Herhaling hoofdstuk

Waarom zijn plastic tasjes slecht voor het milieu?
A
Plastic is een kunststof, dat betekent dat dieren er in kunnen stikken
B
Plastic is een natuurlijke stof, die kan niet worden afgebroken in de natuur
C
Plastic is een kunststof, dat betekent dat het niet goed wordt afgebroken in de natuur
D
Plastic vormt groepjes in de zee waar eenden ziek van worden
1 / 11
next
Slide 1: Quiz
ScheikundeMiddelbare schoolLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Waarom zijn plastic tasjes slecht voor het milieu?
A
Plastic is een kunststof, dat betekent dat dieren er in kunnen stikken
B
Plastic is een natuurlijke stof, die kan niet worden afgebroken in de natuur
C
Plastic is een kunststof, dat betekent dat het niet goed wordt afgebroken in de natuur
D
Plastic vormt groepjes in de zee waar eenden ziek van worden

Slide 1 - Quiz

Stoffen en materialen
Natuurlijke materialen
Grondstoffen
Nieuwe materialen -- plastic, ijzer, aluminium, beton, etc.
Kunststoffen (plastic) gemaakt van aardolie; veelzijdig en slijtvast
Stofeigenschappen (kookpunt, kleur, smeltpunt, kooktraject, geur, smaak, dichtheid)
Reacties in schema: beginstoffen --> reactieproducten

Slide 2 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Zuivere stof; 1 stof
Mengsels; 2 of meer stoffen
Homogene mengsels: je kan niet zien dat het een mengsel is (bijv oplossingen)
Heterogene mengsels: Je ziet verschillende stoffen in het mengsel (bijv suspensies en emulsies)

Slide 3 - Slide

Soorten mengsels

Oplossing: heldere vloeistof met opgeloste stof
Emulsie: Ondoorzichtige vloeistof waar druppels van een andere vloeistof in zweven
Suspensie: Troebele vloeistof met kleine stukken vaste stof
Rook: vaste deeltjes in gas
Nevel: Vloeistof in gas
Schuim: Gasbellen in vloeistof of vaste stof

Slide 4 - Slide

Kook- en smelttraject
Bij een zuivere stof is het smeltpunt en kookpunt te zien in grafieken
Bij een mengsel niet

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Massa en volumepercentage
Massapercentage = (massa opgeloste stof : massa mengsel) x 100%
Volumepercentage = (volume opgeloste stof : volume mengsel) x 100%

Slide 7 - Slide

Voorbeeld: Een glas wijn bevat 12% alcohol. Het volume van het glas wijn is 150 mL. Hoeveel mL alcohol zit er in dit glas?
A
15 mL
B
130 mL
C
18 mL
D
24 mL

Slide 8 - Quiz

Scheidingsmethoden:
Centrifugeren (laten bezinken)
Zeven/filtreren (residu- blijft achter en filtraat - vloeistof)
Indampen (verdampen en overblijfsel opvangen)
Destilleren (verdampen en damp opvangen)
Extraheren (oplossen van een deel)
Absorptie (hechting aan andere stof)
Chromatografie (kleur scheiden door best oplossende stof te scheiden van best hechtende stof)

Slide 9 - Slide

En nu?
Maak samen met je buurman of buurvrouw de kennistest

Slide 10 - Slide

Sterke drank
Destilleren kan worden gebruikt om (verhoudingsgewijs) meer alcohol in drankjes te krijgen.
Hoe zou dat in zijn werk gaan?

Slide 11 - Slide