H8.3 - Vergroten & Verkleinen

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je:
  • uitleggen wat de termen vergrotingsfactor en gelijkvormigheid betekenen,
  • de vergrotingsfactor berekenen tussen een origineel en een beeld
  •  de afmetingen van het origineel of het beeld berekenen met de vergrotingsfactor.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je:
  • uitleggen wat de termen vergrotingsfactor en gelijkvormigheid betekenen,
  • de vergrotingsfactor berekenen tussen een origineel en een beeld
  •  de afmetingen van het origineel of het beeld berekenen met de vergrotingsfactor.

Slide 1 - Slide

terugblik 

Slide 2 - Slide


Wat is de inhoud van de piramide?
A
36 cm3
B
12 cm3
C
18 cm3
D
108 cm3

Slide 3 - Quiz

Inhoud Piramide

Slide 4 - Slide

Bereken de inhoud van de kegel?
Rond af op één decimaal
timer
2:00

Slide 5 - Open question

Op welke schaal is het model gemaakt?
lengte: 1,33m                          lengte: 79,8m

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

lengte: 1,33m                      lengte: 79,8m
1,3379,8=60
 Het echte vliegtuig is 60 x groter dan het schaalmodel.

Slide 8 - Slide

Inhoud Kegel

Slide 9 - Slide

lengte: 1,33m                                                             lengte: 79,8m
1,3379,8=60
Je kunt ook zeggen:
De vergrotingsfactor is 60
of
Bij het schaalmodel hoort de schaal 1 : 60

Slide 10 - Slide

beeld                                                                      origineel
Zowel voor vergroten als verkleinen gebruiken we het woord Vergrotingsfactor
beeld                                                                      origineel
601
60
=


=

Slide 11 - Slide



In het algemeen geldt:
k=origineelbeeld
Bij vergroting: Een vergrotingsfactor groter dan 1
Bij verkleining: Een vergrotingsfactor kleiner dan 1
Vergrotingsfactor k

Slide 12 - Slide

Gelijkvormig
Bij vergrotingen en verkleiningen hebben origineel en beeld dezelfde vorm.

Dit noemen we gelijkvormigheid.

Slide 13 - Slide

Hoe bereken je de vergrotingsfactor?

Vergrotingsfactor =
A
lengte origineel : lengte beeld
B
lengte beeld : lengte origineel

Slide 14 - Quiz

Wat is de vergrotingsfactor ?
A
2
B
0,5

Slide 15 - Quiz

Wat is de vergrotingsfactor?
A
1, 9 : 2,8 = 0,68
B
2,8 : 1,9 = 1,47

Slide 16 - Quiz

Wat is de vergrotingsfactor?
1 decimaal

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Aan de slag
H8.3:28, 29, 30, 35, 38, 44, 48, 53, 55

Slide 19 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kun je:
  • uitleggen wat de termen vergrotingsfactor en gelijkvormigheid betekenen,
  • de vergrotingsfactor berekenen tussen een origineel en een beeld
  •  de afmetingen van het origineel of het beeld berekenen met de vergrotingsfactor.

Slide 20 - Slide