2H 2.2 en intro 2.3

Paragraaf 2.2 en intro 2.3
Klas 2H

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 2.2 en intro 2.3
Klas 2H

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Herhaling paragraaf 2.1
  • Leerdoelen
  • Uitleg 2.2
  • Zelf aan de slag met huiswerk: Opdrachten 14, 15, 16, 18, 21 t/m 25
  • Test
  • Intro 2.3

Slide 2 - Slide

Materiaal en stof 
Geen materiaal, wel een stof 
Voorwerp 
water
stoel 
hout
ijzer
benzine
alcohol 
schroef 
glas 
erlenmeyer

Slide 3 - Drag question

Welke van de volgende eigenschappen zijn een stofeigenschap van azijn? Sleep elk antwoord naar de juiste plaats.
wel stofeigenschap
Geen stofeigenschap
zit in een plastic fles
sterke geur
wordt in salades gebruikt
zure smaak
kleurloos
lost kalkaanslag op

Slide 4 - Drag question

Sleep de begrippen naar de juiste veiligheidspictogrammen.
Er blijft 1 begrip over.
23
Je kunt een gevarensymbool herkennen of zelf tekenen.
L2
schadelijk
corrosief
ontvlambaar
oxiderend
giftig

Slide 5 - Drag question

Voorwerp ->
stof

Scheikunde speelt zich
af op nanoschaal.

1 nm = 10-9 m

Slide 6 - Slide

Stof --> molecuul

  • Alle stoffen bestaan uit deeltjes, die moleculen worden genoemd.
  • Elke stof bestaat uit andere moleculen.
  • De moleculen zijn zo klein, dat wij deze niet kunnen zien.

Slide 7 - Slide

Mengsel
Zuivere stof

Slide 8 - Drag question

Zuivere stof of mengsel?
Zuivere stof
Mengsel

Slide 9 - Drag question

Leerdoelen 2.2
Ik weet dat stoffen bestaan uit deeltjes die moleculen heten.
Ik kan uitleggen wat een mengsel en zuivere stof is
Ik weet wat het verschil tussen een oplossing en suspensie is
Ik weet wat filtreren is
Ik weet wat extraheren is


Slide 10 - Slide

Mengsel: Oplossing
Een oplossing is een mengsel van:
- een gas met een vloeistof 
- een vloeistof met een vloeistof 
- een vloeistof met een vaste stof

Een oplossing is helder; je kunt er doorheen
kijken! Let op: een oplossing kan een kleur hebben.




  


                                               

                                                                                                  

Slide 11 - Slide

Mengsel: Suspensie
Een suspensie is een mengsel van:

een vloeistof met een vaste stof

Een suspensie is troebel; je kunt er niet doorheen
kijken!




  


                                               

                                                                                                  

Slide 12 - Slide

Suspensie vs Oplossing
oplossing: altijd helder en doorzichtig.
suspensie: troebel, kan er niet doorheen kijken en zakt uit

Slide 13 - Slide

Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren.
Gebruiken we om een suspensie te scheiden.

Mengsels scheiden
Filteren
Extraheren
latijn: residere = overblijven


Gebruiken we om stoffen ergens in op te laten lossen.

latijn: ex = uit en trahere = trekken


Slide 14 - Slide

Filtreren:
  •  Op basis van deeltjesgrootte.
  •  Grote deeltjes gaan niet door het filtreerpapier, kleine deeltjes wel.
Het RESidu is de RESt.
De vaste stof die in het filter achterblijft.

Het filtrAAT is wat door het filter gAAT.
De vloeistof die niet door het filter wordt tegengehouden.

Slide 15 - Slide

Filtreren
Het residu bestaat uit stoffen die niet zijn opgelost. Deze bleven over in de filter.

Het filtraat bestaat uit het oplosmiddel en de opgeloste stoffen.

Slide 16 - Slide

Extraheren
Als je heet water bij koffie doet, lossen de geur-, kleur,- en smaakstoffen op in het water.
Extraheren is op basis van oplosbaarheid. Koffieprut bestaat uit de stoffen die niet oplossen.

Slide 17 - Slide

Extraheren schematisch

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Maak de volgende opgaven van paragraaf 2.2: 14, 15, 16 en 18



Maak de volgende opgaven van paragraaf 2.3: 21 t/m 25

Slide 19 - Slide

Oplossing
Suspensie

Slide 20 - Drag question

Extraheren
filtreren

Slide 21 - Drag question

Elke scheidingsmethode berust op een verschil in stofeigenschap. Sleep de eigenschappen naar je juiste scheidingsmethode.
Filtreren
Extraheren
Deeltjesgrootte
Oplossingsvermogen

Slide 22 - Drag question

Paragraaf 2.3

Slide 23 - Slide

Eenheden van massa en volume omrekenen: gram, liter, meter

Slide 24 - Slide

Volume - vaste stof
Vierkant of balk: lengte x breedte x hoogte
Cilinder:    x π x h

Slide 25 - Slide

Stoffen nemen ruimte in: Volume
Volume bepalen met: 

een maatcilinder
aflezen

Slide 26 - Slide

Wat is de stand van de
maatcilinder:
A
32 ml
B
33 ml
C
32 cm3

Slide 27 - Quiz

Hoeveel ml zit in de
maatcilinder?
A
22 ml
B
23 ml
C
24 ml

Slide 28 - Quiz


Wat is het volume van de vloeistof in de maatcilinder?
A
63 mL
B
66 mL
C
68 mL
D
70 mL

Slide 29 - Quiz


Wat is het volume?
A
64cm3
B
16cm3
C
64m3
D
16m3

Slide 30 - Quiz

Alvast een waarschuwing:
De massa, volume en vorm van een stof zijn geen voorbeelden van stofeigenschappen!

Slide 31 - Slide