2.8 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

2.8 SPELLING

Ga zitten waar je hoort te zitten volgens jullie plattegrond! 

Je hebt nodig: 

je iPad (dicht op tafel)

werkboek 

schrift + pen

Deze les: 

- lezen uit je leesboek

- kort samenvatten in je schrift wat je hebt gelezen

- herhalen wat sterke en zwakke werkwoorden zijn

- spelling van persoonsvorm verleden tijd

Stil lezen!

Je leest stil tot de timer klaar is. 

Daarna krijg je nog een paar minuten tijd om achterin je schrift op te schrijven wat je hebt gelezen. 

Wat is het verschil
tussen een sterk
en een zwak werkwoord?

Wat is een sterk werkwoord?

1. schilderen
2. roepen

Wat is een sterk werkwoord?

1. vragen
2. darten

Wat is een sterk werkwoord?

1. slapen
2. werken
3. branden
4. fietsen

Wat bedoelen we met
'verleden tijd'?

Wat weet je nog over
't kofschip/'t sexy fokschaap?

Spelling persoonsvorm in de VT

Wanneer gebruik je
een dubbele punt?

Aan de slag!

Maken: 

2.8 Spelling

Opdracht 1, 2, 4, 5, 6, + 7

Klaar? Zelf nakijken en aan mij laten zien. 

Klaar? Verder lezen 

+ samenvatten in je schrift