wonen in nederland H3 en H4

1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Verhuizen naar de stad
Vertrekken uit de stad
Vervallen wijken opknappen
Gezinnen met jonge kinderen
Jonge mensen met een baan
Werkzoekenden of studenten

Slide 2 - Drag question

groeikernenbeleid
re-urbanisatie
stedelijke vernieuwing
suburbanisatie
urbanisatie
1850-1960
1960-1980
vanaf 1974
vanaf 1980
vanaf 1997

Slide 3 - Drag question

re-urbanisatie
suburbanisatie
urbanisatie
herstructurering
Vinex-wijken
compacte stad 
ontstaan slaapsteden
industrialisatie
bouw stationsbuurt
 creatieve stad 
groei forensisme
stadsvernieuwing
groeikernen

Slide 4 - Drag question

wat ligt meestal het verste weg van het centrum van de centrale stad?
A
tuindorpen
B
vinexwijken
C
portiekflats
D
groeikernen

Slide 5 - Quiz

Wat zorgt voor een kleiner onderscheid tussen stad en platteland
A
het Groene Hart
B
verdichting in grote steden
C
ontwikkeling stadsgewest
D
urbanisatie

Slide 6 - Quiz

Brabantstad is een
A
stad
B
agglomeratie
C
stadsgewest
D
stedelijke zone

Slide 7 - Quiz

hee, een nieuw gezin met kinderen erbij! Nu haalt de school vast ... om open te kunnen blijven!
A
de reikwijdte
B
het draagvlak
C
de drempelwaarde
D
het verzorgingsgebied

Slide 8 - Quiz

De reikwijdte van een voorziening op platteland is ... vergeleken met dezelfde voorziening in een stad.
A
groter
B
kleiner
C
hetzelfde

Slide 9 - Quiz

vanaf welk jaar werd het witte gedeelte gebouwd in Amsterdam?
A
1901
B
1945
C
1988

Slide 10 - Quiz

wat hoort niet bij een compacte stad?
A
hoge automobiliteit
B
vinexwijken
C
stedelijke vernieuwing
D
verdichting

Slide 11 - Quiz

wat voor type woonwijk is dit?
A
tuindorp
B
vinexwijk
C
bloemkoolwijk
D
arbeidersbuurt

Slide 12 - Quiz

welk begrip is hier het best van toepassing?
A
renovatie
B
herstructurering
C
stadsvernieuwing
D
creatieve stad

Slide 13 - Quiz

hier is sprake van welk probleem?
A
toegankelijkheid
B
onderhoud
C
overzichtelijkheid
D
toezicht

Slide 14 - Quiz

wat heeft de leefbaarheid in centrale steden het meest aangetast?
A
aanleg tuinwijken
B
compacte stad
C
aanwijzen groeikernen
D
bouw vinexwijken

Slide 15 - Quiz

wanneer is deze buurt gebouwd?
A
voor 1900
B
1901-1940
C
1945-1970
D
jonger dan 1970

Slide 16 - Quiz