Hoofdstuk 5 - Politieke stromingen

Politiek
Basis: Hoofdstuk 5
Kader: hoofdstuk 4

Politieke stromingen

1 / 32
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Politiek
Basis: Hoofdstuk 5
Kader: hoofdstuk 4

Politieke stromingen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Ik kan de verschillende politieke stromingen benoemen en uitleggen

- Ik kan deze stromingen koppelen aan partijen 


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Christen-democratie
  • Geloof en bijbel - zorgen voor elkaar
  • Gezinnen staan voornamelijk centraal
  • Aanvullende overheid

Slide 6 - Slide

Maken
Basis: 1, 2, 5, 6, 8, 9, 10 en 11

Kader: 1 t/m 5, 14
begrippen t/m: rentmeesterschap


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Maken
Basis: 3, 4, 7, 12
+ begrippen en samenvatting

Kader: 6 t/m 13, 15
+ samenvatting

Slide 14 - Slide

Wat is een liberale politieke partij?
A
CDA
B
ChristenUnie
C
SP
D
VVD

Slide 15 - Quiz

Wat hoort niet bij het liberalisme?
A
Kleine overheid
B
Harmonie
C
Veel geld naar veiligheid
D
Particulier initiatief

Slide 16 - Quiz

Wat is een belangrijke kenmerk van het socialisme?
A
Kleine overheid
B
Gelijkheid
C
Opkomen voor de rijkeren
D
één belangrijke leider

Slide 17 - Quiz

Christen-democratie komt vooral op voor...
A
... gezinnen met kinderen
B
... mensen met weinig geld
C
... werkende burgers
D
... een actieve overheid

Slide 18 - Quiz

Welke waarde vinden de christen-democraten belangrijk?
A
Gelijkheid
B
Naastenliefde
C
Vrijheid
D
Duurzaamheid

Slide 19 - Quiz

Welke stroming?
voor een respectvolle omgang met dieren en tegen megastallen.
voor méér natuur en tegen de jacht.


A
Liberalisme
B
Socialisme
C
Ecologisme
D
Rechts-extremisme

Slide 20 - Quiz

Lees de tekst.

Welke politieke stroming past het beste bij de tekst?
A
de christendemocratische stroming
B
de liberale stroming
C
de sociaaldemocratische stroming
D
de rechts-extremistische stroming

Slide 21 - Quiz

Een aantal Europese landen heeft partijen die vaak worden ingedeeld bij rechts-extremistische stroming.

Welke kenmerken passen bij een rechts-extremistische partij?
A
centraal leiderschap en nationalisme
B
individuele vrijheid en rentmeesterschap
C
internationale solidariteit en deregulering
D
verkleinen van verschillen in inkomen en kleine rol van de overheid

Slide 22 - Quiz

Lees de tekst.

Welke partij heeft het meest liberale standpunt over het vaderschapsverlof?
A
Partij A
B
Partij B
C
Partij C
D
Partij D

Slide 23 - Quiz

Een aantal Europese landen heeft partijen die vaak worden ingedeeld bij rechts-extremistische stroming.

Welke kenmerken passen bij een rechts-extremistische partij?
A
centraal leiderschap en nationalisme
B
individuele vrijheid en rentmeesterschap
C
internationale solidariteit en deregulering
D
verkleinen van verschillen in inkomen en kleine rol van de overheid

Slide 24 - Quiz

sociaal-democraten
liberalen
extreem-rechts
christen-democraten
opkomen voor de zwakkeren
willen minder regels
nationalisme
gespreide verantwoordelijkheid

Slide 25 - Drag question

Met het idee van 'gespreide verantwoordelijkheid' bedoelen christendemocraten dat de verantwoordelijkheid
A
gedeeld wordt door overheid, burgers en maatschappelijke organisaties
B
gedeeld wordt door alle politieke partijen
C
bij individuele burgers ligt
D
niet bij de overheid ligt

Slide 26 - Quiz

Waar hoort gelijkwaardigheid bij?
A
christen-democratie
B
liberalisme
C
sociaal-democratie

Slide 27 - Quiz

Deze stroming wil een actieve overheid en ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie

Slide 28 - Quiz

De overheid beslist om het makkelijker te maken om uitkeringen te krijgen.

Bij welke stroming past dit besluit?
A
Sociaal-democraten
B
Christen-democraten
C
Liberalisme
D
Extreem-rechts

Slide 29 - Quiz

Bedrijven die gehandicapten aannemen als werknemers krijgen een vergoeding.

Bij welk uitgangspunt van politieke stromingen past dit?
A
Rentmeesterschap
B
Vrijemarkteconomie
C
Opkomen voor de zwakkeren
D
Gelijkheid

Slide 30 - Quiz

''Wij willen armoede bestrijden. We willen een structurele verhoging van tien procent van het wettelijk minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen. Ook zouden gemeenten meer mogelijkheden moeten krijgen om armoede onder kinderen te bestrijden.'' Waar past deze uitspraak het best bij?
A
Christen-democraten
B
Sociaal-democraten
C
Liberalisme
D
Extreem-rechts

Slide 31 - Quiz

"We moeten in Nederland denken aan de volgende generaties door aan een duurzame wereld te werken." Bij welke stroming hoort deze uitspraak?
A
Sociaal-democratische stroming
B
Christen-democratische stroming
C
Ecologische stroming
D
Liberale stroming

Slide 32 - Quiz