What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Pv + Ow+ wwgez 2kt1
Taalverzorging grammatica
De persoonsvorm benoemen
Het onderwerp benoemen
Het werkwoordelijk gezegde
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Taalverzorging grammatica
De persoonsvorm benoemen
Het onderwerp benoemen
Het werkwoordelijk gezegde
Slide 1 - Slide
Wat is de pv in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.
Slide 2 - Open question
Wat is de pv in de zin:
Hoeveel beltegoed heb jij gekregen?
Slide 3 - Open question
2. De persoonsvorm vind je door
A
De zin vragend maken
B
Door de tijdsproef.
C
door alle werkwoorden uit de zin op te schrijven
D
de PV is het woord dat vooraan staat
Slide 4 - Quiz
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar
C
soms
D
geen idee
Slide 5 - Quiz
Wat is de PV in de volgende zin:
Mijn opa leest de krant.
A
opa
B
mijn
C
leest
D
de krant
Slide 6 - Quiz
wat is de PV in de volgende zin:
Vandaag beginnen we met wiskunde.
A
beginnen
B
wiskunde
C
met
D
we
Slide 7 - Quiz
Onderwerp
Stap 1: Zoek de persoonsvorm
Stap 2: Wie of wat + pv
Slide 8 - Slide
Hoe vind je het ONDERWERP in een zin?
A
maak de zin vragend
B
wie of wat + PV
C
wie of wat + wwg
D
pv + wwg
Slide 9 - Quiz
Wat is het onderwerp van deze zin:
Gisteren heeft mijn moeder mij geholpen met mijn huiswerk.
Slide 10 - Open question
Wat is het onderwerp van deze zin:
Niels zit elke avond op zijn telefoon.
Slide 11 - Open question
Wat is het onderwerp van deze zin:
Heb jij nog een slaapplaats kunnen regelen?
Slide 12 - Open question
Wat is het onderwerp van deze zin:
Ik heb van Julia gehoord dat je jarig bent.
Slide 13 - Open question
Wat is het onderwerp van deze zin:
Ines heeft gisteren een meisje gered.
Slide 14 - Open question
Wat is het onderwerp van deze zin:
Eerst moet u de kip aanbraden.
Slide 15 - Open question
Herhaling zinsdelen
De hond at gisteren een koekje in zijn mand.
Pv tussen | |
Alles voor de pv hoort bij elkaar.
Verander de zin zo dat er steeds een ander deel vooraan komt te staan.
Zet een | na het deel dat voor de pv kan.
Slide 16 - Slide
Herhaling zinsdelen
Mijn broer koopt morgen een bos bloemen voor mijn moeder.
De vis zwemt in de kleine kom.
De jongens en meisjes van klas 1kd zitten op hun stoel.
Slide 17 - Slide
Werkwoordelijk gezegde
Alle
werkwoorden in de zin, dus ook de persoonsvorm.
Werkwoordelijk gezegde = pv + alle andere werkwoorden.
Slide 18 - Slide
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
Er is een ongeluk gebeurd.
Slide 19 - Open question
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
De tamme parkiet is door de kamer gevlogen.
Slide 20 - Open question
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin?
De vogel wil vrij kunnen vliegen.
Slide 21 - Open question
More lessons like this
1.7 Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp
October 2025
-
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
toetsstof hoofdstuk 1 Talent
October 2025
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
-
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
-
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Zinnen ontleden - Quiz
February 2024
-
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Quiz!
h3 redekundig ontleden basistoets vooraf
July 2021
-
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
-
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3