Samentrekking

samentrekking H 1
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

samentrekking H 1

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les kun je:
voor- en achterwaartse samentrekkingen op verschillende niveaus herkennen en gebruiken. (woordniveau, zinsniveau, woordgroepsniveau)

Slide 2 - Slide

Wat is eigenlijk een samengestelde zin?

Slide 3 - Open question

Het is nu vrijdag en we zijn weer op school.
A
samengestelde zin
B
geen samengestelde zin (dus een enkelvoudige zin)

Slide 4 - Quiz

Wat is eigenlijk een samengestelde zin?


Een zin met meer dan 1 persoonsvorm noemen we een samengestelde zin.

Het is nu vrijdag en we zijn weer op school. (zet de zin in een andere tijd en je ziet hoeveel pv's veranderen)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is een samentrekking (in een woord of in een zin)? probeer het te omschrijven.

Slide 7 - Open question

Hoe kun je dit korter schrijven?
landsgrenzen en provinciegrenzen
(dat noemen we een samentrekking)

Slide 8 - Open question

Hoe kun je dit korter schrijven?
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden
(dat noemen we een samentrekking)

Slide 9 - Open question

Hoe kun je dit korter schrijven?
Marius reed te hard en Marius kreeg daarom een boete. (dat noemen we een samentrekking)

Slide 10 - Open question

Samentrekking
Dit betekent eigenlijk gewoon 'korter schrijven' of 'woord(en) weglaten'.


landsgrenzen en provinciegrenzen                                           ->                       
                                                                                              lands- en provinciegrenzen
nationale wedstrijden en internationale wedstrijden       -> 
                                                                                                nationale en internationale wedstrijden
Marius reed te hard en Marius kreeg daarom een boete. -> 
                                                                                               Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.


Slide 11 - Slide

vandaag
  • instructie samentrekking afmaken
  • oefenen samentrekking
  • tijd over? herhaling stijlfiguren (oefening voor toets)
  • 10.15 'strategie' presentaties bespreken


Toets taalverzorging: vrijdag 17 mei

Slide 12 - Slide

Samentrekking
Voorwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel en weggelaten in het laatste deel
  • een goedkope armband en een dure armband
  • een goedkope armband en een dure
Achterwaartse: het gezamenlijke deel wordt genoemd in het laatste deel en weggelaten in het eerste deel
  • in voorspoed en tegenspoed
  • in voor- en tegenspoed

Slide 13 - Slide

even oefenen

Slide 14 - Slide

nationale en internationale wedstrijden
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 15 - Quiz

lands- en provinciegrenzen
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 16 - Quiz

Marius reed te hard en kreeg daarom een boete.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 17 - Quiz

beroemde zwemmers en schaatsers
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 18 - Quiz

in voor- en tegenspoed
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 19 - Quiz

Samentrekking
Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus.
  1. woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-)
  2. woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg
  3. zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg

Slide 20 - Slide

Samentrekking: voorbeelden
Een samentrekking kan voorkomen op drie niveaus.
1. woordniveau: je laat een deel van het woord weg en plaatst een streepje (-)
carnavalsfeesten en -optochten

2. woordgroepsniveau: je laat één of meer woorden weg
gescheiden mannen en vrouwen

3. zinsniveau: je laat één of meer zinsdelen weg
Jolinde gaat op de fiets en Tamar op de scooter
Wij schaatsten en onze kinderen sleeden in die strenge winter elke dag.

Slide 21 - Slide

weer even oefenen

Slide 22 - Slide

Leest je zus eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur?
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 23 - Quiz

Leest je zus eigenlijk liever jeugd- of volwassenliteratuur?
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 24 - Quiz

Ik spaar al jaren cartoons uit het buitenland en strips uit Nederland.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 25 - Quiz

Gebruikt u altijd katoenen of papieren zakdoekjes?
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 26 - Quiz

Gebruikt u altijd katoenen of papieren zakdoekjes?
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking

Slide 27 - Quiz

Maak nu:
Hoofdstuk 1
Grammatica
Zinsdelen: samentrekkingen
startopdracht, 1 en 2 (15 minuten)





Slide 28 - Slide