21e-eeuwse vaardigheden

• Mediawijsheid
• MBO
• Studiejaar 1

21e-eeuwse vaardigheden

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je verschillende soorten sociale en culturele vaardigheden benoemen.
• Aan het einde van de les kun je voorbeelden geven van zelfregulering.
• Aan het einde van de les kun je het belang van samenwerking uitleggen.
• Aan het einde van de les kun je het concept van kritisch denken beschrijven.
• Aan het einde van de les kun je het belang van effectieve communicatie onderstrepen.
• Aan het einde van de les kun je uitleggen wat mediawijsheid inhoudt.
• Aan het einde van de les kun je het belang van creatief denken en probleemoplossing aantonen.
• Aan het einde van de les kun je basis ICT-vaardigheden opsommen.
• Aan het einde van de les kun je uitleggen wat computationeel denken inhoudt.

Wat weet je al over 21e-eeuwse vaardigheden?

21e-eeuwse vaardigheden

Dit materiaal behandelt de 21e-eeuwse vaardigheden, waaronder sociale en culturele vaardigheden, zelfregulering, samenwerken, kritisch denken, communiceren, mediawijsheid, creatief denken, probleemoplossen, ICT-basisvaardigheden, en computationeel denken. Elk van deze vaardigheden is essentieel in de moderne wereld, vooral in het licht van technologische vooruitgang en globalisering.

Sociale en culturele vaardigheden

De vaardigheden die nodig zijn om effectief te kunnen functioneren in verschillende sociale en culturele omgevingen.

Zelfregulering

Het vermogen om je eigen gedrag en emoties te beheersen en je aan te passen aan veranderende omstandigheden.

Samenwerken

Het vermogen om effectief te werken in een team of groep om gemeenschappelijke doelen te bereiken.

Kritisch denken

Het vermogen om duidelijk en rationeel na te denken en logische verbindingen te maken tussen ideeën.

Communiceren

Het vermogen om informatie en ideeën effectief over te brengen en te ontvangen.

Mediawijsheid

Het vermogen om media te begrijpen, analyseren, evalueren en gebruiken.

Creatief denken en probleemoplossen

Het vermogen om nieuwe en innovatieve ideeën te genereren en oplossingen te vinden voor problemen.

ICT-basisvaardigheden

De fundamentele vaardigheden die nodig zijn om te werken met informatie- en communicatietechnologieën.

Computationeel denken

Het vermogen om problemen op te lossen met behulp van computertechnieken en -principes.

Definitie van 21e-eeuwse vaardigheden

• Sociale en culturele vaardigheden: De vaardigheden die nodig zijn om effectief te kunnen functioneren in verschillende sociale en culturele omgevingen.
• Zelfregulering: Het vermogen om je eigen gedrag en emoties te beheersen en je aan te passen aan veranderende omstandigheden.
• Samenwerken: Het vermogen om effectief te werken in een team of groep om gemeenschappelijke doelen te bereiken.
• Kritisch denken: Het vermogen om duidelijk en rationeel na te denken en logische verbindingen te maken tussen ideeën.
• Communiceren: Het vermogen om informatie en ideeën effectief over te brengen en te ontvangen.
• Mediawijsheid: Het vermogen om media te begrijpen, analyseren, evalueren en gebruiken.
• Creatief denken en probleemoplossen: Het vermogen om nieuwe en innovatieve ideeën te genereren en oplossingen te vinden voor problemen.
• ICT-basisvaardigheden: De fundamentele vaardigheden die nodig zijn om te werken met informatie- en communicatietechnologieën.
• Computationeel denken: Het vermogen om problemen op te lossen met behulp van computertechnieken en -principes.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.