom herkennen.
  2. Je kunt bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een kleine kracht een grote kracht wordt uitgeoefend. 
  3. Je kunt bij een hefboom in evenwicht beschrijven op welke manier met een grote kracht een kleine kracht wordt uitgeoefend. 
  4. Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht.
  5. + Je kunt de krachten en armen berekenen bij een hefboom in evenwicht, waarbij het draaipunt van de hefboom aan het uiteinde ligt

Slide 20 - Slide

Opdrachten maken
Wat: Lezen en maken 3.4 opdracht
Hoe: Fluisterstand  
Hulp: docent    
Tijd:  20 minuten lang    

timer
20:00

Slide 21 - Slide