Observeren les 5

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Uit hoeveel delen bestaat het observatieverslag dat jullie moeten inleveren?
A
1. Het observeren zelf
B
2. Een plan en een verslag wat je hebt gezien
C
3. Een plan, een verslag wat je hebt gezien en een conclusie
D
4. Een plan, een verslag wat je hebt gezien, een conclusie en een evaluatie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Voorbeeld observatieverslag
Een (voldoende) voorbeeld

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Je wilt weten door welke externe factoren een kind afgeleid wordt tijdens rekenen
A
Beschrijvend
B
Observatieschema
C
Event-sampling
D
Time-Sampling

Slide 12 - Quiz

Je wilt weten of er een verschil is in het gedrag van Saar als zij wordt gebracht en gehaald door moeder.
A
Time-Sampling met beschrijvend
B
Time-sampling met Observatieschema
C
Event-Sampling met beschrijvend
D
Beschrijvend met observatieschema

Slide 13 - Quiz

Je gaat een kind 5 minuten lang observeren en wilt weten hoe vaak hij opstaat, praat, lacht en aan zijn kleding zit
A
Beschrijvend
B
Observatieschema
C
Continue
D
Event-sampling

Slide 14 - Quiz

Kan je een situatie bedenken waarbij je een combinatie maakt van beschrijvend en een observatieschema?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Objectief en subjectief: Het verschil
- Objectief = feiten (dus ook mening loos!)
- Schrijf dus geen zinnen die je niet zeker weet of waar jouw mening in verwerkt is
- Moeilijkheid: Hoe ver ga je er in?
- Voor jullie: Achterhaal de grenzen door te oefenen...

Slide 20 - Slide

De juf zegt dat hij rustig moet lopen, dus dat doet hij.

A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz

Patricia moet lachen om wat Hendrik zegt

A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Sarah loopt naar de kast om lijm te pakken

A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

Soraya staat op en gaat zitten. Ze loopt naar een andere stoel. Ze gaat zitten en staat weer op.

A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Hoe vonden jullie de les en wat hebben jullie geleerd?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide