Ontwikkeling van het schoolkind


Ontwikkeling van het schoolkind
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Ontwikkeling van het schoolkind

Slide 1 - Slide

INLEIDING
We gaan wat oefen vragen maken over het schoolkind, soms na de vraag komt kort een uitleg of stuk theorie.

Slide 2 - Slide

Waar heeft voeding allemaal invloed op bij een schoolkind?

Slide 3 - Open question

Zoek in huis of in de klas naar tussendoortjes of voedingsmiddelen die voor schoolkinderen geschikt zijn! Maak een foto en post!

Slide 4 - Open question

LICHAMELIJKE ONTWIKKELING
Voeding heeft grote invloed:​

- Gebit en botten​
- Sociaal en emotioneel functioneren​
- Energie en zelfvertrouwen​
- Cognitieve ontwikkeling



Slide 5 - Slide

Hoeveel kinderen heeft overgewicht?
A
1 op de 20
B
1 op de 3
C
1 op de 7
D
1 op de 10

Slide 6 - Quiz

Zoek op: kinderen die te dik zijn hebben later meer kans op:

Slide 7 - Open question

MOTORISCHE ONTWIKKELING
De motorische ontwikkeling: fijne en grove motoriek verbetert.                                            Qua grove motoriek vooral de coördinatie. 

Slide 8 - Slide

Noem voorbeelden van grove motoriek bij een schoolkind:

Slide 9 - Open question

FIJNE MOTORIEK
Tekenen
Kleuren
Knopen dicht doen
Veters strikken
Knippen

Slide 10 - Slide

Een 6 jarige weegt ongeveer 20 kilo en is 1.20 lang
Waar
Niet Waar

Slide 11 - Poll

Een schoolkind groeit 6 cm per jaar en heeft al zijn tanden gewisseld.
Waar
Niet Waar

Slide 12 - Poll

COGNITIEVE ONTWIKKELING
Enorme cognitieve ontwikkeling: ​

Aan het begin van groep 3 kunnen kinderen nog niet of nauwelijks lezen, schrijven en rekenen. In groep 8 zijn ze al veel vaardiger geworden!​

Fantasie denken maakt plaats voor andere manieren van denken.
Welke 3 manieren van denken onderscheiden we bij het schoolkind? ​



Slide 13 - Slide

Fantasie denken maakt plaats voor andere manieren van denken.
Welke 3 manieren van denken onderscheiden we ? ​

Slide 14 - Open question

3 MANIEREN VAN DENKEN
Realiteits denken: het schoolkind ziet de dingen zoals ze zijn.​
Logisch denken: Het schoolkind kan ordenen en verbanden leggen.​
Abstract denken: Het schoolkind gaat bv nadenken over problemen in de wereld en de toekomst. 

Slide 15 - Slide

Bedenk, met behulp van het boek, een voorbeeld van realiteitsdenken

Slide 16 - Open question

Geef drie voorbeelden waaruit blijkt dat het schoolkind leergierig en prestatiegericht is.

Slide 17 - Mind map

Het gegeven dat niet ieder kind even gemakkelijk en op dezelfde manier leert. Dit hangt af van het:

Slide 18 - Open question

LEERGESCHIKTHEID

Slide 19 - Slide

Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling

Steeds meer sociale contacten. 3 belangrijkste milieus:​

- Thuis​
- School​
- Eigen vriendjes en vriendinnetjes


Slide 20 - Slide

Wat verstaan we onder pesten?

Slide 21 - Open question

Pesten
Onder schoolkinderen is pesten een veelvoorkomend probleem. ​
Pesten= het met opzet lichamelijk en geestelijk kwetsen van een ander die in een minder sterke positie verkeerd. ​
Plagen: het maken van verbale/ fysieke grapjes waarbij beide partijen gelijkwaardig zijn aan elkaar. ​​
www.stoppestennu.nl

Slide 22 - Slide

Wat is een normbesef?

Slide 23 - Mind map

Normbesef

Ontwikkeling van het geweten, het besef van goed en kwaad. 
( Denk hierbij ook aan de voorbeelden over wie is stouter!)

Slide 24 - Slide

Met wie zal een schoolkind zich identificeren?

Slide 25 - Open question

Met wie speelt welke leeftijd?
JONGENS EN MEISJES
ALLEEN ZELFDE GESLACHT
6-9 jarige
9 jarige
11 jarige en ouder

Slide 26 - Drag question

Seksuele ontwikkeling
Kinderen tussen de 6 en 9 jaar spelen vaak nog met jongens en meisjes. Ze hebben geen voorkeur maar zijn zich wel bewust van de verschillen. ​


Vanaf 9 jaar gaat dit wel uitmaken. ​

Vanaf het 11e jaar gaan meisjes en jongens weer met elkaar spelen en heeft dit spel een lichte seksuele ondertoon. Kinderen gaan experimenteren met genderspecifiek gedrag. 



Slide 27 - Slide

Wat is genderspecifiek gedrag?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Mind map