221025 1D ZN en BN

1D: Zelfst. + bijv. nw.
Leg klaar: 
- leesboek
- lesboek
- schrift
- pen of potlood
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1D: Zelfst. + bijv. nw.
Leg klaar: 
- leesboek
- lesboek
- schrift
- pen of potlood

Slide 1 - Slide

WAT GAAN WE DOEN?
  • Boek lezen
  • Zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Slide

LESDOEL
Aan het einde van de les kun je:
  • zelfstandige en (stoffelijk) bijvoeglijke naamwoorden herkennen

Slide 3 - Slide

VOLGORDE LES VANDAAG
  • Lestijd 2e uur: 09:15 - 10:05
  • 09:15 - 09:20 Welkom
  • 09:20 - 09:30 Lezen in leesboek
  • 09:30 - 10:00 Zn en BN theorie en opdrachten maken
  • 10:00 - 10:05 Afsluiting les + Plenda

Slide 4 - Slide

LEZEN IN JE LEESBOEK
timer
10:00

Slide 5 - Slide

TOETS 8 NOVEMBER
Waar gaat de toets over?
  • Lees- en woordraadstrategieën, onderwerp en hoofdgedachte 10-22
  • Tekstsoorten 24-29
  • Schrijven en tekstdoelen 116-121
  • Grammatica 204-211
  • Formuleren 230-233
  • Spelling 244-247 + 252-253


Slide 6 - Slide

TOETS 8 NOVEMBER
Hoe leer je dit?

  • Leer van de genoemde pagina's de groene blokken theorie
  • Maak hiervan voor jezelf een uittreksel
  • Oefen opgaven nog een keer online
  • Maak voor jezelf een planning


Slide 7 - Slide

TOETS 8 NOVEMBER
Voorbeeldplanning:
26-10 sv p. 10-22                                             04-11 Opdrachten oefenen 31-10 - 2-11
27-10 sv p. 24-29 + lez                                  05-11 Wat snap ik nog niet?
28-10 sv p. 116-121 + lez                                07-11 Vragen stellen in de les!
31-10 sv p. 204-211 + lez
01-11 sv p. 230-233 + lez
02-11 sv  p. 244-247 + 252-253 + lez
03-11 Opdrachten oefenen 26/28-10

Slide 8 - Slide

ZELFSTANDIG NAAMWOORD
- ZN
- ZN-e: eigen naam

Lidwoord:
bepaald: de, het
onbepaald: een

Slide 9 - Slide

MAKEN OPDRACHT 2 P.209
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet streepjes tussen de zinsdelen
3. Noteer het onderwerp

A-F per zin 
timer
1:00

Slide 10 - Slide

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 
  • kan zowel voor als achter een zelfstandig naamwoord staan.
  • meeste hebben een korte en een lange (met een e) vorm:
                 - de dame is slim (korte vorm)  
                 - de slimme dame (lange vorm)
  • Staat het lidwoord ‘een’ voor een ‘het’-woord? Dan  de korte vorm:                             - het lekkere ontbijt → een lekker ontbijt
                           




Slide 12 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord:

  • Zet een e achter het woord (gezellig - gezellig)
  • Verdubbel de laatste letter en zet een e achter het woord (snel - snelle)
  • Haal een a, e, o of u weg en zet een e achter het woord. Plaats een trema voor de uitspraak (financieel - financiële) 
  • Verander een f in een v of een s in een z en zet een e achter het woord. Soms moet je ook nog een klinker weglaten (boos - boze)

Slide 13 - Slide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (st.bn)
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord (st.bn) geeft aan van welke stof iets is gemaakt. 
  • maar één vorm (hout - houten)
  • eindigt meestal op -en.
  • uit een andere taal of een nog zo lang bestaande stof eindigen meestal niet op -en (plastic)

Slide 14 - Slide

MAKEN OPDRACHT 3 P.211
1. Onderstreep de bijvoeglijke naamwoorden
2. Benoem ze: bn of st.bn


A-F per zin 
timer
0:30

Slide 15 - Slide

AAN DE SLAG
Maak een planning voor de toets.

Dit doe je voor jezelf en dus stil







Slide 16 - Slide

EVEN HERHALEN
Lesdoel: Aan het einde van de les kun je:
  • zelfstandige en (stoffelijk) bijvoeglijke naamwoorden herkennen

Slide 17 - Slide

HUISWERK
Maak een planning voor de toets.
Inleveren boektitel uiterlijk woensdag!

Woordenschrift elke donderdag!





Slide 18 - Slide