Paragraaf 1

Atomen en straling

Hoofdstuk 8, paragraaf 1 (blz. 198).
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Atomen en straling

Hoofdstuk 8, paragraaf 1 (blz. 198).

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
  1. Wat betekent Radioactief (natuurlijk/kunstmatig)
  2. Wat is het verschil tussen moleculen (verdinding/element)
  3. Waar bestaan een atoom uit?
  4. Wat zijn isotopen?

Slide 2 - Slide

Radioactieve stoffen
Stoffen die straling uitzenden, noem je radioactief. 

Radioactieve stoffen vind je in de bodem, water en lucht en in je eigen lichaam. Deze zijn natuurlijk radioactief.

Slide 3 - Slide

Radioactieve stoffen
Toen mensen radioactiviteit ontdekten, zijn er ook radioactieve stoffen gemaakt.
Dat noem je kunstmatig radioactief. Sommige van die stoffen worden in de geneeskunde gebruikt.

Slide 4 - Slide

Atomen
Om erachter te komen wat
 radioactiviteit is, moet je kijken naar de bouwstenen van een molecuul. Die noem je atomen.

Als een molecuul uit verschillende atomen bestaat, noem je dat een verbinding.

Slide 5 - Slide

Elementen
Deze stoffen in het plaatje bestaan uit één soort atoom; die noem je een element.

Er bestaan meer dan 100 verschillende elementen.

Slide 6 - Slide

Aan de slag:
Maken: opdracht 1 t/m 4 (blz. 202).

Werk de eerste 10 min. in stilte en zelfstandig.
Klaar? Oefen flitskaarten of maar de eerste helft van de "test jezelf".
timer
10:00

Slide 7 - Slide

De bouw van een atoom
Een atoom bestaat uit:
  1. protonen
  2. neutronen
  3. elektronen
Een atoom heeft altijd evenveel protonen als elektronen.
Kern
Buiten

Slide 8 - Slide

Atoomnummers
De atomen van één element hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.
Elk element heeft zijn eigen atoomnummer.
Welk element heeft 6 protonen in de kern?

Slide 9 - Slide

Isotopen
Een kern van een element kan wel een verschillend aantal neutronen hebben. 

Om isotopen te onderscheiden kijk je naar het totale aantal kerndeeltjes. 

Slide 10 - Slide

Aan de slag:
Maken: opdracht 5 t/m 10 (blz. 204).

Werk de eerste 10 min. in stilte en zelfstandig.
Klaar? Maak de "test jezelf".
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Afsluiting
  • Wat betekent Radioactief (natuurlijk/kunstmatig)
  • Wat is het verschil tussen moleculen (verdinding/element)
  • Waar bestaan een atoom uit?
  • Wat zijn isotopen?

Slide 12 - Slide