This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
evaluatie vorige les/huiswerk
wat heb je geleerd?
belangrijke vragen bespreken 42, 45 en 47
Slide 1 - Slide
opgave 42
dia-grootte 35mm=3,5 cm, b=400 cm en beeld-grootte=250 cm
formules: N=A*B*/AB=b/v,
N=250/3,5=71,4, v=b/N=400/71,4=5,6 cm
Slide 2 - Slide
opgave 47
bij deze opgave heb je geen b en v maar b+v=4,21 m.
oplossing: stelsel van twee vergelijkingen en twee onbekenden>> substitueren. We gaan deze opgave met makkelijke getallen maken
N=A*B*/AB= 10/2=5 en b+v=60 cm>> N=b/v dus 5v=b
vervang b met 5v; b+v=5v+v=6 v=60 cm, dus v=10 cm en b=50 cm. Maak nu opgave 47 zelf met de andere gegevens
Slide 3 - Slide
opgave 46
Slide 4 - Slide
Vergroting
N=VB
N=vb
Slide 5 - Slide
wat heb je geleerd?
Slide 6 - Open question
Jouw ogen
uitleggen hoe je scherp op verschillende afstande kunt zien
benoemen van de oorzaken, de eigenschappen en de oplossingen van de oogafwijkingen
berekeningen kunnen maken met lenssterkte en lensformule
Slide 7 - Slide
het oog
Noem drie onderdelen van het oog die ook in een camera zitten.
camera: een lens, diafragma en beeldchip
ooglens, de pupil en het netvlies
Slide 8 - Slide
Oogafwijking
Oudziend/verziend +
Bijziend -
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Normaal zien
Vertepunt
Nabijheidspunt
Accommoderen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Lenssterkte
Slide 13 - Slide
Lenzenformule
f1=v1+b1
Slide 14 - Slide
maak opgave 72
Slide 15 - Slide
wat heb ik vandaag geleerd?
A
berekeningen maken met vergroting en lenssterkte
B
een beeld construeren bij een bolle lens
C
berekeningen maken met lenzenformule
D
alle eigenschappen, oorzaken en oplossingen kennen van oogafwijkingen
Slide 16 - Quiz
wat is de functie van jouw ooglens
A
licht in je ogen laten komen
B
het regelen van het licht
C
een bescherm laagje vormen
D
zorgen voor een scherp beeld
Slide 17 - Quiz
wat is de functie van de pupil?
A
het breken van het licht
B
het regelen van lichtsterkte
C
de plaats waar het beeld komt staan
D
het weerkaatsten van het licht
Slide 18 - Quiz
Lensformule
Op de volgende dia's krijg je een paar opgaven om te oefenen. Reken de antwoorden uit en NOTEER DE ANTWOORDEN OOK IN JE SCHRIFT.
Slide 19 - Slide
Een voorwerp staat op 20 cm afstand van een lens met een brandpuntsafstand van 7 cm. Bereken de beeldafstand. Geef je antwoord in 1 cijfer achter de komma.
Slide 20 - Open question
Een voorwerp staat op 25 cm afstand van een lens. Er ontstaat een beeld op 35 cm achter de lens. Bereken de brandpuntsafstand. Geef je antwoord in 1 cijfer achter de komma.
Slide 21 - Open question
Een voorwerp staat voor een lens met een brandpuntsafstand van 12 cm. 36 cm achter de lens ontstaat het beeld van het voorwerp. Bereken de voorwerpsafstand. Geef je antwoord in 1 cijfer achter de komma.
Slide 22 - Open question
Lensformule
Je kunt je antwoorden nu controleren met een simulatie. Klik hier Aan de rechterkant staan kun je gegevens invullen. Ook kun je kiezen tussen speciale lichtstralen en een hele lichtbundel. Kies voor de lichtbundel. Op de volgende dia staan nog een keer de opgaven. Vul de (berekende) voorwerpsafstand en de (berekende) brandpuntsafstand in, en kijk of je de juiste beeldafstand krijgt.
Slide 23 - Slide
Hoeveel antwoorden had je goed?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 24 - Quiz
Lenssterkte (Dioptrie)
Oogarts en opticien gebruiken de Lensterkte (eenheid dioptrie, dpt) om de sterkte (S) van brilleglazen aan te geven.
Grootheid: Lenssterkte, S Eenheid: Dioptrie, dpt
Slide 25 - Slide
https:
Slide 26 - Link
Lensformule
Opdracht 1: f = 7 cm, v = 20 cm. Bereken b. Opdracht 2: v = 25 cm, b = 35 cm. Bereken f. Opdracht 3: f = 12 cm, b = 36 cm. Bereken v.