Blok 2 ('oude les, evt. gebruiken als herhaling)


1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Slide 1 - Slide

even herhalen.....
Weet je het nog?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Splitsbaar werkwoord
Soms kan de persoonsvorm van een werkwoord gesplitst in de zin voorkomen.
Bijvoorbeeld:  Monica pakt alle cadeautjes in.
Pakt in komt van het werkwoord inpakken
Pakt in is de persoonsvorm en ook het wwg.

Slide 4 - Slide

Monica pakt alle cadeautjes in.
Pakt en in horen bij elkaar en vormen samen 1 zinsdeel.
De zin bestaat dus uit drie zinsdelen.

Slide 5 - Slide

Welke splitsbare werkwoorden ken jij al?

Slide 6 - Open question

zinsontleding: WWG met te
Je weet dat het wwg uit alle werkwoorden van een zin bestaat. Soms staat voor het hele werkwoord het woord te. Dan geldt"
persoonsvorm + te + hele werkwoord = wwg
 Aukje zit de hele tijd te lachen.
WWG = zit te lachen 

Slide 7 - Slide

splitsbare werkwoorden

Slide 8 - Mind map

Lijdend Voorwerp

Slide 9 - Slide

Lijdend voorwerp


Wie/wat + onderwerp + gezegde?

Slide 10 - Slide

De bakker bakt een heerlijk brood.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
bakt
B
een heerlijk brood
C
de bakker
D
staat er niet in.

Slide 11 - Quiz

Geef jij de appelmoes even door?
Wat is het lijdend voorwerp?
A
de appelmoes
B
jij
C
geef door
D
even

Slide 12 - Quiz

Met Kerstmis krijg ik altijd veel cadeautjes.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
ik
B
krijg
C
met Kerstmis
D
veel cadeautjes

Slide 13 - Quiz