H3.4 De regering regeert

H3.3 Politieke stromingen
H3.4 De regering regeert
Vandaag gaan we het hebben over:
- De verschillende stromingen in de politiek
- Het verschil tussen de regering en het kabinet
- De taken van de koning, ministers en staats-secretarissen

1 / 22
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3.3 Politieke stromingen
H3.4 De regering regeert
Vandaag gaan we het hebben over:
- De verschillende stromingen in de politiek
- Het verschil tussen de regering en het kabinet
- De taken van de koning, ministers en staats-secretarissen

Slide 1 - Slide

Politieke stroming: Verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.


Er zijn 3 grote stromingen:
- Liberalisme
- Sociaal-democratie
- Christendemocratie

Slide 2 - Slide

Liberalisme
- Individuele ontplooiing
- Eigen verantwoordelijkheid
- Tolerantie
- Economische vrijheid



Past liberalisme meer bij links of rechts? 
Past liberalisme meer bij progressief of conservatief?
Waarom deze kleuren in het logo?
Hoe denken liberalen over inkomensbelasting?

Slide 3 - Slide

Sociaal-democratie
- Gelijkheid tussen mensen
- Rechtvaardigheid
- Geen grote inkomensverschillen
- Grote rol overheid (uitkeringen)

Slide 4 - Slide

Christen-democratie
* Christelijk geloof 
- Bijbel
- naastenliefde 
- Netjes omgaan met de wereld en mens

Slide 5 - Slide

Populisme
  • Populisme is meer een stijl van politiek bedrijven dan een ideologie.
  • Populisten komen op voor ‘het volk’ en keren zich tegen de elite.
  • Vaak zijn de standpunten sterk nationalistisch.
  • De PVV en FvD worden populistisch genoemd. 

Slide 6 - Slide

Niet bij een stroming
* 'One-issue'-partijen
One-issue-partijen stellen één aspect van de samenleving centraal. Bijvoorbeeld:
Partij voor de Dieren
50PLUS
BoerBurgerBeweging



Slide 7 - Slide

Bij welke stroming hoort de PvdA?
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie
D
One-issue partij

Slide 8 - Quiz

Bij welke stroming hoort de BBB?
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Populistische stroming
D
One-issue partij

Slide 9 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met de regering regeert?

Slide 10 - Mind map

Wie komt er in de regering?

De grootste partij zoekt na de verkiezingen partijen die met hen willen samenwerken. Samen hebben ze een meerderheid nodig (76 zetels)
Zijn ze het eens? Dan schrijven ze een regeerakkoord. Daarna vormen ze samen de regeringspartijen.

Regeerakkoord

De plannen van de regering voor de komende jaren.

Slide 11 - Slide

De regering / het kabinet

Regering

Kabinet
De koning en alle ministers.

Het dagelijks bestuur van ons land. Het bestaat uit ministers en staatssecretarissen.

In het kabinet zitten ministers en staatssecretarissen die elk een eigen taak hebben.
Bijvoorbeeld: Onderwijs. Economische Zaken en Buitenlandse Zaken

Slide 12 - Slide

Ministers en staatssecretarissen

Ministers krijgen ondersteuning van duizenden ambtenaren. Ook hebben de meeste ministers hulp van een staatssecretaris.

Staatssecretaris

Een soort assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van een minister.
S

Slide 13 - Slide

Minister-president

De minister-president (ook wel premier genoemd) is de leider van het kabinet. Hij is de belangrijkste minister en is de voorzitter als de regering vergadert.

Slide 14 - Slide

Ministers werken samen

Elke vrijdag komen alle ministers bij elkaar. Ze maken samen plannen en wetsvoorstellen
Ministers maken wetsvoorstellen! Een wet wordt pas aangenomen als de Tweede Kamer en Eerste Kamer ermee instemmen.

Slide 15 - Slide

Wat doet de koning?

De koning is het staatshoofd. Hij is lid van de regering, maar heeft vrijwel geen macht. Zijn taken zijn:
  • Een handtekening zetten onder alle wetten.
  • De troonrede voorlezen op Prinsjesdag.
  • Overleg voeren met de minister-president.
  • Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
  • Ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Slide 16 - Slide

Prinsjesdag
Iedere derde dinsdag in september is het Prinsjesdag:
  • De koning leest de troonrede voor.
  • De minister van Financiën biedt de miljoenennota aan.



Uitleg van de plannen die de regering voor het komende jaar heeft.

Troonrede
Miljoenennota

Een gedetailleerd overzicht van de plannen van het kabinet voor het komende jaar.

Rijksbegroting

Een overzicht van alle uitgaven en inkomsten die het kabinet voor dat jaar verwacht.

Slide 17 - Slide

Wie biedt de miljoenennota aan?
A
De minister president
B
De minister van Financiën
C
De koning
D
De minister van onderwijs

Slide 18 - Quiz

Wie is de leider van het Kabinet?
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

Wie is het staatshoofd van Nederland?
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

Het dagelijks bestuur van ons land. Het bestaat uit ministers en staatssecretarissen.
A
De overheid
B
De regering
C
Het kabinet

Slide 21 - Quiz

Aan de slag!                         
  • Zie studiewijzer:
  • §3.3: 1 t/m 7, 9, 10, 11, samenvatting
     §3.4: 1 t/m 6, 9 t/m 13, samenvatting

Slide 22 - Slide